Nieuws van Bonaire

Ministeries moeten Kamer rapporteren wat zij doen om kosten BES-eilanden te verlagen

 

Door Koninkrijksrelaties.Nu

Rocargo

Den Haag – Alle ministeries moeten in het vervolg aan de Tweede Kamer rapporteren welke inspanningen zij verrichten om de kosten van levensonderhoud op Bonaire, Sint Eustatius en Saba te verlagen.

Ook moeten de departementen verslag doen van de effecten van deze inspanningen. Een motie daartoe die Attje Kuiken (PvdA) vandaag indiende kan donderdag bij de stemming op Kamerbrede steun rekenen. Drie andere moties werden of ingetrokken of aangehouden. Lees hieronder het integrale verslag. 

De voorzitter:
Aan de orde is het VAO Bonaire, Sint-Eustatius en Saba. Ik heet de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van harte welkom en geef mevrouw Kuiken namens de PvdA het woord. Mevrouw Kuiken (PvdA):
Ja, voorzitter, ik vecht voor mijn Koninkrijk, zoals u ziet.

Voorzitter. Wij hebben een vrij eensgezind debat gehad over Bonaire, Saba en Sint-Eustatius. Veel gaat daar goed. Niet alles gaat goed, maar we zien ook dat het lastig is om tot een aanvaardbaar inkomen te komen omdat de lasten zo hoog zijn: alleen al 180 dollar voor internet. En daar moet je ook onderwijs mee kunnen volgen. Daar moet je mee kunnen bankieren. De elektriciteitsrekeningen kunnen oplopen tot 400 dollar per maand. Het vergt niet heel veel rekenkunst om te voelen dat dat niet langer houdbaar is. Omdat we dat allemaal zo eensgezind voelden, heb ik de volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de vaste lasten voor levensonderhoud op Bonaire, Saba en Sint-Eustatius relatief hoog zijn ten opzichte van het besteedbaar inkomen;

overwegende dat de Kamer van mening is dat die vaste kosten voor levensonderhoud naar beneden moeten en dat het kabinet daarop moet sturen;

Rocargo

verzoekt de regering om financiële inspanningen, subsidies, investeringen en tegemoetkomingen gedaan door alle departementen op Bonaire, Saba en Sint-Eustatius aan de Kamer te rapporteren met daarin, naast alle bestede bedragen, ook wat het effect van deze financiële inspanningen, subsidies, investeringen en tegemoetkomingen op het niveau van de vaste kosten van levensonderhoud op Bonaire, Saba en Sint-Eustatius is en noodzakelijke aanpassingen te doen met als doel de vaste lasten te laten dalen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Kuiken, Bosman, Van Dam, Diertens, Özütok, Van Raak, Drost, Krol, Kuzu, Wassenberg, Baudet en De Graaf.

Zij krijgt nr. 62 (35000-IV).

De heer De Graaf (PVV):
Mevrouw Kuiken heeft echt heel erg haar best gedaan. Daar wil ik haar voor bedanken en ook voor de kans om mee te tekenen, maar ik heb één vraag. Ik vind de motie echt heel erg sympathiek. Zij is goed, maar er zit een heel klein kansje in — misschien moet ik ook naar de staatssecretaris kijken voor straks in zijn beantwoording; misschien kan hij mijn vraag meteen al meenemen — dat de kosten vanuit Nederland voor de eilanden omhooggaan dankzij het aannemen van deze motie, die eigenlijk al aangenomen is. Kan mevrouw Kuiken bij mij die twijfel wegnemen en anders misschien straks de staatssecretaris?

Mevrouw Kuiken (PvdA):
Per motie gaan we geen extra geld uittrekken voor de eilanden. Deze motie heeft puur als doel om ervoor te zorgen dat de kosten omlaaggaan. Dat vraagt een inspanning van alle verantwoordelijke departementen, ook om daar afzonderlijk per departement over te rapporteren. Mocht ik het als politieke partij dan nog nodig vinden dat er extra geld bijkomt, dan doen we dat door middel van andere moties of amendementen. Dat sluit ik niet uit, maar dat staat los van deze motie, dus die belofte kan ik u doen. Ik hoop dat u met deze handreiking de motie alsnog mede wilt ondertekenen, nu ik dat zo duidelijk heb aangegeven.

