Nieuws van Bonaire

Column deel 11 Hé zus, jij hebt makkelijk praten

Column deel 11 Hé zus, jij hebt makkelijke praten
Tekening door de Arubaans/Bonairiaanse Naiguata Sativa Winklaar (18 jaar, Havo 5)

Wanneer je fouten toegeeft, ben je iets wijzer dan toen je ze beging. 

Robert F. Kennedy, Amerikaans politicus 1925-1968

Hé zus, 

Laatst werd mij haarfijn door een geagiteerde, Bonairiaanse señora in de apotheek uitgelegd, dat ik er nog lang niet was met mijn Papiaments. U doet het fout, fout, fout. Ik moest veel meer oefenen. Vooral ook hardop voorlezen, want dat zou mijn Nederlandse accent hopelijk verflauwen. De zin ‘Bo mester tin un tiki pasenshi ku mi (Je moet een beetje geduld hebben met mij) sprak ik volgens haar volledig verkeerd uit. Ik gebruikte ook nog eens het Spaanse woord ‘paciencia’. Tot overmaat van ramp moest ik tot drie keer toe het woord ‘pasenshi’ van haar uitspreken en zij maar verzuchtend nee schudden met haar hoofd.  Ik werd van binnen nijdig, want wie was zij om tegen een taaldocent te zeggen hoe ik een taal moest leren. Vol ironie bedankte ik haar voor de opbouwende kritiek, maar de subtiliteit in mijn opmerking ging totaal verloren. 

Toen ik de hitte weer in ging en mensen zag die vriendelijk naar elkaar zwaaiden, zakte mijn hoge hartslag tot het normale tempo. Deze ongewilde les zette me wel aan het denken hoe je het beste iemand iets kan leren. Ik probeer toch altijd wel op een diplomatieke manier een leerling te corrigeren door het verkeerde woord op de goede manier te herhalen of rustig te vertellen dat het mooier is of beter als je het woord iets anders zegt. Ik zal ook nooit een correctie in een toets met een rode pen uitvoeren. Maar goed, ik ben natuurlijk niet feilloos. Soms schiet ik uit mijn slof. Dan heb ik achteraf wel spijt. 

Nu we het over verbeteren hebben, vraag ik me eigenlijk af hoe jij reageert op mensen die allerlei gebaren maken zonder dat ze weten wat het betekent. Waarom doen mensen dat eigenlijk? Is het omdat ze trots zijn dat ze een gebaar kennen of vinden ze het stoer om te gebaren. Dat laatste doet me denken aan toen ik een puber was. Dan vond ik het heel cool om op vakantie in het buitenland een scheldwoord in de moedertaal te zeggen. Dat is gelukkig wel weer overgegaan. 

Hey zus,

Ja soms doe je zo je best en dan is het nog steeds niet goed, daar word ik ook wel eens moedeloos van! Bij het woord pasenshi heb ik het in het begin heel zwaar gehad, omdat de uitspraak in het Engelse woord patience eerst een sh klank heeft en dan een s klank. Bij pasenshi is het andersom. Dus ik bleef maar pashensi zeggen! Killing! Ik heb het ook met bisiña. Daar heb ik keihard op geoefend om het woord niet uit te spreken als bisjina maar  bisinja. Dus ik zit in hetzelfde schuitje als jij. Het zijn hardnekkige woordwormen die je niet makkelijk uit je hoofd krijgt! 

Maar ja, voor je het weet zeg je door de verkeerde uitspraak iets anders en dat wil je ook niet natuurlijk. Dat heb je ook in de gebarentaal. Als je met je wijsvinger tegen je kin aantikt maak je het gebaar voor ‘papa’.  Let wel, je moet de nagel van je vinger wel kunnen zien. 

Maar als je precies hetzelfde gebaar maakt, maar dan je vinger een kwartslag gedraaid zodat de nagel aan de zijkant zit, dan gebaar je ‘wie’. Zo’n klein miniem verschilletje en toch een groot verschil in betekenis. Heel veel mensen vinden de gebarentaal fascinerend. Ik ook! Nog steeds vind ik het prachtig zo te kunnen communiceren, terwijl ik dit toch alweer bijna 20 jaar doe. 

Gebarentaal is veel meer dan iets rommelen met je handen; mimiek en lichaamstaal en positionering van gebaren zijn allemaal onderdelen van de gebarentaal. En het klopt. Als ik vertel over mijn werk gebeurt het regelmatig dat mensen dan opeens stilvallen en dan met hun handen voor hun gezicht rommelen, alsof ze iets verfrommelen. Het gekke is dat ze er niets bij zeggen. Ik weet eigenlijk nooit hoe ik daarop moet reageren, want het betekent niks wat ze doen. Het is een soort vervanging van het woord gebarentaal denk ik. Of iemand zegt dan tegen me: hoe is het met…stilte… gefrommel met handen voor gezicht…? En dan denk ik wel eens: je lijkt meer op Hans Kazan of Fred Kaps dan op iemand die gebaart… 

Maar het gekste vind ik de stilte. Ik heb er lang over nagedacht wat dit toch is. Je merkt misschien wel dat het me ook een beetje ergert.  Het is een beetje de draak steken met de gebaren lijkt het wel. Toen we nog in Amsterdam woonden, irriteerde het me ook vaak als een toerist ging voordoen hoe het Nederlands klinkt door met veel drama overdreven gorgelend de letter g uit te spugen en dan ook nog langdurig. Dit om aan te geven dat het Nederlands zo klinkt. 

Nou ja, kleine ergernissen maken het leven wel leuk, en wie ben ik om te menen dat een ander iets niet mag gebaren op zijn manier of uitspreken op haar manier. De taal is niet van mij, het is geen bezit. Maar toch merk ik dat in elke cultuur men trots is op zijn eigen taal en men die verdedigt als een leeuw. Ook wel mooi eigenlijk!

Deel dit artikel