Opinie

Analyse: Is het Masterplan 2030 niet méér dan ‘Window Dressing’?

cruise seizoen

De afgelopen dagen werden de gemoederen, vooral onder al dan niet offrerende consultants, beziggehouden door de vraag aan wie het redigeren van het Masterplan 2030 zal worden overgelaten. Kwade tongen beweren dat de opdracht gegund is aan een Arubaanse groepering.

Een belangrijker vraag is echter of het Masterplan 2030 daadwerkelijk zal leiden tot een andere koers van het eiland, bijvoorbeeld als het gaat om de manier waarop het zijn geld verdient. Inmiddels ligt er niet alleen een Strategisch Toerismeplan op tafel die de contouren schetst van een zogenaamde ‘blauwe economie’ maar de Covid-19 crisis heeft iedereen -als nooit tevoren- met de neus op de feiten gedrukt.

Het met open armen binnenhalen van cruiseschepen met wel 5000 passagiers en bemanningsleden per schip op een eiland van amper 20.000 zielen wordt nu door veel mensen gezien als ‘eng’. Hoewel het weer toelaten van bijna dagelijkse vluchten van de KLM en Tui nog niet heeft geleid tot incidenten in de vorm van concrete besmettingen, is de vraag of ongebreidelde groei van het toerisme op termijn nog wel een levensvatbaar -laat staan wenselijk- verdienmodel is voor het eiland.

De weerstand tegen het steeds massalere toerisme op het eiland is niet nieuw. Onder bepaalde lagen van de bevolking bestond al een groeiende weerzin tegen de enorme cruisebakken, die door niemand minder dan Gezaghebber Edison Rijna als lelijke monsters werden gekwalificeerd.

Het zittende bestuurscollege verdient, even vooruitlopend op nadere conclusies, een aantal pluimpjes. Zo nam het na zijn aantreden zonder verder dralen het Strategic Tourism Plan aan als leidraad voor de ontwikkeling van het toerisme. Dat bood in elk geval duidelijkheid. Een tweede compliment verdient het voor de participatieve benadering die aan het Masterplan 2030 ten grondslag ligt. Nog nooit werd zo’n uitgebreid traject belopen om de input te krijgen van burgers en andere belanghebbenden als het gaat om het vastleggen van beleidslijnen voor de toekomst.

Onder de bevolking -en dan met name onder wat kritischer delen daarvan- bestaat echter steeds meer twijfel over het feit of wat straks op papier komt te staan, wel daadwerkelijk door de beleidsmakers wordt nagestreefd. Er is, tot zover, namelijk niets wat daar op wijst.

Rocargo

Wie op een rustige zondagochtend de moeite neemt om bijvoorbeeld naar Belnem te rijden schrikt zich wezenloos van daar in aanbouw zijnde blokkendozen die nu niet meer alleen direct aan de kust, maar ook verder landinwaarts uit de grond worden gestampt. Dan hebben we het nog niet over al in aanbouw zijnde hotels, zoals het nieuwe Chogogo Resort en dreigende ontwikkelingsplannen voor tot nog toe ongerepte natuurgebieden.

Het BC belijdt met de mond exclusief toerisme na te streven, maar laat tot zover na concrete stappen te zetten. Dat hoeft helemaal niet zo moeilijk te zijn. Hoeveel hotelkamers zijn er nu en hoeveel zijn er in aanbouw? Hoeveel achten we er in 2030 wenselijk? Hoeveel mensen wonen nu op het eiland? Hoeveel inwoners willen we in 2030 hebben? Hoeveel bouwvergunningen worden er anno 2020 afgegeven en hoeveel achten wij er wenselijk, voor elk jaar tussen 2020 en 2030? Dát zijn concrete vragen. En concrete vragen die tot concrete actie zouden moeten leiden. De politiek -even daargelaten wie er nu precies zit-, zal concrete grenzen moeten definiëren, vastleggen èn naleven.

Groei remt zichzelf namelijk niet af, net zomin als het ‘vanzelf’ tot stand komt. Er dient een visie en een beleid aan ten grondslag te liggen.

De vraag doet zich voor of het BC opzettelijk nalaat man en paard te noemen in de vorm van concrete cijfers en concrete aantallen. In dat geval moet worden geconcludeerd dat het Masterplan 2030 inderdaad niet meer zal zijn dan een -ongetwijfeld mooi vormgegeven- stuk papier ‘voor de sier’.

Als het BC echter de broek aantrekt en daadwerkelijk normen, grenzen en criteria durft vast te leggen, inclusief de monitoring en handhaving daarvan, dan laat zij zien dat het haar menens is en dat de contouren voor een nieuwe Bonaire méér zijn dan klinkende woorden, mooie plaatjes en een gelikt logo.

Gezien het feit dat het huidige MPB/UPB bestuurscollege alweer ruim aan zijn tweede jaar bezig is, wordt het zo langzamerhand wel tijd dat het concreet wordt in zijn beleidsvoornemens, als het gaat om het Bonaire dat het -mede dankzij de inbreng van burgers- voor ogen staat.


Ander nieuws:

Deel dit artikel