Koninkrijk

Raad van State pleit voor meer gelijkwaardigheid Caribische eilanden

De Nederlandse premier Dick Schoof krijgt het 'ongevraagde' advies van de voorzitter van de Raad van State, Thom de Graaf | Foto: Raad van State/Hans Kouwenhoven

DEN HAAG – De Raad van State pleit ervoor dat de inwoners van de Caribische landen van het Koninkrijk zich gelijkwaardiger voelen aan Nederland. Zo moeten alle inwoners met de Nederlandse nationaliteit actief kiesrecht krijgen voor de Tweede Kamer. Daarnaast is er noodzaak voor meer ruimte voor gevolmachtigde ministers in de Rijksministerraad en intensievere samenwerking op het gebied van onderwijs en armoedebestrijding. Premier Dick Schoof heeft aangegeven dat het kabinet dit advies bestudeert.

Op 15 december is het precies zeventig jaar geleden dat het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden werd ondertekend. Dit document regelt de basisstructuur van het Koninkrijk en de formele relaties tussen Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Ondanks de voordelen die de samenwerking binnen het Koninkrijk biedt, blijft de relatie tussen Nederland en de Caribische landen sterk gekenmerkt door wederzijdse waardering, maar ook door wantrouwen.

Spontaan

In een spontaan advies van de Raad van State, opgesteld ter gelegenheid van het jubileum, wordt benadrukt dat de afhankelijkheid van de Caribische landen van Nederland sinds 1954 alleen maar is toegenomen, mede door complexe internationale ontwikkelingen en de kleinschaligheid van de eilanden. Hierdoor kunnen zij vaak niet zelfstandig voldoen aan de eisen van goed bestuur en mensenrechten. De huidige spanningen binnen het Koninkrijk zijn diepgeworteld, mede door het koloniale verleden en het slavernijverleden. Tegelijkertijd biedt dit ruimte voor verbetering van de onderlinge verhoudingen.

De Raad van State formuleert in het advies twee uitgangspunten voor de toekomst van het Koninkrijk: ‘constructieve samenwerking en onderlinge bijstand’ en ‘bijdragen aan evenwichtiger verhoudingen en wederzijds begrip’. Volgens de Raad zijn verbeteringen mogelijk zonder dat het Statuut of de Grondwet hoeft te worden gewijzigd. Tijd en energie kunnen beter worden gestoken in het effectief benutten van de bestaande mogelijkheden.

Ongelijke verhoudingen

De Raad van State benadrukt dat de verhoudingen tussen Nederland en de Caribische landen feitelijk erg ongelijk zijn. Nederland heeft in vrijwel elk opzicht de overhand, of het nu gaat om bevolking, economie, financiën of bestuurskracht. Dit leidt tot ongelijke verhoudingen die niet geheel op te lossen zijn.

Toch kunnen enkele maatregelen ervoor zorgen dat de inwoners van de Caribische landen zich gelijkwaardiger voelen aan Nederland. Zo pleit de Raad ervoor dat alle inwoners van de drie Caribische landen met de Nederlandse nationaliteit actief kiesrecht krijgen voor de Tweede Kamer. Op dit moment geldt dat alleen voor mensen die tien jaar in Nederland hebben gewoond of in openbare dienst hebben gewerkt. Inwoners van de bijzondere gemeenten Bonaire, Sint Eustatius en Saba mogen wel al stemmen voor de Tweede Kamer.

Daarnaast pleit de Raad van State voor versterking van de positie van de gevolmachtigde ministers van Aruba, Curaçao en Sint Maarten in de Rijksministerraad. Deze ministers hebben als taak hun landen te vertegenwoordigen in de Rijksministerraad, maar staan daarin vaak alleen tegenover de meerderheid van Nederlandse ministers. De Raad adviseert daarom om deze gevolmachtigde ministers meer ruimte te geven om hun standpunten naar voren te brengen en beter hun mening in te brengen.

Onderwijs en armoedebestrijding

De Raad van State adviseert de samenwerking binnen het Koninkrijk te richten op onderwijs en armoedebestrijding, zodat een actieve civil society en een goed opgeleide beroepsbevolking kan worden opgebouwd. Dit is van groot belang om de maatschappelijke uitdagingen in de Caribische landen aan te pakken. De kleinschaligheid van de eilanden leidt tot beperkte bestuurlijke capaciteit, waardoor de Caribische landen niet altijd in staat zijn om deze uitdagingen zelfstandig het hoofd te bieden. Er is daarom behoefte aan intensievere samenwerking, waarbij Nederland vooral een ondersteunende rol moet spelen in plaats van dwingend in te grijpen.

Ook consensusrijkswetten en andere onderlinge regelingen kunnen volgens de Raad een goede basis bieden voor samenwerking. Er bestaat echter aarzeling bij de Caribische landen om het instrument van de consensusrijkswetgeving te gebruiken, omdat de Nederlandse organen vaak als te dominant worden ervaren. De Raad adviseert daarom afspraken te maken die de betrokkenheid en consensus van de Caribische landen waarborgen tijdens het wetgevingsproces. Hiermee wordt recht gedaan aan het uitgangspunt van gelijkwaardigheid en wederzijds begrip.

Geschillenregeling

Het advies van de Raad van State benadrukt ook de noodzaak voor een geschillenregeling tussen de landen en het Koninkrijk. Hoewel het Statuut sinds 2010 de verplichting bevat om een regeling te maken voor de beslechting van geschillen, is deze regeling er nog steeds niet. De vormgeving zelf is al jarenlang onderwerp van discussie.

De Raad van State pleit ervoor om nieuwe energie te steken in de totstandkoming van deze geschillenregeling, zodat bepaalde bestuursgeschillen tussen het Koninkrijk en de landen kunnen worden beslecht door een onafhankelijke instantie.

De Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk heeft dit advies opgesteld door gesprekken te voeren met diverse belanghebbenden, waaronder de Gouverneurs en de Raden van Advies van Aruba, Curaçao en Sint Maarten, en met voormalig bestuurders en wetenschappers. Het doel is om op een constructieve manier de toekomst in te gaan en de samenwerking binnen het Koninkrijk te versterken, op basis van wederzijds begrip en respect.

Deel dit artikel