Directeur Nederlands Genootschap van Burgemeesters: ‘Gezaghebber wel degelijk stemplicht’
In een ingezonden brief op de site www.binnenlandsbestuur.nl neemt Hilde Westera, directeur van het Nederlands Genootschap van Burgemeesters (en Gezaghebbers) het op voor gezaghebber Edison Rijna.
Westera wijst in haar brief naar de motie die de Tweede Kamer vlak voor het zomerreces aannam, waarin gezaghebbers worden opgeroepen zich te onthouden van stemmen over politiek gevoelige dossiers, bijvoorbeeld als het gaat om vergunningen of bestemmingsplannen.
Westera noemt de motie onschuldiger dan hij in werkelijkheid is. Zij schetst in haar brief nog kort de achtergrond van de gerezen situatie. “De achtergrond van deze motie is de volgende: in het bestuurscollege van Bonaire lag het voorstel op tafel voor een vergunning van een extra etage op het gebouw van Sunset Beach Resort. Ter vergadering is om hoofdelijke stemming gevraagd. Alle ‘hoofden’ aan tafel brachten hun stem uit, inclusief de gezaghebber. Na de hoofdelijke stemming, waarbij de stemmen staakten, is discussie ontstaan over de vraag of de gezaghebber überhaupt zelf had mogen stemmen over dit voorstel of dat hij zich van stemming had moeten onthouden”, aldus de directeur van het Genootschap.
Volgens Westera gaan er twee dingen mis. “Ten eerste de aanname dat de gezaghebber de vrije keuze heeft om te stemmen, of anders gezegd, dat hij een stembevoegdheid heeft in plaats van een stemplicht. Die aanname is niet juist en zou ook niet juist kunnen zijn. De heersende leer in Nederland is dat een publieke bevoegdheid, een publieke plicht is. Populairder gezegd: Je wordt als bestuurder betaald om te besturen en dus om besluiten te nemen, ook als het moeilijke besluiten zijn. Alleen als er sprake is van een persoonlijke kwestie of een persoonlijk belang, kan c.q. moet een bestuurder zich afzijdig te houden”.
Knoop doorhakken
De tweede misvatting is volgens Westera dat een gezaghebber c.q. burgemeester met zijn stem zijn neutrale positie verliest omdat hij zich ‘bemoeit’ met inhoudelijke, politieke thema’s. “Als de stemmen staken, zal er in negen van de tien gevallen sprake zijn van een inhoudelijk, politiek gevoelig onderwerp. Over simpele, politiek ongevoelige (hamer)stukken staken de stemmen zelden. Juist voor die lastige situaties heeft de wetgever bedacht dat iemand de knoop doorhakt om niet in een bestuurlijke impasse te raken. Iemand die alle belangen nog eens goed afweegt. Kortom, iemand met een neutrale positie. Precies: de gezaghebber of burgemeester”.
Westera sluit haar betoog op met de conclusie dat, zo bekeken, de motie de gezaghebbers juist oproept om te stemmen en te doen wat elke bestuurder moet doen, namelijk besluiten nemen.