Nieuws van Bonaire

Jannet Butter op zondag: Het buisje met de zilveren kop

Het buisje met de zilveren kop

Valerie wordt wakker door het gemekker van geiten. Meteen weet ze waar ze is. Bij opa en oma in de knoek. Daar is het altijd spannend. Het kleine huisje staat kunstig verscholen tussen de struiken en bomen. Dat heeft opa samen met pappa gebouwd. Als je niet weet waar het huisje staat, kun je het ook niet vinden. Valerie glimlacht. Eerst moet je een lang zandpad afrijden. En dan bij de grote steen links af. Dan zie je ook de zee in de verte. Maar dat vertellen ze aan niemand. Heel soms horen ze een auto rijden. Dan legt oma haar vinger op haar lippen. Heel stil zijn, bedoelt ze daarmee. De auto rijdt altijd door.

Vandaag is het zondag. Valerie mocht gisteren al komen logeren van oma. Beer komt nog steeds mee. Ze heeft een eigen kamertje in het huisje. Daar kan net een bed en een kleine kast in. Eigenlijk is de kast van opgestapelde dozen. ‘Als we de deksels aan de voorkant doen, zijn dat de deurtjes,’ zei oma. 

Valerie luistert ingespannen. Het is nog stil in het huisje. Voorzichtig stapt ze samen met Beer uit bed. Ze wil geen lawaai maken. Onder het bed staat een schoenendoos. Vol schatten, die ze gevonden heeft. Het lukt haar altijd de spulletjes mee te nemen zonder dat iemand het merkt. Ze trekt de doos naar zich toe en opent het deksel. Eén voor één pakt ze alles uit de doos. Als laatste het buisje met de zilveren kop. Ze had het zilverpapier al eens een stukje opengemaakt. Het ruikt zo raar. Naar brand. En aan één kant is het helemaal zwart. Dat is lelijk. Maar het blauwe buisje is mooi. Je kan er in blazen. ‘Ruik Beer,’ zegt Valerie tegen haar knuffel. Beer trekt zijn neus ook op.

Door haar gesprek met Beer heeft ze oma niet horen binnenkomen. Die ziet Valerie te midden van haar schatten. ‘Wat heb je daar?’ vraagt oma terwijl ze het buisje met de zilveren kop pakt. Valerie weet het niet. Maar ze hoort aan oma’s stem dat er iets mis is. En ze moet vertellen hoe ze eraan gekomen is. ‘Gevonden,’ zegt Valerie. ‘Bij de struiken op het pad.’ Oma schrikt. Dat klinkt dichtbij.

‘Kun je laten zien waar?’ vraagt oma. Valerie knikt. Samen met opa gaan ze op weg. Even later wijst ze de plek aan. ‘Wat denk jij?’ vraagt oma aan opa. ‘Ik denk dat we ons geen zorgen hoeven maken. Waarschijnlijk verloren of weggegooid. Ik denk niet dat ze op deze plek komen gebruiken,’ zegt opa na een grondige inspectie. Het raadsel wordt alleen maar groter voor Valerie. Gebruiken? Zoals tante Marisol zegt als ze op een terrasje gaan zitten: “We gaan even iets gebruiken?”

Opa en oma besluiten Valerie iets over dit fenomeen te vertellen. Opa formuleert zorgvuldig. Valerie luistert aandachtig. ‘O, is dat het,’ zegt de slimmerd al snel. ‘Dan geef ik het pijpje aan Sherwin.’ Opa kijkt haar aan. ‘Ja, want Mami zegt dat die verslaafd is aan de drugs.’ En zo wordt deze schoenendoosschat binnenkort nieuw ‘leven’ ingeblazen.

Jannet Butter is schrijfster van verhalenbundels over Bonaire: De Knoek heeft duizend ogen, Flamingo’s op brood, De Leguanenvanger en The Ghost of Washikemba.

Verkrijgbaar bij: Addo’s bookstore, The Cadushy Distillery, Delfins Beach Resort Bonaire, MG Bonaire en Van den Tweel Supermarkt.


Lees ook:

Deel dit artikel