Geschiedenis

De ramp van Armero en het tragische verhaal van het meisje Omayra Sánchez

Mensen laten nog altijd gedenkstenen en handgeschreven briefjes achter voor Omayra achter in het verwoeste Armero. Foto: Harald Linkels

Het Colombiaanse meisje Omayra Sánchez was ruim 37 jaar geleden opeens een aantal dagen achter elkaar wereldnieuws. Niet omdat ze daar zelf voor had gekozen, of omdat het om iets leuks ging. Integendeel. Omayra Sánchez werd het symbool van de vreselijke ramp die de welvarende stad Armero, gelegen in Colombiaanse provincie Tolima trof. De stad werd op 13 november 1985 weggevaagd door enorme modder- en puinstromen, veroorzaakt door de uitbarsting van de vulkaan Nevado del Ruiz. Uiteindelijk kwamen zo’n 25.000 inwoners van de stad om het leven  

Het lijden van Omayra, die na de enorme modderstromen vast kwam te zitten in een kuil met modder op de plaats waar haar ouderlijk huis stond, werd onder meer wereldnieuws door een foto van de Franse journalist Frank Fournier, die door miljoenen mensen rond de wereld met afgrijzen werd aanschouwd.

Op zich hadden lokale en nationale autoriteiten al enige tijd gewaarschuwd voor het gevaar dat dreigde door vulkanische as van de 5.321 meter hoge Nevado del Ruiz. Velen namen de dreiging met een korreltje zout. De inwoners van onder meer Armero dachten wel dat er misschien overstromingen zouden komen als gevolg van de zwelling van de Lagunilla-rivier, in wiens vallei de stad lag. Maar dat de stad zo’n enorm drama te wachten stond, had bijna niemand aan zien komen.

Een na de ramp aangelegde weg loopt nu langs wat ooit de tweede verdieping was van het San Lorenzo ziekenhuis in Armero. Foto: Harald Linkels

Op de fatale 13 november leidde een ontsnapping van hete gassen uit de Arenas-krater rond 9 uur in de avond tot een lawine, door het losraken van een deel van de Nevado-gletsjer. Twee uur later bereikte de lawine de stad Armero. Inwoners die de ramp overleefden, herinneren zich een geluid als een luid gebrul, ‘als de turbine van een vliegtuig’.

De lawine daalde de berg af en sleepte alles wat het op zijn pad vond met een snelheid van meer dan 40 kilometer per uur mee in de bedding van de Lagunilla-rivier, en verwoestte bijna elk gebouw in de toen nog bruisende stad.

Omayra

De 13 jaar oude Omayra Sánchez woonde in de wijk Santander met haar ouders Álvaro Enrique en María Aleida, haar broer Álvaro Enrique en haar tante María Adela Garzón. De moeder van Omayra was de dag voor de ramp naar hoofdstad Bogotá gereisd voor zaken.

De nacht van de ramp waren Omayra en haar familie wakker, bezorgd over vallende as, toen ze het naderende geluid van de vulkanische stroom hoorden. Na de stroom bleek Omayra vast te zitten in een kuil onder het woonhuis waar zij met haar ouders woonde. Nadat een reddingswerker de hand van het meisje uit een hoop puin had zien steken, verwijderden hij en andere eerstehulpverleners de tegels en het hout in de loop van een dag. Toen de jonge vrouw eenmaal tot haar middel was bevrijd, probeerden ze haar eruit te trekken, maar dat lukte niet.

Een optie was om het water uit het gebied weg te pompen​​ met grote pompen, waarmee lagere gebieden en kuilen steeds vol liepen en die het reddingswerk bemoeilijkten. De enige beschikbare motorpomp die daarvoor in aanmerking zou komen stond echter in Medellín, ver van de locatie, en was eigendom van EPM (Empresas Públicas de Medellín).

