Kamerleden bezoeken Bovenwindse eilanden
Door René Zwart©
Den Haag – De Tweede Kamercommissie voor Koninkrijksrelaties is van plan een ingelast werkbezoek te brengen aan Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba.
De reis – medio juni – staat geheel in het teken van de gevolgen van de orkanen Irma en Maria – en de wederopbouw. De parlementariërs willen met eigen ogen en oren zien en horen hoe de stand van zaken is, aldus commissievoorzitter Alexander Pechtold. Zelf heeft hij eind februari op Sint Maarten al een eerste indruk kunnen krijgen toen hij daar was als lid van de internationale waarnemersmissie die toezicht hield op de verkiezingen.
Normaal gesproken gaat de Kamercommissie één keer per jaar naar de Caribische delen van het Koninkrijk. Dat valt doorgaans samen met de wintereditie van het Interparlementair Koninkrijksoverleg (IpKo) dat altijd in januari op Curaçao, Aruba of Sint Maarten wordt gehouden.
De commissie – althans, de slechts vier of vijf leden die wel bij vergaderingen over het koninkrijksdossier komen opdagen – heeft vanaf het moment dat Irma richting Bovenwindse eilanden koerste grote betrokkenheid getoond met de bewoners en de Nederlandse regering volle steun gegeven bij het verlenen van de eerste noodhulp en instemming verleend voor de donatie van 550 miljoen euro voor de wederopbouw op Sint Maarten en nog zo’n 70 miljoen voor Sint Eustatius en Saba.