Isabella spaart kool noch geit in jaarrapportage 2016
Door Harald Linkels
Kralendijk- Ondanks flinke investeringen is er onder de inwoners van de drie BES-eilanden nog steeds sprake van een ‘breed gevoelde en sinds 2010 steeds verder toegenomen teleurstelling’. Dat schrijft scheidend Rijksvertegenwoordiger Gilbert Isabella in zijn jaarrapportage over het jaar 2016.
Volgens Isabella wordt dat gevoel veroorzaakt door het feit dat de inwoners van de eilanden andere verwachtingen hadden toen werd gekozen voor de nieuwe staatkundige structuur. Daarbij moet volgens Isabella vermeld worden dat ook de eilandbestuurders van destijds niet hebben bijgedragen aan het creëren van een duidelijk(er) beeld.
“Wat nog altijd ontbreekt is een gemeenschappelijke, door Europees Nederland en de eilanden onderschreven toekomstvisie, een stip op de horizon” meent Isaballa.
Volgens Isabella bestaat er onder de bevolking een gevoel dat er ten aanzien van ‘strenge’ regelgeving en de handhaving daarvan geen verschil wordt gemaakt tussen de eilanden en Europees Nederland. “Gaat het echter om regelgeving die een meer positieve uitwerking hebben op de eilanden, neem de hoogte van uitkeringen, dan wordt er, althans, zo wordt het gevoeld, wel een verschil gemaakt tussen het Europese en het Caribische deel van het Koninkrijk”, stelt Isabella.
Volgens Isabella heeft hij door de periode dat hij op Bonaire woonde en op de 3 eilanden werkte, een goed gevoel gekregen wat er onder de bevolking leeft. “Sinds mijn benoeming leef, woon, werk en onderga ik het leven op de eilanden. Mijn standplaats is Kralendijk, Bonaire, maar ik bezoek ook de bovenwinden, Saba en Sint Eustatius”, schrijft Isabella. “Ik voer gesprekken met eilandbestuurders, maatschappelijke organisaties, ondernemers, bezorgde inwoners, mensen die tussen wal en schip zijn geraakt of mensen die in armoede leven. Niet alleen op afspraak of tijdens werkbezoeken, maar ook spontaan”, schrijft Isabella. Volgens de Rijksvertegenwoordiger, wordt men vanwege het kleinschalige
karakter op de eilanden gemakkelijk aangesproken.
Isabella constateert dat, ondanks alle goede bedoelingen er nog altijd sprake is van ‘versnippering’ en van langs elkaar heen werkende ministeries en tekortschietende kennis van rijksambtenaren over de specifieke omstandigheden op de eilanden. “Samenhang in beleid is soms ver te zoeken. Een integrale aanpak wordt extra bemoeilijkt door het ontbreken van de eerder genoemde toekomstvisie, ministeries die handelen vanuit een eigen perspectief, eigen budgetten binnen verschillende ministeries, het ontbreken van een sterk coördinerende rol en mandaat voor de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en in het verlengde daarvan voor mij als Rijksvertegenwoordiger”, meent Isabella. Isabella zegt ook dat er teleurstelling bestaat over het feit dat aanbevelingen naar aanleiding van uitgevoerde onderzoeken, bijvoorbeeld naar het benodigde bedrag aan ‘vrije uitkering’ dat de eilanden nodig hebben om hun taken goed uit te kunnen voeren, door Den Haag niet zijn overgenomen.
Isabella spaart echter ook het lokale bestuur en de lokale politiek niet als het gaat om het gebrek aan wezenlijke vooruitgang. “Er is ook een andere kant; de verantwoordelijkheid van de eilanden zelf en in dit licht de wijze waarop het openbaar bestuur effectief is en uitvoering geeft aan beleid – of dit juist niet doet”, schrijft Isabella.
“Iets anders wat de situatie niet gemakkelijker maakt: politieke partijen zijn niet of nauwelijks programmatisch, de band met de achterban en de daarmee gemoeide belangen zijn groot en de bestuurscolleges, met die van Saba als positieve uitzondering, wisselen met regelmaat. Continuïteit in de uitvoering van beleid is om deze reden niet geborgd”, schrijft Isabella in zijn jaarrapportage.
Volgens Isabella is het van belang dat de eilanden en Den Haag echt goed naar elkaar gaan luisteren. “Ik spreek dan ook de hoop uit dat Europees Nederland en Caribisch Nederland als twee zijden van dezelfde medaille – ons Koninkrijk – elkaar een luisterend oor bieden, begrip en respect tonen voor elkaar. Dit alles vanuit het perspectief dat het algemeen belang en daarmee het welzijn van de inwoners van de drie eilanden vooropstaat. Als wij dat kunnen realiseren, dan komt het goed”, concludeert Isabella.