Geen categorie

Het weekendverhaal van de schrijfclub

schrijfclub

Elke week schrijft een deelnemer van De Schrijfclub Bonaire een verhaal voor Bonaire.nu. Deze week een verhaal van Glenda Groeneveldt

 

Ruzie in de tent

Het lichaam wil weer een poging gaan wagen om af te vallen en houdt daarom een spoedvergadering. Alle organen zijn hoogachtend en verplicht uitgenodigd. De ogen, neus en oren zitten er zwijgend bij omdat zij de mond niet meer vertrouwen. De mond voelt zich letterlijk aangevallen, houdt zich hierdoor wijselijk dicht en perst demonstratief de lippen op elkaar. De tong en keel beginnen onbeschoft te schelden en de slokdarm maakt uit protest reflux-bewegingen. De maag voelt zich al misselijk worden en begint nijpend te kreunen. Zowel het hart als de bloedvaten blijven zuchtend doorwerken. De lever besluit zoals altijd maar af te wachten, omdat de eindbeslissing bij haar ligt. De nieren groeperen zich, ze besluiten dit niet te pikken. De blaas voelt het al aankomen, die maakt alvast stilletjes ruimte door zichzelf te legen. De darmen draaien van links naar rechts en produceren kinderlijke bromgeluiden. De endeldarm is woest en zoekt steun bij de anus. De huid voelt zich geprikkeld en kijkt het lichaam gloeiend aan, dat wordt ongemakkelijk, kucht, slaat met haar vuist op tafel en brult: “Zo is het genoeg.” Het wordt muisstil.

“Ik ben erg teleurgesteld”, zegt het lichaam terwijl ze beide armen als een deken om zich heen slaat. Ze roept hun een voor een bij zich om hun verhaal te doen. De mond vindt dat de ogen, neus en oren haar kunnen waarschuwen. “Hoe dan?” vragen ze alle drie tegelijk. “De oren moeten zich beter spitsen als zij gerinkel horen”, gaat de mond verder, “de neus kan per ongeluk niezen en de ogen kunnen gaan tranen om de huid te waarschuwen.” “Wat achterbaks”, vinden ze alle drie en communiceren onderling non-verbaal. Links wordt met het ene oog gerold, rechts kijkt de mond vies aan, de neus maakt een snuivend geluid en het oor suist van woede. De mond grinnikt en denkt dat zij mooi er vanaf is. Maar dan krijgt zij de wind van voren.

Het gebit laat zich scherp zien, het speeksel dreigt met verdrinking en de tong met wurgen. De keel laat de mond zien hoe ver zij open kan. De mond voelt zich bedreigd, vraagt uit angst de tong om toestemming en slikt drie keer. Durft hierna niks meer te zeggen. Nadat zij hun beklag hebben gedaan is de slokdarm aan de beurt. Deze voelt zich schuldig en vertelt haperend niks te kunnen verteren, kan ook geen voedsel afbreken. Daarom duwt hij stiekem alles door naar de maag.

Het maagzuur borrelt, komt in opstand want zij moet de boel krampachtig verteren. Vertelt duidelijk hoe zij zich voelt tijdens het samentrekken. De lever zwelt op als zij dit zo hoort omdat zij opgezadeld wordt met het wel of niet doorlaten van voeding. Ze geeft aan het vervelend te vinden om dit soort beslissingen te moeten nemen. De darmen krijgen het laatste woord. Zij vinden dat zij telkens de boel moeten opruimen die de mond heeft veroorzaakt. Zoals altijd werken zij, de maag, het hart, de bloedvaten, nieren en blaas overtime. Ondanks dit vinden zij dat de anus het hiervan meest te lijden heeft. ” Eindelijk,” schreeuwt deze laatste en trekt zich meerdere keer samen. De mond belooft trillend beterschap!

De Schrijfclub heeft op het moment een wachtlijst. Informatie bij Luisa Maria van Lieshout: 795-0345

Deel dit artikel