De heer De Graaf (PVV):
Mevrouw Kuiken zegt nu dat dat via andere moties en amendementen zal gaan en ik ben erg voor onderzoek, dus bij dezen mijn handtekening.

Mevrouw Kuiken (PvdA):
Dank. Daar ben ik blij mee. Ik zie uit naar de reactie van het kabinet. De motie is nu gericht aan één bewindspersoon, maar het is nadrukkelijk de bedoeling dat het echt per departement inzichtelijk wordt gemaakt. Dat is de enige manier waarop we hier echt vooruitgang kunnen boeken.

Hartelijk dank.

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Kuiken. Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Özütok namens GroenLinks.

Mevrouw Özütok (GroenLinks):
Voorzitter. Wij hebben een uitgebreide overleg gehad over Bonaire, Sint-Eustatius en Saba. Er zijn twee onderdelen waarover ik graag een motie wil indienen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het sargassumwier een ernstige bedreiging vormt voor kwetsbare ecosystemen op Bonaire en dat daardoor aanzienlijke economische schade voor het toerisme en de visserij ontstaat;

verzoekt de regering om het Bestuurscollege van Bonaire te ondersteunen in de aanpak van het aangespoelde sargassum en desgevraagd budget en expertise beschikbaar te stellen om verdere economische schade voor toerisme en visserij te beperken en te voorkomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Özütok en Kuiken. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 63 (35000-IV).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de lokale autoriteiten van Caribisch Nederland in het ontwikkelen van hun beleid niet altijd kunnen terugvallen op in Nederland beschikbare wetenschappelijke expertise;

verzoekt de regering erin te voorzien dat in Nederland opgebouwde expertise eenvoudiger beschikbaar wordt gemaakt voor de lokale autoriteiten van Caribisch Nederland,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Özütok en Kuiken. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 64 (35000-IV).

Dank u wel, mevrouw Özütok. Dan geef ik nu het woord aan de heer Van Dam namens het CDA.

De heer Van Dam (CDA):
Voorzitter. Ik kom hier om te melden dat ik inhoudelijk eigenlijk niet zo veel bij te dragen heb aan dit VAO. Mijn collega Van den Berg heeft tijdens het AO vooral aandacht besteed aan het bestaansminimum op de BES-eilanden, Caribisch Nederland.

Ik wil van de gelegenheid gebruikmaken om het kabinet in ieder geval te danken voor de brief die afgelopen vrijdag is verschenen. Daar staat heel veel in. Mijn grote complimenten voor wat er allemaal gebeurt. Heel veel dank. Ik weet dat er ook heel veel inspanning is geweest van individuele leden van het kabinet om dit voor elkaar te krijgen. We gaan er nog een schriftelijke ronde over houden en we gaan er nog op studeren. Ik wil niet zeggen dat we veel te zeuren hebben, maar als Kamerleden volgen we het kabinet natuurlijk kritisch. Dan mag je ook weleens zeggen dat dit heel goed is.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Dam. Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Diertens namens D66.

Mevrouw Diertens (D66):
Dank u wel, voorzitter. Ook ik wil heel graag mijn dank uitspreken voor het vaststellen van het sociaal minimum en de aandacht voor de kinderopvang, wat vorige week zijn beslag heeft gekregen. Ik vind het heel mooi om te zien dat daar heel veel werk van is gemaakt.

Ik heb een motie op een ander vlak.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat natuurbeheer cruciaal is voor de ecologie en de economie van Bonaire;

constaterende dat het onduidelijk is of de financiële ondersteuning en faciliteiten van STINAPA toereikend zijn om de taken als natuurbeheerder volledig uit te voeren;

verzoekt de regering in het natuurbeheerplan voor Caribisch Nederland de rol en de financiële ondersteuning voor STINAPA als natuurbeheerder te verduidelijken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Diertens, Kuiken en Özütok. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 65 (35000-IV).

