Den Haag – De nog maar net opgeleverde gevangenis op Bonaire is al voor de ingebruikname te klein. De capaciteit blijkt niet te zijn berekend op de toename van met name het aantal langgestraften. De regering is niet van plan nu al tot uitbreiding te besluiten, maar zoekt op andere manieren naar een oplossing voor het dreigende cellentekort.

De oude Justitiële Inrichting Caribisch Nederland (JICN) telt 112 detentieplaatsen en 10 politie-arrestantenplaatsen. Het nieuwe complex heeft slechts 1 detentieplek meer. De jaarlijkse instroom schommelde de afgelopen drie jaar gemiddeld rond de 150 personen. De bezetting bedroeg in mei 104 gedetineerden en twee arrestanten. Sinds eind 2016 is er sprake van een toenemende behoefte aan detentiecapaciteit, zo meldt minister Ferd Grapperhaus van Justitie en Veiligheid vandaag in een brief aan de Tweede Kamer. Dat is vooral het gevolg van een toename van het aantal langgestraften en verdachten van zware misdrijven. De instroom van veroordeelden met een netto verblijfsduur van 2-10 jaar en van meer dan 10 jaar laat vooral na 2013 een groei zien.

Met het ontwerp van de nieuwe gevangenis is daar geen rekening mee gehouden. Dat is het gevolg van het niet toepassen van het zogeheten Prognosemodel Justitiële Ketens (PMJ) in Caribisch Nederland. ,,De informatievoorziening op de BES-eilanden is nog niet op een dusdanig niveau dat ontwikkelingen in de strafrechtsketen goed in samenhang kunnen worden bekeken”, aldus de bewindsman die schrijft dat er gewerkt wordt aan een verbetering van de informatie-uitwisseling via de ICT-systemen. Omdat uit onderzoek door het ministerie gebleken is dat de behoefte aan cellen de komende jaren verder zal toenemen wordt op dit moment nagedacht over een oplossing. Die gaan niet in de richting van uitbreiding van het nieuwe complex, blijkt uit de brief van Grapperhaus: ,, Momenteel worden verschillende scenario’s uitgewerkt om het hoofd te kunnen bieden aan de groeiende behoefte aan detentiecapaciteit, waaronder een grotere inzet op recidive-bestrijding, voorwaardelijke straffen en toezicht- en behandelmogelijkheden.”