PEDRO NIKI TROMP: De man die Bonaire op de toeristische wereldkaart zette
Geschreven door Hubert Linkels
Bewerkt door Harald Linkels
De toeristische belangstelling voor Bonaire was zo’n goede 50 jaar geleden nog minimaal. Dat was natuurlijk niet zo vreemd, want in die tijd was Toon Abraham wel hoofd van het ‘toeristenbureau’, maar er was nog nauwelijks enige vorm van toerisme. Abraham zat dan meestal ook diep weggedoken in een hokje op het toenmalige Oranjeplein. Het werk dat hij verrichtte, lag vooral in de sfeer van wat toen nog Welvaartszorg werd genoemd.
In december van het jaar 1970 nam de UPB politicus Rudi Ellis de taak over van zijn zwager Toon Abraham. Op dat moment werd de naam van het ‘Bureau Welvaartszorg’ veranderd in ‘Bureau voor Toerisme’ en later het Toeristenbureau. Abraham had al een andere uitdaging gevonden: Hij volgde Curaçao een opleiding tot jurist. Na het behalen van zijn bul opende hij zijn advocatenkantoor.
Het feit dat Ellis de zorg voor het toerisme had overgenomen, wilde nog niet zeggen dat het plotseling storm liep op het toen nog slaperige eiland. Een baantje op het toeristenbureau was erg gewild in die tijd. Veel rondreizen naar andere eilanden en kijken hoe het er daar aan toen ging. Inmiddels waren er bijna meer assistenten op het toeristenbureau dan er toeristen in de hoofdstraat waren. Onder meer Aubrey Sealy, Wichi de Palm, Herbert Domacassé en Dufi Martijn waren aangetrokken om het Bonaireaanse toerisme te promoten. Dat was hard nodig, want in die tijd had Hotel Bonaire 128 veelal lege bedden, Flamingo Beach Club had er 42, Debonair (het latere Captain Don’s Habitat) 40 en Hotel Rocheline 12. Er waren ook nog vijf pensions op het eiland. Die telden gezamenlijk nog eens 58 bedden. Het personeel van het Toeristenbureau werkte zich in die tijd bepaald niet in het zweet.
Ondanks het moeilijke begin, werd het toerisme langzaamaan toch een van de belangrijkste pilaren van de Bonaireaanse economie. Behalve kledingfabriek Cambes en de Salt Company was er ook niet veel anders dat werkgelegenheid of deviezen genereerde. De start van het toerisme was voor een deel te danken aan de inzet van Ellis. De grootste bijdrage aan het ontluikende toerisme werd echter geleverd door de op Aruba geboren Pedro Nicolas ‘Niki’ Tromp.
Liefde
Tromp kwam in eerste instantie niet naar Bonaire voor een baan. Hij had hier echter kennis gemaakt met de uit de wijk Nord di Saliña afkomstige Marvel Muller. Het was liefde op het eerste gezicht en het tweetal trouwde al spoedig. Nu Niki was getrouwd met een Bonaireaanse, had hij alle reden om zich ook op Bonaire te vestigen. Tromp begon overigens niet direct in het toerisme; hij werkte geruime tijd als verzekeringsagent en stapte later over naar de Dienst Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV).
Bij bezoeken aan het buitenland, was het altijd Niki Tromp die de mensen daar attendeerde op de toeristische mogelijkheden van Bonaire. Ook bij de uitbouw van de jaarlijkse Sailing Regatta tot een evenement van formaat, speelde Tromp een belangrijke rol. Al in februari van elk jaar bezocht Tromp de andere eilanden van de Nederlandse Antillen om daar zeilers warm te maken voor deelname aan de regatta van Bonaire. Elk jaar was Bonaire dan drie dagen lang in de ban van het evenement. Tromp wist precies wie hij aan moest trekken om te zorgen dat de Regatta zó werd georganiseerd dat deze op geen enkele ander eiland – ook niet het veel grotere Curaçao – zo groots was als op het anders zo rustige Bonaire.
Twintig jaar lang werkte Niki Tromp aan de uitbouw van de Regatta en het toerisme. Veel belangstelling was er in die dagen van buurland Venezuela. Tromp kreeg het zelfs voor elkaar dat zeilers en bezoekers van de regatta uit Venezuela door een oorlogsschip afgezet werden op de pier van Kralendijk. Later nam Tromp contact op met Henri Toré, die met Tromp samenwerkte om van de Regatta – behalve gericht op zeilen – ook een festival te maken met muziek en dans. Dat werd vooral gewaardeerd door de toeschouwers van de regatta en de zeilers zelf. Zij konden nu ’s avonds genieten van de kraampjes in de Kaya Grandi, die toen nog Breedestraat heette.
