Den Haag – Het Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en het bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld zal op termijn ook gaan gelden voor Caribisch Nederland. Dat schrijft minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport namens het kabinet aan de Tweede Kamer. Bij de ondertekening heeft de Nederlandse regering bepaald dat het verdrag op 1 maart 2016 vooralsnog alleen voor Europees Nederland van kracht zouden worden. In een rapportage over de uitvoering tot nu toe wordt nog eens het waarom toegelicht:
,,Voor de BES is bij het ratificatieproces besloten het Verdrag niet van toepassing te laten zijn voor deze bijzondere gemeenten van Nederland. Dit, omdat uit onderzoek bleek dat een inhaalslag nodig is om te voldoen aan de uit het Verdrag voortvloeiende verplichtingen. Daarvoor is in juni 2017 een bestuursakkoord ‘Aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling Caribisch Nederland 2017-2020’ afgesloten. Dit akkoord richt zich op preventie, deskundigheidsbevordering van de professionals, versterken van de hulpverlening en de ketenaanpak, waaronder het inrichten van veilige opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld en kindermishandeling, het inrichten van een laagdrempelige meldstructuur en een juridisch kader. Uiteindelijk doel is om het Verdrag op termijn van toepassing te laten zijn voor de BES.”
Aruba, Curaçao en Sint Maarten besluiten zelf als zelfstandige landen binnen het Koninkrijk op welke wijze en in welk tempo zij de ratificatie en implementatie van het Verdrag ten uitvoer willen brengen.