Geschiedenis

De wereld van dichter en poëet ‘Nene’ Provence

Nene Provence, hier gefotografeerd door Bòi Antoin in het kantoor van persfotograaf Herbert Cicilia. De uitdagende poster op de muur kon Provence, die heel Bonaire rond ging om mensen warm te maken voor zijn veelal vrome doelen, dan ook niet worden aangerekend.

Geschreven door Hubert Linkels

Bewerkt door Harald Linkels

“Als deze dichterlijke vrijmoedige figuur zijn zinnen ergens op heeft gezet, gaat hij niemand uit de weg en benadert hij iedereen”. Dat was de lijfspreuk van José Cornelio Provence, schrijver, dichter en grote promotor van de legendarische Venezolaanse arts voor de armen, José Gregorio Hernandez.

‘Nene’ zoals hij gewoonlijk werd genoemd was een bescheiden mens die wel veel vrienden had, maar toch enigzins eenzaam rondwaarde in een harde wereld, waarin hij zijn eigen wereld schiep. Dat wilde niet zeggen dat Nene zich onttrok aan de gemeenschap. Verre van dat. Hij trachtte veelal de mensen de oversteek te laten maken naar zijn wereld.

Nene Provence was ongetwijfeld in ‘zijn’ wereld, maar ook in de mensenwereld de grootste vereerder van de Venezolaanse arts. Hij liet geen enkele mogelijkheid voorbij gaan om te pleiten voor diens zaligverklaring. Op Bonaire was José Hernandez ook al uitgeroepen als beschermer van de armen, evenals het geval was op Curaçao, Aruba en uiteraard ook Venezuela. De arts stond wel degelijk hoog aangeschreven bij de bevolking. Vanaf de tijd dat Hernandez op 29 juni 1919 door een auto-ongeval het leven liet, hadden op de Benedenwindse eilanden en in Venezuela vereerders van de geliefde arts in hun auto een bengelend beeldje van Hernandez aan hun achteruitkijkspiegel hangen.

De door Nene Provence ter ere van dr. José Gregorio Hernandez gebouwde kapel, kan ook vandaag de dag nog gewoon worden bezocht. Foto: Harald Linkels

Er was echter geen grotere bewonderaar van José Hernandez dan Nene Provence, die zijn leven letterlijk in dienst had gesteld voor de zaligverklaring van de dokter. Hoewel er sprake was geweest van een zaligverklaring, is dat er nooit van gekomen. Om die reden, besloot Nene Provence zich daarvoor opnieuw in te zetten.

 Wilhelmina

Ondanks zijn dagelijkse werk besteedde Nene Provence zijn vrije tijd praktisch geheel aan de door hem zo vurig gewenste zaligverklaring van de arts. Hoewel heel bescheiden, was Nene niet erg geduldig. Hij aarzelde ook niet om bij de autoriteiten op Bonaire, Curaçao en Venezuela zijn ongeduld over het uitblijven van de zaligverklaring kenbaar te maken. Dat deed hij ook bij de Heilige Vader in Rome. Zonder enige schroom benadrukte Nene in zijn brief aan de Paus dat hij de Heilige Vader dringend verzocht om nu toch eens enige spoed te betrachten bij de gewenste zaligverklaring van José Hernandez. Nene Provence was in zijn contact met de Paus even onbevangen als in de tijd toen hij besloot aan de toenmalige Koningin Wilhelmina, vorstin der Nederlanden, een brief te schrijven om Hare Majesteit vooral te attenderen op het gemis van een brievenbesteller op het eiland Bonaire. Voor alle zekerheid bood Nene dan ook gelijk zichzelf aan bij Hare Majesteit voor de openstaande functie. Wat anderen niet lukte, lukte Nene wel. Hij kreeg op zijn onbevangen brieven zowel van de Paus als van Koningin Wilhelmina wel degelijk een schriftelijk antwoord, zij het dat geen van beide verzoeken gehonoreerd werden.

Schilderij van dr. José Gregorio Hernandez. Hernandez wordt in grote delen van vooral Venezuela, nog altijd ten zeerste vereerd. Er zijn diverse ‘wonderbaarlijke genezingen’ aan hem toegeschreven.

Het leven van Nene werd behalve door zijn gezin, vooral bepaald door drie levensidealen die ogenschijnlijk geen enkel raakvlak met elkaar hadden: De Venezolaanse arts José Gregorio Hernandez, zijn vroegere werk als brievenbesteller en tenslotte zijn literaire aspiraties als dichter en schrijver. Nene verweefde de drie idealen in zijn gedachten. Dat was bij gesprekken met Nene wel eens lastig, want hij sprong van de hak op de tak en besprak zijn idealen zelden los van elkaar. Voor een zinvol gesprek met Nene moest je wel als gesprekspartner de achtergrond van zijn bezieling kennen, want hij zelf maakte geen enkel onderscheid of scheiding tussen zijn werk en zijn hobby. Nu was dat niet een echt probleem, want Nene had de gave en vooral ook het doorzettingsvermogen om zijn wensen en ideeën met iedereen te delen

Venezuela

Wie was die opmerkelijke José Cornelio Provence die op 15 september 1922 werd geboren in het plaatsje Arca in de Venezolaanse staat Yaracuy? Zijn vader was een Bonaireaan die net als zoveel andere Antillianen werk zocht in het grote buurland. Zijn moeder was van Venezolaanse afkomst en oomzegger van de toenmalige president Cipriano Castro en zijn broer, de aartsbisschop Juancho Castro. Nene had dus een uitstekende achtergrond in Venezuela, maar beschouwde Bonaire als zijn tweede vaderland. Later woonde Nene nog wel enige tijd in zijn geboorteland, maar hij vond zijn werk op Bonaire, waar hij meer dan 25 jaar postbode was geweest en daar ook zijn pionierswerk verrichtte, van een groter belang dan de gemiddelde Bonaireaan besefte. Het merendeel van de geïmporteerde Nederlanders op eiland had geen enkele band hadden met de enigszins excentrieke aandoende postbode. Dat was trouwens de Nederlanders niet te verwijten. Nene sprak wel Nederlands, maar dat was uitermate moeilijk te volgen. Zijn Papiaments trouwens evenzo.

