Programma moet boer worden aantrekkelijker maken
Door Caribisch Netwerk | Marit Severijnse
Bonaire is voor 98 procent afhankelijk van importproducten. Boer Onnie Emerenciana pleitte eerder al voor een bredere aandacht voor lokale landbouw en meer steun voor boeren. Landbouwproducten zijn duur en er zijn geen subsidies.
Een landbouwopleiding is er voorlopig niet. Om de sector aantrekkelijker te maken, zijn Qredits en de bijzondere gemeente Bonaire vorig jaar wel gestart met de ‘Agri Business Academy’, een programma van een aantal weken over ondernemen binnen de agrarische sector.
“Ze leren hier bijvoorbeeld over het gebruik van water, verschillende typen greenhouses en machines, moderne technieken voor het planten en het doen van marktonderzoek”, vertelt Milagros Blanken, manager van Qredits.
Lokale landbouw nog in beginfase
In oktober hebben de eerste elf deelnemers dit afgerond. Later dit jaar start het programma met een nieuwe groep. Het is voor het eerst dat er een programma is van meerdere weken speciaal voor de agrarische sector. “We geven al acht jaar een algemeen programma voor ondernemers, maar op deze manier kunnen mensen er meer aan hebben”, zegt Blanken.
Volgens Blanken is lokale landbouw nog in de beginfase. Ze hoopt dat er bredere aandacht voor komt. “Als je als boer een samenwerking aangaat met een supermarkt moet je consistent kunnen leveren, maar die continuïteit is niet alleen in handen van de ondernemer zelf”, vindt Blanken. “Dat ligt ook bij alle stakeholders en organisaties die ondersteunende diensten bieden of informatie kunnen leveren. Dat helpt de sector groeien en ontwikkelen.”
Te weinig data beschikbaar
Hoewel boeren geen subsidies krijgen, bieden de gemeente en Qredits sinds vorig jaar wel een ‘agrilening’ aan om agrarische activiteiten te ondersteunen. Tot nu toe hebben nog geen 10 mensen daar gebruik van gemaakt. Blanken denkt dat dat ook komt door het gebrek aan data over de landbouwsector.
“Je hebt bijvoorbeeld geen informatie over hoeveel groenten en fruit al geteeld of geïmporteerd wordt, hoeveel water wordt gebruikt bij specifieke landbouwactiviteiten of hoeveel boeren er eigenlijk zijn.”
Dat kan volgens Blanken echt helpen. “Als boer wil je weten: wat is de prijs die de overheid heeft vastgesteld voor een specifiek gewas? Hoeveel kan ik oogsten? Hoeveel kan ik verdienen per kilo? Een kostenplaatje maken, is nu veel moeilijker.”
Blanken hoopt ook dat vissers uiteindelijk gebruik zullen maken van de lening. “Dat is nog niet gebeurd, maar we zijn wel met die sector in gesprek. Ik verwacht en hoop dat we ook hen kunnen helpen.”
Lokale bestuur: meer lokale productie Hoeveel aandacht heeft de overheid voor lokale landbouw? Volgens gedeputeerde Anjelica Cicilia van Agrarische Zaken en Voedselzekerheid wordt gestreefd naar meer lokale productie en het vergroten van de voedselzekerheid. “Met de hoop in de toekomst ook onze lokale productie te kunnen exporteren.” |
Kenniscentrum voor boeren
Zo moet de dienst Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) een kenniscentrum worden voor onderzoek en voorlichting aan onder andere boeren.
Ook komt er een bedrijventerrein waar lokale bedrijven moeten gaan zorgen voor de lokale productie. “Momenteel zijn er 5 private partijen actief die doen aan geitenhouderij, groenteteelt, fruitteelt en het maken van compost”, vertelt Cicilia. “Voor het einde van dit jaar hopen we 10 actieve bedrijven te hebben.”
Verder wordt volgens de gedeputeerde meer expertise in huis gehaald bij LVV, wordt er geïnvesteerd in de benodigde machines voor een professionele sector en komen er meer kunuku gronden beschikbaar voor landbouwers.
Samenwerken
Daarnaast gaat Bonaire ook meer samenwerken met de andere eilanden. “Dat betekent bijvoorbeeld dat een expert meerdere eilanden kan bezoeken en we de kosten delen of dat we gezamenlijk producten kunnen inkopen. We streven naar een centraal laboratorium waar we allemaal van kunnen profiteren.”