Deel 17 Column Hé zus, jij hebt makkelijk praten
Een andere taal is een andere kijk op het leven. Frederico Fellini, Italiaanse filmregisseur 1920-1993
De zussen Esther en Linda schrijven columns over de vier talen die op de ABC-eilanden worden gesproken. Het bijzondere aan de column is dat er een vijfde taal in de column is verwerkt. Het is dus niet alleen Nederlands, Engels, Spaans en Papiaments, maar ook gebarentaal voor doven. Esther is tolk gebarentaal en Linda geeft les in Nederlands en Engels en spreekt goed Spaans. De reden waarom ze schrijven is dat het best bijzonder is dat op de eilanden minimaal vier talen worden gesproken.
Hé zus,
‘Ik ga nog even met de “koets” weg.’ Ken je dat zinnetje nog dat mama altijd zei als ze nog even met de auto boodschappen ging doen? Ik weet nog dat ik me schaamde als ze dit vertelde waar mijn vriendinnetjes bij waren. Die keken me heel raar aan en dan hoorde ik ze denken. Een koets? Van goud? Hebben jullie dan ook paarden en lakeien? Dan moest ik weer uitleggen dat dat een zelfbedacht woord was en er geen reden was, behalve dan dat ze van gekke woorden hield. Ze zei ook ‘sjogge’ in plaats van yoghurt. Daar was wel een aanleiding voor. Dat woord was een verbastering, omdat we het als hummels niet goed konden uitspreken.
Later begreep ik dat veel gezinnen best vaak eigen woorden gebruiken. Ooit at ik op een avond zuurkool met worst bij een vriendje en zijn vader noemde het ‘hutsefluts met hotseknots’. Daar zat een heel verhaal achter. Het vriendje was als peuter een slechte eter en zuurkool was voor hem veel te zuur. Toen zijn vader het anders verwoordde, wilde hij het wel eten. Kinderlogica. Hoe gaat dat eigenlijk in gebarentaal als een doof persoon zelf een nieuw woord maakt?
Eigenlijk vind ik het helemaal niet zo gek, dat verschillende groepen mensen een eigen taaltje hebben. Ik denk meteen aan hoe je praat met je collega’s. Je zegt in een vergadering niet over hoe je hebt gechilld met je maten, maar met je maten heb je het weer niet over actiepunten en meetings.
Hee Zus,
Oh ja, dat weet ik nog. Wat dacht je van ’tippelen’, dat mama altijd zei in plaats van lopen? Ik schaamde me ook dood voor mijn vriendinnen, bang dat ze mijn moeder voor hoer aanzagen. Maar wat schetste mijn verbazing? Afgelopen zondag hoorde ik bij het radioprogramma Goudmijn Philip Bloemendaal verslag doen van de wedstrijd snelwandelen. Het fragment kwam uit 1970 en hij zei letterlijk: ‘Jan Vos was tweede en heeft de 50 kilometer in 4 uur en 56 minuten getippeld.’ Dus mama gebruikte eigenlijk de nette vorm van lopen.
Voor wat betreft de gebarentaal weet ik niet of gezinsgebonden gebaren bestaan. Ik denk het haast wel. Mooi onderwerp voor een toekomstige masterstudie! In het Papiaments heb ik ook nog niks kunnen vinden. Mocht ik de voorbeelden hebben dan komt er uiteraard een column deel 2 van dit leuke onderwerp!
Maar ondertussen heb ik nog wel een mooi waar gebeurd verhaal over het Nederlands en het Papiaments. Mijn vriend B. in Nederland spreek ik al vanaf het begin dat wij hier wonen regelmatig op FaceTime. We missen elkaar en sluiten altijd af met ‘dikke kus’ of ‘slaap lekker’. Toen ik in het Papiaments had geleerd dat slapen ‘drumi’ was en lekker ’dushi’ zei ik dat ook tegen hem: ‘drumi dushi’. En ik zag zijn mond openvallen en tranen in zijn ogen komen. Ik dacht nog: nou nou, zo knap is het nou ook weer niet hoor, mijn eerste woordje Papiaments. Daar hoef je toch niet zo emo van te worden. Maar dat was het niet… Hij kwam er op dat moment achter waar de naam van zijn knuffelaap vandaan kwam, die hij als kind altijd met zich mee sleepte. Dat aapje had ie gekregen van de buurvrouw en hij was er dol op. De buurvrouw was al oud en overleed en hij heeft nooit kunnen achterhalen waarom ze hem zo had genoemd. Dit werd een ding in zijn familie: waar komt de naam van mijn knuffelaap vandaan! Dat ontdekte hij dus op dat moment op FaceTime met mij.
Het aapje heette: Droemidoe. De buurvrouw bleek van de Antillen te komen en heeft de aap Drumidushi genoemd en dat werd in de loop van de tijd afgekort tot Drumidu. Die herinnering kwam weer helemaal terug bij hem en zo is de zoektocht naar de naam van de knuffel eindelijk na, ik geloof wel 40 jaar, ten einde gekomen. Zelfs zijn moeder moest een traantje wegpinken, toen ze hoorde dat het mysterie was opgelost. Wonderlijk hoe de naam van een knuffelaap veertig jaar lang heen en weer kon reizen tussen Nederland en Bonaire!
- Auke op zondag: Escalatieladder
- Terug naar Bonaire: Giordano Molina’s reis terug naar Bonaire’s luchthaven
- Auke op zondag: Sperziebonen
- Auke op zondag: Het nieuws
- Krokodil gesignaleerd bij Klein Bonaire
- Terug naar Bonaire: Ambitieuze Xenah Cicilia verbindt gemeenschap en carrière
- Auke op zondag: Afwasser
- Auke op zondag: Dan is er licht
- Bonairiaanse kickbokser Davidlee Winklaar in voorbereiding op wereldtitel in Abu Dhabi
- Auke op zondag: Vragen