Opinie

Opinie: Waarom het toch maar niet wil lukken met Good Governance op Bonaire

Ondanks de nodige sociaal-wenselijke uitlatingen van het MPB/UPB bestuurscollege, wil het toch maar steeds niet lukken met de zogenaamde ‘Good Governance’ binnen de bedrijven, waarvan de overheid aandeelhouder is.

Het vraagstuk is niet nieuw. In het verleden was het op de eilanden eigenlijk altijd usance dat gedeputeerden ‘qualitate qua’ ook werden benoemd in de Raden van Commissarissen van de overheidsbedrijven. Hierbij kan worden gedacht aan Bonaire International Airport, Telbo, het Water- en Energiebedrijf (WEB) en de Tourism Corporation Bonaire (TCB).

Met de oprichting indertijd van Bonaire Holding Maatschappij (BHM) en de introductie van een Code Corporate Governance was het de bedoeling de lokale politiek op afstand te zetten. Dat lukte echter maar ten dele. Zolang de lokale politiek verantwoordelijk bleef voor het aanstellen van interne toezichthouders in de vorm van commissarissen, werd daarmee al getalmd. Hoewel gedeputeerden zelf geen deel uit meer konden maken van de diverse raden van commissarissen, deed men er in ieder geval alles aan om vooral aan de eigen partij gelieerde personen te benoemen.

De betrokkenheid van de Rijksoverheid, in de vorm van de Rijksvertegenwoordiger die de kandidaten mocht toetsen op hun geschiktheid leek positief, maar leidde er vervolgens ook toe dat de weinige lokale kandidaten die nog konden worden gezien als ‘enigszins onafhankelijk’, alsnog werden afgeschoten. Dat werd vooral duidelijk toen het bestuurscollege van UPB en DP-dissidenten Robby Beukenboom en Maruga Janga in 2018 probeerde een drietal -in elk geval op het oog- geschikte lokale kandidaten aan te stellen als commissaris bij de luchthaven. Zij werden, via de Rijksvertegenwoordiger, op weinig ceremoniële wijze afgeserveerd als ‘niet voldoende gekwalificeerd’.

Bestuursakkoord

Even leek er nieuwe hoop te gloren met de komst van het zogenaamde Bestuursakkoord. “Voor een effectieve aansturing van deze cruciale voorzieningen is een inbedding op afstand van bestuurders en good governance gewenst en is maatwerk per overheidsNV noodzakelijk”, staat er in het op 14 november 2018 ondertekende Bestuursakkoord. Gewerkt zou onder andere worden aan het functioneren van overheidsNV’s, sturingsinstrumenten, financiële kaders, toezicht, gedragscodes en statuten.

Als onderdeel van de afspraken werd door het bureau CRM-Link een onderzoek uitgevoerd en een rapportage uitgebracht met concrete aanbevelingen.  

Na het aantreden van het nieuwe MPB/UPB bestuurscollege leek er een aantal stappen te worden gezet, met de aanstelling van kwartiermaakster Nereida Gonzales en FCB-directeur Ben Oleana als ‘tijdelijk bestuurder’ bij de Holding.

TCB

Steeds meer heeft het er echter de schijn van, dat papier geduldig is en de praktijk vele malen weerbarstiger. Oleana vertrok al snel toen ook hem duidelijk werd hoe moeilijk het was, tegen de wil en wensen van lokale bestuurders, onafhankelijke commissarissen aan te stellen.

Toen ook de interimmanager van de TCB, Delno Tromp, opstapte bleken de rapen helemaal gaar. Er zit nu namelijk in het geheel niemand meer in de Raad van Commissarissen van de TCB. Dat betekent niet alleen dat er geen (intern) toezicht meer is, maar ook dat er geen nieuwe directeur aangesteld kan worden. Dat is namelijk een van de bevoegdheden van die Raad.

De situatie bij TCB staat niet op zichzelf. Zij is tekenend voor wat zich binnen andere entiteiten afspeelt. Nu er geen raad van commissarissen of directeur meer is, heeft het bestuurscollege onder het mom van ‘nauwere samenwerking’ de banden met de TCB stevig aangehaald. Het heeft er alle schijn van dat de voor Toerisme en Economie verantwoordelijk gedeputeerde, via door hem aangestelde ‘adviseurs’, de macht bij TCB heeft gegrepen. Hoezo ‘gepaste afstand’ van de politiek? Hoezo toezicht?

Het is niet overdreven om te stellen dat de situatie rondom goed bestuur in overheidsbedrijven de afgelopen jaren eerder achteruit, dan vooruit is gegaan. Er is weinig, tot geheel geen transparantie over datgene waar de overheid op dit gebied mee bezig is, als zij voor wat betreft de Governance al serieus ‘ergens’ mee bezig is, anders dan met traineren en manipuleren. Ook de betrokkenheid van de door Den Haag gesponsorde “Programma Manager” is een absolute wassen en bovenal ineffectieve neus gebleken.

Onafhankelijk

Oppositieleider Clark Abraham, pleitte al in 2016 voor onder andere een meer onafhankelijke instantie  die zou toezien op Corporate Governance op het eiland. Bestuurders in de door Abraham en advocaat Frank Kunneman voorgestelde onafhankelijke instantie zouden, behalve door het lokale bestuur, ook kunnen worden voorgedragen door bijvoorbeeld vakbonden en werkgeversvertegenwoordigers. Een soort structuur waar ook Oleana, in zijn brief van 23 april 2020 aan gezaghebber Edison Rijna over de uitdagingen op Governance-gebied, voor pleitte.

Het is inmiddels voor iedereen, die zich niet opzettelijk ‘Oost-Indisch’ blind toont, duidelijk en pijnlijk zichtbaar dat doorgaan op de oude voet -dus waarbij de lokale politiek aan het roer staat als het gaat om Good Corporate Governance- een heilloze weg is.


Lees ook:

Deel dit artikel