Scherpe kritiek op artikel ‘Bonaire, de witte hel’
WILLEMSTAD/KRALENDIJK – Gisele Sint Jago, docent, jurist en schrijver en oprichter van de stichting BEULAH (Black Empowerment, Unity, Liberty Advocacy and Human rights), uit scherpe kritiek op ‘Bonaire, de witte hel’, een historisch artikel van auteurs Boi Antoin en Cees Luckhardt. Zij suggereert dat het artikel historische onjuistheden en subjectiviteiten bevat met betrekking tot de behandeling en levensomstandigheden van Afrikaanse tot slaafgemaakten op Bonaire.
De eerste kritiek is gericht op de bewering in het artikel dat Bonairiaanse zoutslaven tot in de jaren zestig van de vorige eeuw geen gereedschappen hadden die hun zware arbeid konden verlichten. Hier moet niet de vorige eeuw gelezen worden, maar de 19e eeuw. Op deze manier gaat, volgens Sínt Jago, het artikel voorbij aan de Emancipatiewet van 1 juli 1863, die de slavernij van Afrikanen in het Nederlandse Koninkrijk afschafte.
Duizenden
De jurist wijst er verder op dat het artikel beweert dat honderden tot slaaf gemaakte Afrikanen op de zoutplantages van Bonaire hebben gewerkt, terwijl historische documenten aangeven dat er op 1 juli 1863 752 tot slaaf gemaakte personen werden geëmancipeerd. Daarnaast waren er nog 660 gouvernementsslaven op Bonaire, wat aangeeft dat er duizenden, en niet slechts honderden, tot slaaf gemaakten op het eiland waren over een periode van meer dan tweehonderd jaar.
Een ander belangrijk punt van kritiek betreft de rangschikking van groepen in het artikel. Volgens Sint Jago wordt de bijdrage van Afrikaanse tot slaaf gemaakten aan de zoutwinning op Bonaire gebagatelliseerd door hen als laatste in een lijst te noemen na de verbannen mensen.
Bovendien trekt zij de vergelijking tussen de werkzaamheden van de tot slaaf gemaakte Afrikanen en de mensen die tot dwangarbeid waren veroordeeld in twijfel. Deze vergelijking is volgens haar onjuist omdat de juridische status van de tot slaaf gemaakte Afrikanen volledig verschilde van die van degenen die tot dwangarbeid waren veroordeeld.
Levensverwachting
Sint Jago beweert ook dat het stuk van Antoin en Luckhardt de levensomstandigheden en levensverwachting van de slaven op de zoutplantages verkeerd voorstelt. In werkelijkheid was de gemiddelde levensduur van een slaaf op de zoutplantages van Bonaire en Sint-Maarten slechts vier tot zeven jaar, voornamelijk als gevolg van slechte voeding, waterkwaliteit, fysieke straffen en lange werkdagen.
Wanneer het boek schrijft dat het aantal tot slaafgemaakten twintig jaar later is verdubbeld, lijkt het alsof het om dezelfde slaven gaat. Dit is op z’n plat Hollands gezegd: “Kort door de bocht.” Want feitelijk betekent een verdubbeling na twintig jaar, dat indien zij allemaal zeven jaar lang wisten te overleven, dat er feitelijk minimaal viermaal een schip vanuit Afrika naar de Cariben voer.
Ballast
Het gebruik van de term ‘ballast’ om de rol van zout in de economie van de zeventiende eeuw te beschrijven wordt ook betwist. Sint Jago stelt dat zout een zeer waardevol handelsgoed was, duurder dan goud of zilver in de handelswereld van die tijd. Het was een essentieel product voor de voedselbewaring en was belangrijk in diverse industriële processen. Het minimaliseren van de waarde van zout in de historische context, vooral gezien de intensieve arbeid die nodig was voor de productie, wordt door haar als misleidend beschouwd.
Tot slot is Sint Jago van mening dat de persoonlijke verhalen en anekdotes in ‘Bonaire, de witte hel’ mogelijk gekleurd zijn door de eigen opvattingen en culturele achtergrond van de auteurs, wat kan leiden tot een onjuiste interpretatie van de historische gebeurtenissen. Het is belangrijk om historische gebeurtenissen te bekijken met een kritisch oog en rekening te houden met verschillende bronnen om een volledig en nauwkeurig beeld te krijgen.
Conclusie
Hoewel ‘Bonaire, de witte hel’ waardevolle inzichten biedt in de geschiedenis van Bonaire en de impact van slavernij op het eiland, is het belangrijk om kritisch te blijven en de gepresenteerde informatie te toetsen aan andere bronnen en historische feiten. Een gebalanceerd perspectief op onze geschiedenis, inclusief de donkere momenten, helpt ons te leren van het verleden en draagt bij aan een beter begrip van de complexe maatschappelijke structuren en dynamieken die vandaag de dag nog steeds invloed hebben op ons leven.
Sint Jago betoogt verder dat dit artikel eens te meer aangeeft dat het tijd wordt dat de nazaten van de Afrikaanse geroofde mensen zèlf in de gelegenheid worden gesteld om een historisch research centrum op te richten die beheerd wordt door nazaten zelf.
Lees hier het volledige betoog van Gisele Sint Jago