Een bord herinnert bezoekers aan de ruïnes van Amaro aan het feit dat de ramp inmiddels 37 jaar geleden plaatsvond. Foto: Harald Linkels

Elke keer dat iemand aan Omayra trok, in een poging om haar te bevrijden, stroomde het water om haar heen, waardoor het leek alsof ze zou verdrinken als ze weer loslieten. Reddingswerkers plaatsten vervolgens een band om haar lichaam om haar drijvend te houden. Duikers ontdekten dat haar benen vastzaten onder een deur met daarboven bakstenen. De armen van haar tante, die direct de dood vond in de modderstromen, waren daarnaast strak om de benen en voeten van Omayra geslagen

Rocargo

Bronnen verschillen over de mate waarin Omayra bekneld zat. Sommige bronnen maakten melding van het feit dat ze tot aan haar nek vastzat, maar er zijn ook anderen die melden dat ze tot aan haar middel vastzat.

Langzame dood

Ondanks haar uiterst benarde situatie bleef Omayra relatief positief: ze zong voor Germán Santa María Barragán, een journalist die als vrijwilliger op de rampplek werkte, vroeg om zoetigheid, dronk frisdrank en stemde ermee in geïnterviewd te worden. In een van de interviews die via lokale televisiestations uiteindelijk de hele wereld overgingen sprak Omayra haar laatste woorden tegen haar moeder. “Mama, als u mij hoort, wil ik dat u voor mij bidt zodat alles goed gaat.”

Soms was ze bang, bad of huilde ze. De derde nacht begon ze te hallucineren, zei ze dat ze niet te laat op school wilde komen, en noemde ze een wiskundetoets. Tegen het einde van haar leven werden haar ogen groot en rood, haar gezicht zwol op en haar handen werden wit. Op een gegeven moment vroeg ze mensen om haar te verlaten, zodat ze kon rusten. Uren later kwamen arbeiders terug met een pomp en probeerden haar alsnog te redden, maar haar benen waren gebogen in het beton alsof ze op haar knieën zat.

Even werd nog gedacht over het bevrijden van Omayra door haar benen te amputeren. Bij gebrek aan het chirurgisch team om haar te redden van de gevolgen van amputatie, waren de aanwezige artsen het erover eens dat het menselijker zou zijn om haar te laten sterven.

In totaal leed Omayra bijna drie eeuwig durende dagen lang, in totaal bijna 60 uur voor zij op 16 november 1985 rond 10 uur in de ochtend stierf, waarschijnlijk als gevolg van gangreen of onderkoeling.

Ook vandaag de dag nog plaatsen mensen tegeltjes of laten zij briefjes met handgeschreven boodschappen aan Omayra achter. Foto: Harald Linkels

Omayra’s broer overleefde de vreselijke modderstroom. Haar vader en tante niet. “Het is verschrikkelijk, maar we moeten aan het leven denken… Ik ga leven voor mijn zoon, die alleen een vinger verloor”, sprak de moeder van Omayra na de dood van haar dochter.

Frank Fournier

Het verhaal van Omayra was wellicht niet de wereld overgegaan zonder een foto gemaakt door de Fournier, die op 15 november in Bogotá landde. Fournier nam de ​​foto van Omayra in haar doodsstrijd. Hij gaf de foto “The Agony of Omayra Sánchez” mee.

Fournier beschreef de stad later als “erg angstaanjagend”, met “een vreemde stilte” onderbroken door geschreeuw. Hij zei dat hij de foto nam met het gevoel dat alleen hij “voldoende verslag kon doen van de waarde, het lijden en de waardigheid van het meisje” in zijn poging om bekendheid te geven aan de ramp en de nood aan hulpverlening, met het gevoel “machteloos” te zijn.

Het beeld trok internationale aandacht. Volgens een anonieme BBC-verslaggever “waren velen geschokt om zo intiem te zien wat er in de laatste uren van Omayra’s leven gebeurde”. Nadat de foto op Paris Match was geplaatst, beschuldigden sommigen Fournier er zelfs van ‘een aasgier’ te zijn geweest.

Symbool

Doordat het publiek via de media meeleefde met de tragiek van Omayra werd haar dood een symbool van het onvermogen van overheden om burgers na een ramp- ook daadwerkelijk te redden.

