JetBlue, gaat vanaf volgende maand tot einde van de zomer acht tot tien procent minder vluchten uitvoeren. Ondanks de gestegen vraag naar vakantiebestemmingen.

Reden is een tekort aan personeel. Veel werknemers kozen ervoor om tijdens de pandemie vervroegd met pensioen te gaan, naar andere luchtvaartmaatschappijen over te stappen of gewoon te stoppen. 

Nu de vraag terugkeert, worstelen vervoerders om nieuw personeel aan te trekken en hun bestaande bemanningen te behouden. 

Daarbovenop komen de stijgende vliegtuigbrandstofprijzen als gevolg de oorlog tussen Rusland en Oekraïne.

De aankondiging komt na een bijzonder zwaar weekend voor de prijsvechter, de zevende grootste luchtvaartmaatschappij qua passagiersaantal in de Verenigde Staten.  

Volgens de vluchtvolg- en data-analisten van FlightAware had JetBlue van 8 april tot 10 april 486 annuleringen, ongeveer 16% van het vluchtschema, en 1.556 vertraagde aankomsten voor ongeveer de helft van het vluchtschema. Het heeft ook een op de vijf vluchten geannuleerd op 11 april. 

Degenen met zomervakantieplannen zullen de status van hun vlucht moeten volgen naarmate de datum nadert om te bepalen of hun vlucht wordt vertraagd of geannuleerd.

JetBlue is niet de enige vervoerder die ingrijpende maatregelen neemt om de stijgende kosten en personeelstekorten op te vangen. Alaska Airlines heeft het ook moeilijk gehad om de capaciteit op te voeren om aan de stijgende vraag te voldoen. Het heeft sinds 1 april honderden vluchten geannuleerd en heeft zijn voorjaarsschema tot juni met 2% verkort – en geeft de schuld van de annuleringen aan het tekort aan piloten.

Jet Blue vliegt zeven keer per dag op Aruba en één keer per dag op Curaçao.