Maar dat was niet het enige dat Niki Tromp deed. Hij introduceerde ook elk jaar een drie dagen durende bijeenkomst voor alle vertegenwoordigers van het Bonaireaanse Toeristenbureau in het buitenland. Dan werd er door Tromp tot in de puntjes beoordeeld of de uitgevoerde werkzaamheden voor Bonaire voldoende waren geweest. Het toerisme in overgangsjaren van 1980 naar 1990 toonde volgens het Toeristenbureau een flinke groei aan van maar liefst 68,7 procent.
Politiek
De jaarlijkse bijeenkomsten verwaterden nadat Tromp door UPB Gedeputeerde van Toerisme, Ramonsito Booi, na 20 jaar trouwe dienst praktisch op non-actief werd gezet. Ondanks het feit dat Niki Tromp, samen met zijn medewerkers, een klein wonder verrichtte met de promotie van het toerisme met een heel klein budget, besloot Booi dat de aanpak van het toerisme een meer professioneel gezicht moest krijgen.
Op 16 juli 1991 werd op notariskantoor Alfred Knuf de akte werd verleden voor de oprichting van de ‘Tourism Corporation Bonaire’ (TCB). Aanwezig waren president-commissaris Ramonsito Booi en zijn trouwe groene bondgenoten Humphry Wout, Elsie Pourier, Evert Piar, Morey Ruza en Hugo Gerharts. Die laatste was overigens bevriend van Niki Tromp. Het tweetal had vele jaren samengewerkt bij het aantrekken van toeristen uit de Verenigde Staten en Europa. Toch kwam Gerharts nauwelijks op voor Tromp, toen Booi van zins leek deze aan de kant te schuiven. Het personeel van het toeristenbureau werd volledig onkundig gehouden over de aanstaande privatisering van het toeristenbureau en de gevolgen daarvan voor hun verdere loopbaan.
Booi stelde vast dat er voor de nieuwe organisatie een directeur op hbo-niveau nodig was. Daarmee werd Tromp bewust buiten spel gezet. Ondertussen was – volgens sommigen op heimelijke wijze – de op Curaçao woonachtige Nederlander Peter van der Veen al aangetrokken om de aankomende privatisering te leiden. Kwade tongen beweerden zelfs dat Tromp aan de kant werd geschoven, omdat hij bestuurspartij UPB geen al te warm hart toedroeg.
Het Nederlandse adviesbureau Berenschot bereidde in opdracht van het BC de privatisering voor. Het Engelse adviesbureau Horwath & Horwath bevestigde dat de voorgenomen verandering wenselijk was en de verzelfstandiging was een feit. De naam Toeristenbureau werd ingewisseld voor ‘Tourism Corporation Bonaire N.V.’ Het personeel van het toeristenbureau kwam gelukkig niet op straat te staan, maar mocht kiezen voor een overstap naar een betrekking in overheidsdienst. De werknemers mochten er evenwel niet voor kiezen om te blijven werken bij de geprivatiseerde organisatie.
De nieuwe ontwikkeling van het toerisme zou in zijn totaal gefinancierd worden door de Economische Unie. In de internationale pers werden al in het begin van het jaar grote advertenties geplaatst voor het aantrekken van een directeur voor de Tourism Corporation Bonaire, als ook voor een hoofd productontwikkeling. Tromp zelf mocht, naar verluidt als doekje voor het bloeden, wel aanblijven als plaatsvervangend directeur. In feite een vernedering voor de man die al die tijd de leiding had gehad over het oude toeristenbureau.
Het was typisch voor het Bonaire van toen, dat de politieke partijen -zelfs die in de oppositie- niet al te kritisch waren op wat de gedeputeerde van toerisme in zijn schild voerde. De Paboso van Norwin ‘Nochi’ Willem protesteerde als enige politieke partij tegen de gang van zaken op het toeristenbureau. Zij keurde de manier af waarop het personeel van het toeristenkantoor en met name Niki Tromp behandeld werden. Volgens Willem ontbrak bij de privatisering oog voor het ‘menselijke aspect’.
Dood
De aangetrokken Van Veen besloot, door alle kritiek, voortijdig op te stappen op te stappen. Helaas mocht dat voor Tromp zelf niet meer baten.
Pedro Nicolas Tromp stierf in augustus 1992 in het harnas toen hij op Curaçao over wilde stappen voor een vlucht naar Caracas, waar hij promotie zou maken voor Sailing Regatta. De man die het toerisme op Bonaire groot maakte door zijn onvermoeibare inzet, stierf eenzaam en alleen op de vloer van de luchthaven van buureiland Curaçao.
Kinderen
Hoewel de naam Niki Tromp veel nieuwe eilandbewoners niets meer zal zeggen, valt de appel -ook bij de familie Tromp- niet ver van de boom. Veel mensen kennen wel jongste zoon Delno Tromp, die al verschillende malen leiding gaf aan de TCB. Zoon Byron Tromp was, na het overlijden van zijn vader, vele jaren de trekker van de Regatta. Niki en Marvel kregen ook nog drie dochters: Yselle, Darinka en Nadya.