De controverse werd groter, nadat in de kranten schreven over tekorten waar reddingswerkers in Armero tegenaan waren gelopen. Vrijwilligers zeiden dat er een gebrek was aan basismiddelen zoals scheppen en snijgereedschappen. Het reddingsproces werd verder gehinderd door de grote menigte en een slechte organisatie.

De Colombiaanse minister van Defensie Miguel Uribe zei na de ramp de kritiek op de reddingspogingen te begrijpen, maar dat Colombia nou eenmaal een “onderontwikkeld land” was dat “dat soort apparatuur niet had”.

De stad Armero bestaat niet meer. De verwoeste stad is verworden tot een gedenkplaats en soort bedevaartsoord en een monument voor Omayra Sánchez.

In de hoger gelegen delen van de compleet verlaten stad, staan sommige gebouwen nog gedeeltelijk overeind. Lager gelegen gedeeltes werden compleet weggevaagd. Foto: Harald Linkels

In de jaren na de uitbarsting is Omayra Sánchez herhaaldelijk herdacht, vooral in lokale kranten zoals El Tiempo. Natuurlijk; er waren naast Omayra duizenden andere slachtoffers in Armero te betreuren. Géén daarvan heeft echter zoveel aandacht getrokken als het verhaal en de tragische dood van Omayra Sánchez. Haar verhaal komt ook nu nog regelmatig terug in muziek, verhalen en poëzie, zelfs buiten de landsgrenzen van Colombia.

In het jaar 2008 werd in Chili een punkrockband opgericht die zichzelf Omayra Sánchez noemde. Men koos de naam van Omayra om uiting te geven aan het gevoel van ontevredenheid die velen voelen over de situatie in het land.

In ‘No Morirás ‘ schrijft auteur Germán Santa María Barragán in 1994 dat van alle verschrikkingen die hij in Armero zag, “niets pijnlijker was dan het gezicht van Omayra Sánchez onder de ruïnes van haar ouderlijk huis”.

Isabel Allende schreef het verhaal ‘We Are Made Of Clay’, verteld vanuit het perspectief van een journalist die een meisje probeert te helpen dat vastzit onder de schoorsteen van haar vervallen huis. Allende schreef later: “Haar grote zwarte ogen (Omayra Sánchez), vol berusting en wijsheid, achtervolgen me nog steeds in mijn dromen.

Een stuk koepel is alles wat overbleef van de ruim 15 meter hoge kerk van Armero. Foto: Harald Linkels

Nog steeds actief

Volgens het Colombian Volcanic Surveillance Center is de Nevado del Ruiz-vulkaan nog altijd actief. Het smelten van slechts 10 procent van het ijs zou modderstromen kunnen veroorzaken met een volume van wel 200.000.000 kubieke meter – vergelijkbaar met de modderstroom die Armero in 1985 verwoestte. Zulke vulkanische stromingen kunnen tot 100 kilometer ver langs de rivierdalen voortstromen, in amper een paar uur tijd. Schattingen tonen aan dat meer dan 500.000 mensen in Combeima, Chinchiná, Coello-Toche en de Guali-vallei risico lopen, waarvan 100.000 inwoners als hoog risico worden beschouwd.

Langzaam maar zeker herclaimt de natuur de resten van de ooit levendige stad. Foto: Harald Linkels

Om een ​​herhaling van een dergelijke ramp te voorkomen, heeft de Colombiaanse regering het National Disaster Preparedness Office opgericht, nu bekend als het ‘Directoraat voor rampenpreventie’.

Reisinformatie

Wie Armero wil bezoeken rijdt in ongeveer 4 uur vanuit hoofstand Bogotá naar het dorp Honda, of het iets verder gelegen dorp Mariquita in de provincie Tolima. Vanuit Mariquita is het ongeveer 20 minuten rijden naar Armero. De wegen zijn goed. Ook met de bus zijn Tolima en Honda goed te bereiken. De prijs voor een busrit ligt rond de 10 dollar voor een enkele rit.

Vooral in Honda, dat vaak wordt genoemd als één van de tien mooiste dorpen in Colombia, is er volop hotelaccomodatie. De prijzen liggen, met tussen de 20 en 30 dollar per nacht, erg laag.

Deel dit artikel