Plantage Bolivia – Deel 7: Den Haag
Niet alleen op het eiland maken mensen zich zorgen over de toekomst van Plantage Bolivia, ook in Den Haag volgt een deel van de Kamer de ontwikkelingen met gefronste wenkbrauwen.
Al in oktober 2019 heeft de toenmalige staatssecretaris, de heer Knops, post gehad van de Vereniging van Eigenaren Luga Aleha, buren van de plantage. De vereniging uitte haar zorgen over het projectplan ‘Een evenwichtig project’ op Bonaire (Bolivia), zoals het plantagegebeuren indertijd genoemd werd.
Meneer Knops: ‘U maakt zich zorgen over de procesgang omtrent de bestemmingsplanning en het natuur-behoud van Bolivia. Ik heb naar aanleiding van uw brief om inlichtingen gevraagd bij het openbaar lichaam Bonaire (OLB) en heb de brief ook onder de aandacht gebracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV).
Het is mij ter kennis gekomen dat het project waar u op doelt vooralsnog niet formeel bekend is bij directie Ruimte en Ontwikkeling van het OLB.’*
‘Vooralsnog niet formeel bekend.’
Een zin om lang over na te denken. Het zou te veel vragen om al die moties over Plantage Bolivia die in Den Haag het levenslicht hebben gezien hier op te sommen. Bovendien worden alle vragen en opmerkingen beantwoord met varianten op een thema:
Het ligt in eerste instantie op de weg van de eilandraad om een onderzoek te laten uitvoeren. Het is aan het bestuurscollege om te zorgen dat er op een juiste manier wordt gewerkt en vervolgens aan de eilandraad om daarop te controleren.
In eerste instantie is het openbaar lichaam Bonaire aan zet om eventueel onderzoek te laten uitvoeren zodat alle feiten kenbaar worden.
Het ministerie van BZK en het ministerie van IenW ondersteunen daarnaast het openbaar lichaam Bonaire bij het versterken van het ambtelijk apparaat, met extra aandacht voor de directies die zich richten op vergunningsverlening, toezicht en handhaving.
De enige minister die afwijkt van dit jargon is minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening). Hij meldt als antwoord op een motie dat hij ‘op 16 en 17 juni (2022) op Bonaire [is], waar ik onder andere een bezoek zal brengen aan de voormalige plantage Bolivia en met verschillende partijen over de voorgenomen ontwikkeling in gesprek ga. Aangezien ik de uitkomsten van dit bezoek graag mee wil nemen in de antwoorden aan uw Kamer, zal ik de vragen niet binnen de daarvoor gestelde termijn kunnen beantwoorden.
Een verstandige man, die minister, heb je tenminste een beeld van de situatie.
Eén motie moet wel genoemd: de motie van de leden Van Raan, Sylvana Simons en Jorien Wuite*:
Voorgesteld 20 oktober 2022
De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende dat Plantage Bolivia onderdeel is van een important bird area; constaterende dat volgens de huidige bestemmingsplannen niet gebouwd mag worden op Plantage Bolivia; constaterende dat een projectontwikkelaar plannen heeft om te bouwen op Plantage Bolivia;
constaterende dat recent onderzoek van de Raad voor de rechtshandhaving aantoont dat uitgifte van land op Bonaire niet altijd volgens de regels verloopt en waarschijnlijk mede hierdoor veel gebouwd wordt op Bonaire zonder de juiste vergunningen; verzoekt de regering om in gesprek met het openbaar lichaam Bonaire ervoor te zorgen dat er geen onomkeerbare stappen worden genomen voor wat betreft bouwen op Plantage Bolivia totdat het ontwikkelingsprogramma is vastgesteld, en gaat over tot de orde van de dag.
Van Raan
Sylvana Simons
Wuite
Deze motie is bijzonder omdat hiermee vanuit Den Haag de vinger wordt gelegd op een zere plek. Het lokale bestuur heeft niet alleen op het eiland een smet op haar imago.
Zie:
https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/moties/detail?id=2022Z19961&did=2022D42830
Lees HIER deel 1, deel 2, deel 3, deel 4, deel 5, deel 6