Dank u wel, mevrouw Diertens. Dan geef ik tot slot het woord aan de heer Bosman namens de VVD.

De heer Bosman (VVD):
Voorzitter. We hebben een uitstekend algemeen overleg gehad. Het was boeiend met drie leden van het kabinet. We hebben toen al gezegd dat we dit gesprek eigenlijk met iedereen zouden moeten voeren. Dat gaan we regelen via een schriftelijk overleg met het kabinet. Dat gaat goed komen.

Allereerst dank aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Er is een mooi punt gemaakt ten aanzien van het ijkpunt van het sociaal minimum. Dat is een belangrijke stap waar wij als Kamer, Tweede Kamer en Eerste Kamer, om gevraagd hebben. Het is een prima stap om naartoe te werken. Het is een voorbeeld voor velen in het kabinet.

Staatssecretaris Keijzer van Economische Zaken en Klimaat mag een klein been bijtrekken, misschien wel twee benen, want er moet nog heel veel gebeuren. Dat is van belang om de kosten naar beneden te brengen. Daarom steun ik ook van harte de motie van collega Kuiken. Het is van belang dat departementen zelf gaan kijken naar wat zij doen, wat hun ambitie is en wat daaruit komt. Als departementen zeggen “we doen al heel veel”, dan zeg ik: prima, maar wat is dan het effect op het inkomen van de mensen op Bonaire, Saba en Sint-Eustatius? Dat is de kern en dat is van belang.

Voorzitter. Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Bosman.

De staatssecretaris geeft aan dat hij gelijk kan reageren. Dat is heel fijn. De laatste motie wordt gekopieerd en rondgedeeld. Dan geef ik nu het woord aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Staatssecretaris Knops:
Dank u wel, voorzitter. We zijn hier met z’n drieën. Collega Van Ark zal zo ingaan op de motie-Kuiken “cum omnia suis”, door alle fracties ondertekend.

Ik richt mij op de moties die zijn ingediend door de leden Özütok en Diertens. Allereerst de motie op stuk nr. 63 van mevrouw Özütok, waarin verzocht wordt om het bestuurscollege van Bonaire actief te ondersteunen in zijn aanpak van sargassum. Daarover zou ik het volgende willen zeggen. De minister van LNV heeft al eerder aangegeven dat dit voor haar een belangrijk punt is en dat ze daarover in overleg wil treden met het openbaar lichaam. Daar is nog nadere afstemming met IenW voor nodig. Dus ik zou mevrouw Özütok willen voorstellen om de motie aan te houden. Dit bevindt zich op het terrein van de minister van LNV, maar wetende hoe LNV erin zit ga ik ervan uit dat zij hier positief naar zullen kijken.

Mevrouw Özütok (GroenLinks):
Dan houd ik de motie graag aan.

De voorzitter:
Op verzoek van mevrouw Özütok stel ik voor haar motie (35000-IV, nr. 63) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Dan de motie op stuk nr. 64.

Staatssecretaris Knops:
Ja, in de motie van mevrouw Özütok en mevrouw Kuiken op stuk nr. 64 wordt verzocht om in Nederland opgebouwde wetenschappelijke expertise actief en eenvoudiger beschikbaar te maken voor lokale autoriteiten. Ik zou bijna zeggen dat ik alle kennis, alle ervaring en alles wat we beschikbaar hebben, beschikbaar stel aan de openbare lichamen. Dat resulteert in een Sabapackage en in een bestuursakkoord met Bonaire, en op Sint-Eustatius gebeurt het sowieso. Dus in die zin zou ik willen zeggen dat mij niet helemaal duidelijk is wat er nu nog gevraagd wordt. Ik zie de voorzitter liplezen. Dat kan ik inmiddels ook. Maar toch zou ik willen zeggen: ik moet de motie ontraden, omdat zij overbodig is. We doen dit al in volle omvang, en ik heb nog niet de specifieke vraag om wetenschappelijke ondersteuning gehad.

