Rijksvertegenwoordiger Gilbert Isabella heeft afgelopen weekeinde Sint Eustatius en Saba bezocht. Doel van het bezoek was om zelf kennis te nemen van de situatie op de eilanden na de passage van de orkanen Irma en Maria.

Isabella arriveerde vrijdag 22 september op Sint Eustatius als eerste stop in zijn bezoek aan de Bovenwinden. Hij werd ontvangen door waarnemend Gezaghebber Julian Woodley. Daarna volgde een kort overleg met de waarnemend gezaghebber in zijn functie als voorzitter van het crisisteam. Ook sprak hij met de crisis coördinator Edris Bennett.  Isabella was ook aanwezig bij een bedank-bbq in de brandweerkazerne. Daar werden de brandweerlieden van Bonaire en de mariniers bedankt voor hun ondersteuning en enorme inzet tijdens de passages van zowel Irma als Maria. Verder maakte de Rijksvertegenwoordiger een eilandtoer om zelf te zien welke schade er is na de passage van Maria.

Zaterdag reisde Isabella samen met zijn informatiemanager/jurist tijdens de crisis naar Saba om ook daar met de gezaghebber en zijn crisisteam van het eiland te praten over de wijze waarop de Sabanen de storm hebben doorstaan en over de schade. De kale aanblik bij aankomst op Saba, de kaalslag van de natuur en de schade die er aan huizen is ontstaan, hebben diepe indruk gemaakt. In gesprek met een bewoner werd in zijn huis waar het dak was afgewaaid pijnlijk in beeld wat de schade voor dit gezin is. En zo zijn er velen.

Vanuit de Rijksvertegenwoordiging is voor,  tijdens en na de passages van de orkanen onder meer ondersteuning verleend met de bijstandsverzoeken van de eilanden, de verzoeken aan Defensie, het National Crisis Centrum en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Isabella: “Het is onvoorstelbaar wat een schade er aan persoonlijke bezittingen van mensen is ontstaan, de kracht van dit natuurgeweld en de impact op het dagelijks leven van de inwoners van Statia en Saba. Naast al het persoonlijk leed, volgt ook nog de economische schade voor veel ondernemers en hun werknemers. We mogen onze rijksgenoten niet alleen laten.”