Geschiedenis

Priklimonade van eigen bodem: Twin Top (deel 2)

Van het in licentie produceren van Pepsi Cola is het nooit gekomen. Een berg ongebruikte Pepsi Cola flessen is de stille getuige van loze beloftes.

Door Bòi Antoin

Vertaling: Harald Linkels

De fabriek van Twin Top bestond uit diverse gedeeltes. Leila Bernabela deed de administratie. Bram Coffie, een zwager van Boy Chatlein, zat in wat kan worden gezien als het ‘laboratorium’ van de fabriek. Dit was gelegen op de tweede verdieping van het pand.

Bram was verantwoordelijk voor het mixen van de diverse ingrediënten die de limonade haar smaak gaven. Ernesta Berbabela was één van de eerste flessenwassers van de fabriek. Popo Martis reed op de truck om de limonade rond te brengen.

Toen Twin Top net op de markt kwam, moest zij een stevige strijd voeren met diverse limonademerken die op Bonaire in zwang waren, zoals Coca Cola, Pepsi Cola, Kist, Canada Dry, Orange Crush en Old Colony om er maar een paar te noemen. Hoewel Boy Chatlein een enorme durf toonde om de strijd aan te gaan met deze al gevestigde merken, lukt het hem nooit om de markt met zijn Twin Top echt te veroveren. Dat gezegd hebbend, lukte het Chatlein toch om zijn fabriek maar liefst 16 jaar draaiend te houden.

Producten

Rocargo

De flessen van Twin Top hadden wat minder inhoud dan andere soorten limonade die uit Curacao werden geïmporteerd. Het voordeel van Bonaire Bottling Company was evenwel dat het lokaal werd geproduceerd en daardoor goedkoper was in de verkoop. In het begin kostte de limonade dan ook minder dan een Antilliaanse gulden.

Twin Top was er in verschillende smaken, zoals lemon-lime, sinaasappel, aardbei, framboos en cola-champagne. Vooral die laatste was nogal in trek; in tegenstelling tot lemon-lime die veel mensen niet zo lekker vonden.

Popo Martis trok er elke ochtend op uit om de limonade te bezorgen bij restaurants en winkels op het eiland. In de middagen reed hij door de verschillende wijken. Mensen die thuis limonade wilde hebben, stonden dan te wachten tot de truck voorbijkwam zodat ze een krat konden kopen. Zo makkelijk was het leven op Bonaire in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw.

Kritiek

Wat daar precies de oorzaak van was is niet bekend, maar op een gegeven moment was de kwaliteit van Twin Top niet meer die het geweest was. Veel mensen klaagden dat er te weinig prik in de limonade zat. Het is Bonerianen overigens ook niet vreemd dat zij producten van eigen bodem niet naar waarde weten te schatten. Veel mensen maakten dan ook grapjes over Twin Top, als zou het niets anders zijn dan water met suiker, of limonadesiroop.

Dat alles hinderde echter niet het rotsvaste geloof dat Boy Chatlein in zijn eigen fabriek had. Op een gegeven moment besloot hij om merkloze limonade in een ander soort fles op de markt te brengen. Vreemd genoeg viel deze limonade meer in de smaak dan het originele product. Zo zeer zelfs dat er gedurende enige tijd ook naar Curacao werd geëxporteerd.

Pepsi Cola

Geconfronteerd met de concurrentie van andere, meer bekende merken, begon Boy Chatlein aan het eind van de zeventiger jaren gesprekken met de Venezolaanse piloot Alberto Ochoa, die regelmatig op het eiland vertoefde met zijn privéjet. Ochoa werkte in Venezuela voor de familie Cisneros, van de Pepsi Cola fabrieken in Venezuela.

Ochoa overtuigde Chatlein, daarbij geholpen door een vooraanstaande politicus -die zelf ook ondernemer was- dat het voornemen bestond in Bonaire Bottling Company te investeren en dat het zelfs zover zou komen dat de fabriek onder licentie Pepsi Cola op Bonaire zou kunnen gaan produceren.

Het was één van die verhalen waarvan men achteraf zegt ‘too good to be true’. Chatlein, die afging op de positieve beloftes, haalde alvast een enorme hoeveelheid Pepsiflessen naar het eiland. Van de Pepsiflessen is er echter nooit één op het eiland gevuld. Na een hele tijd voor niks op de pier te hebben gestaan, werden ze uiteindelijk afgevoerd naar de knoek van Chatlein.

Bankroet

Tegen het eind van het jaar 1980 verschenen advertenties in de krant, waarin het bankroet van Bonaire Bottling Company werd aangekondigd. Het hele gebouw, met de inventaris, zou worden geveild, en dat gebeurde ook. Toon Abraham kocht het gebouw op, waarna het een hele tijd leeg bleef staan.

Na verloop van tijd besloot Abraham het gebouw van de fabriek te slopen. In plaats daarvan werd het complex aan de Kaya Princes Marie gebouwd, waarin eerst de Xavier School of Medicine werd gevestigd. Vandaag de dag wordt het betrokken complex gebruikt door de Centrum Jeugd en Gezin.

Na het sluiten van Bonaire Bottling Company heeft Bonaire nooit meer een eigen limonadefabriek gehad die zo lang heeft bestaan. De fabrieken die daarna op het eiland werden gevestigd, de Nevada Bottling Company en de Famous Bottling Company hebben niet langer dan 6 jaar bestaan.

Zoals het wel vaker gaat, wordt vandaag de dag door veel inwoners op het eiland met nostalgie teruggedacht aan de limonade van het merk Twin Top en aan Bonaire Bottling Company.


Lees ook:

Deel dit artikel