Mevrouw Özütok (GroenLinks):
De motie is inderdaad breed geformuleerd. Als de staatssecretaris zegt “we doen het al”, dan ga ik daar ook van uit. Mocht het zo zijn dat er echt wat specifieke dingen nodig zijn, dan kom ik erop terug. Ik trek de motie in.

De voorzitter:
Aangezien de motie-Özütok/Kuiken (35000-IV, nr. 64) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van beraadslaging meer uit.

Dank u wel, mevrouw Özütok.

Staatssecretaris Knops:
Dan de motie van mevrouw Diertens, mevrouw Kuiken en mevrouw Özütok op stuk nr. 65, waarin de regering verzocht wordt in het natuurbeheerplan voor Caribisch Nederland de rol en financiële ondersteuning voor STINAPA te verduidelijken. Hiervoor geldt hetzelfde als voor eerdere moties. Dit bevindt zich op het terrein van de minister van LNV. Ook hiervan weet ik dat de minister van LNV er heel positief naar kijkt, maar ik zou willen verzoeken om haar aan te houden, zodat het oordeel van de minister van LNV op beide moties nog gegeven kan worden.

Mevrouw Diertens (D66):
Dan houden we haar nog even aan.

De voorzitter:
Op verzoek van mevrouw Diertens stel ik voor haar motie (35000-IV, nr. 65) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Staatssecretaris Van Ark:
Voorzitter, dank u wel. Ik wil de Kamerleden bedanken voor hun inbreng in het algemeen overleg en zojuist in het VAO. Het waren in die zin ook bijzondere weken, omdat we niet alleen het AO over de BES hadden maar daarna ook de reis naar Sint-Eustatius, waar ik overlegd heb met de bestuurders van de openbare lichamen over het vaststellen van het ijkpunt voor het sociaal minimum. Ik dank de Kamerleden voor de complimenten, maar die wil ik ook heel graag doorgeven aan het team waarmee we gewerkt hebben in de verschillende departementen, de ambtenaren die daar hard aan hebben gewerkt, maar zeker ook de bestuurders van de openbare lichamen met wie ik daarover veel gesprekken heb gevoerd. In de afgelopen weken heb ik mogen ervaren dat dit echt een heel bijzondere stap is. Dat is ook nodig, want het leven op de eilanden is duur. De bedragen die zijn genoemd motiveren ook om hier blijvende aandacht aan te geven. Er is een eerste stap gezet, maar we zullen de komende tijd de gezamenlijke ambitie van het kabinet, die we delen met de bestuurders van de openbare lichamen, verder vorm moeten geven om de kosten omlaag en de inkomsten omhoog te brengen, om ervoor te zorgen dat de situatie leefbaar wordt voor de mensen; voor de mensen in een uitkering maar zeker ook voor hen die werken, want soms hebben mensen meerdere banen nodig om de eindjes aan elkaar te kunnen knopen. In dat licht heb ik de motie gezien die is ingediend door de Kamerleden. Ik moet zeggen dat het een erg sympathieke motie is. Ik zou deze het liefst oordeel Kamer geven. Deze laat de motivatie zien die ik zojuist heb genoemd en die dus ook gedeeld wordt door de Tweede Kamer en, naar ik zeker weet, ook door de Eerste Kamer. Maar we hebben de goede gewoonte om niet te spreken over de portefeuilles van collega’s. Ik kan niet voor de andere departementen spreken. Om die reden moet ik deze ontraden. Maar laat ik het zo zeggen: ik heb de ondertekening gezien en ik voel de gedeelde motivatie.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. Fijn dat ook de staatssecretaris van Economische Zaken mee heeft geluisterd. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van dit VAO.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:
Over de ingediende moties, waarschijnlijk nog één, zullen we aanstaande donderdag stemmen.

Deel dit artikel

Rocargo

Rocargo

Rocargo

Rocargo