Bonaire

Column; Uitzending

Column; Uitzending

“Mijn luier is nog droog!” 

Als baby zal ik dat vroeger ook wel hebben meegemaakt en vond ik het vermoedelijk heel gewoon, naarmate het vaker voorkwam. Maar wie had ooit gedacht dat het me zoveel jaren later opnieuw zou overkomen? In een wildvreemd land en een heel ander soort bed. En dat ik daar heel gelukkig van zou worden. 

Ik zit op de vijfde verdieping van een hotel in de hoofdstad van dat land, waar ik na een aantal onderzoeken in een naburig ziekenhuis bevangen werd door een diarree die niet te stoppen leek. Ik ben namelijk ’uitgezonden’. 

Iedereen die al wat langer rondloopt op Bonaire weet ongeveer wat dat betekent. Als je iets ernstigs onder de leden hebt, dat in het ziekenhuis van het eiland niet goed kan worden onderzocht of aangepakt, biedt het Zorgverzekeringskantoor (ZVK) de mogelijkheid  van vervoer naar een plek elders in de Caribische regio met een grotere kans op adequate diagnose en behandeling. 

Kort vóór Bonaire een openbaar lichaam werd binnen het Koninkrijk was sprake van een piek in het aantal uitzendingen, met Curaçao als de bestemming bij uitstek. In de  jaren daarna stabiliseerde zich dat rond de 3000 per jaar. In 2013 stonden wat de aanleiding voor uitzending betreft oogheelkunde, radiologie en urologie bovenaan de lijst. Over het meer recente verleden en de huidige situatie hebben de betrokken organisaties Fundashon Mariadal, Openbaar Lichaam Bonaire, Rijksdienst Caribisch Nederland en ZVK bar weinig informatie naar buiten gebracht.

In ieder geval staat, van de landen waarheen mensen worden uitgezonden, Colombia verreweg het meest in contrast met Bonaire. Van zeelucht en veel zweten naar berglucht en ademnood, de traagheid van een dorpssamenleving naar het gewemel van een wereldstad, een dun jurkje en een korte broek naar jassen en dekens en ga zo maar door. Taal (Spaans) en godsdienst (RK) bieden nog enig houvast, maar dat weegt niet op tegen de rest. Reden te meer voor genoemde organisaties om de betrokkenen terdege voor te bereiden. Helaas gooien die daar vooralsnog met de pet naar. 

Op de site van de Rijksdienst kun je, als je goed zoekt, een brochure vinden die nauwelijks de naam verdient. Op allerlei informatie over de partnerorganisatie van ZVK in Colombia (Coomeva) zit de reiziger echt niet te wachten en de mededeling dat je straks bij die organisatie terecht kunt ‘voor alle vragen en problemen’ is niet bepaald een hart onder de riem. Eigenlijk is de enige praktische aanwijzing in dat document dat je vooral geen gebruik moet maken van het openbaar vervoer in Bogota. Alsof je geacht wordt gedurende je hele verblijf, dat eerder een paar weken dan enkele dagen duurt, slechts uit het raam te kijken tot de ‘officiële’ taxi je weer eens komt halen voor een ritje naar het ziekenhuis of met een andere ‘medische’ bestemming.

Me dunkt dat een powerpointpresentatie, al of niet in het kader van een bijeenkomst met kenners van het land (Colombia, Bogotá en Medellín), geen overbodige luxe zou zijn voordat men op Flamingo in een vliegtuig wordt gezet. Misschien is het trouwens ook een idee mensen die al eens zijn uitgezonden, in te schakelen bij de voorbereiding.

En dan laat ik de communicatie tussen Mariadal en de medische instellingen waarmee zijn patiënten in Colombia te maken krijgen, maar even buiten beschouwing. Al hoop ik van harte dat de vraag die ik kreeg op een afdeling radiologie, vlak voor ik een scan moest ondergaan, of ik even in het Spaans wilde uitleggen wat er met me aan de hand was, een uitzondering of toevalligheid is geweest.

Theo Ruyter emigreerde vijf jaar geleden van IJmuiden naar Paramaribo, om zich als schrijver verder te ontwikkelen. In 2016 startte hij een eigen site onder de naam https://www.deluchtvluchteling.com/ en eind oktober van het afgelopen jaar verhuisde hij met site en al naar Bonaire. 

Deel dit artikel