Drie mensen stonden heel hoog in het vaandel bij Nene. Bankdirecteur Evert Piar, de apotheekhouder Rosemarie Abraham-Nicolaas, dochter van de erudiet Carlos Nicolaas die op Bonaire geëerd werd als de belangrijkste dichter van het eiland en ik zelf als journalist, maar ook als directeur van de school waar zijn oudste dochter les kreeg. Alle drie konden we profiteren van de kunstzinnige Nene die heel handig was met de figuurzaag. Wie daarvoor in aanmerking kwam, en dat waren er niet veel, kreeg van Nene een fraai uitgezaagde spreuk. Een van die kunststukjes was tot nog niet zo lang geleden te zien in de wachtkamer van Botica Bonaire.

Pietje

Nene was niet zomaar een brievenbesteller, die de brief door de gleuf van de brievenbus liet glijden. Geen sprake van. Brievenbussen waren er niet eens op Bonaire. Later was er meestal een houten bakje waarin de post gedeponeerd kon worden of soms onder een flinke steen die belette dat de brieven wegwaaiden. Brieven bezorgen werd later een gezegend werk voor José Provence. Op het slaperige, rustieke Bonaire werden 50 jaar geleden trouwens geen brieven bezorgd, maar uitgedeeld. Als Nene daarover vertelde, vergat hij de tijd.”Bonaire had één brievenbesteller en dat was Pietje Silié”, vertelde Nene dan. Er zonder meer van uitgaande dat zijn toehoorder wist, wie Pietje Silié was. “Toen Pietje dood ging meneer, Bonaire had geen brievenbesteller meer. De mensen kwamen bij de deur van het postkantoor op de stoep zitten. Als hun naam afgeroepen werd, kregen ze een brief. Soms zaten mensen wel twee uur te wachten. Zo was het meneer. Hij was een oude man, hij liep met een zak brieven op zijn rug. Hòmber, deze man ik vecht voor hem’’.

Op momenten zoals deze raakte Nene volledig in vervoering. Hij sprak daarbij vaak zo vlug, dat de helft van de woorden ingeslikt werd. Nene wist in al zijn eenvoud precies waar hij het over had, vaak in tegenstelling tot zijn toehoorder. Toch was elk gesprek met Nene zinnig. Nu ging het over zijn voorganger Pietje Sillé, waar Nene een enorme bewondering voor had. Voor Nene was Silié vrijwel gelijk aan de eerste mens op aarde, nog vóór Adam.”Skuch’ami bon meneer, ik ga binnenkort hier een borstbeeld voor hem oprichten. Deze man was de vader van de moeder van Ramonsito Booi. Ken je Ramonsito? Nou Pietje was zijn grootvader. Op 4 december is deze man gestorven en nooit meer daarna hebben ze de naam van deze man genoemd. Hij was brievenbesteller. Schrijf het op mijnheer, over zijn leven. Bèrdat meneer. Hòmber meneer, Pietje hij was een goede man ‘’.

Als Nene iets niet beviel, dan maakte hij er werk van. Nu hij zag dat Pietje Silie naar zijn mening niet op de juiste waarde werd geschat, zorgde Nene wel voor de gewenste aandacht. In dit geval schreef hij een brief aan het aan het bestuurscollege. Naar zijn mening was het College niet meer dan verplicht om geld beschikbaar te stellen voor een standbeeld voor deze eerste postbode op Bonaire. Nene was verontwaardigd over het feit dat de ‘hende grandi’, die al een leeftijd hadden bereikt van boven de tachtig, zo gauw vergeten werden. Aan hem zou het niet liggen want ook de naamgeving van de Hellmundweg langs de baai van Kralendijk en genoemd naar Charles Hellmund, was een initiatief van Nene Provence. Zo ook kreeg hij het geld bijeen voor het borstbeeld van dr. José Gregorio Hernandez. Nene Provence sprak de naam van de Venezolaanse arts altijd in de volle lengte uit. Heel officieel in het bijzijn van burgerlijke en kerkelijke autoriteiten van de andere eilanden, werd tijdens een misviering het borstbeeld José Hernandez door de toenmalige pastoor ingewijd, in het bijzijn van vele Hernandez vereerders uit Curaçao en Aruba.

Stempel

Hoe eenvoudig Nene Provence ook was, nooit zou hij stoppen, wanneer hij een doel voor ogen had. Hij kreeg niet voor niets in 1979 de medaille van Oranje Nassau in zilver. Hoewel Hernandez op Bonaire en Curaçao veel bewonderaars had, liep dat ver achter bij de bijna fanatieke devotie die Nene voor de Venezolaanse arts had. Vooral in de tijd dat Nene nog als postbode werkte en aan het eind van zijn carrière als assistent hoofd brievenbesteller, gaf hij zoveel mogelijk bekendheid aan het werk van deze dokter der armen. Nene verspreidde dagelijks een door hem zelf gemaakt gebed over de arts en deelde dan ook constant diens levensbeschrijving uit. Hij deed dat in de vier talen die op Bonaire werden gesproken: Nederlands, Papiaments, Engels en Spaans. Elke brief die het postkantoor van Bonaire verliet werd door Nene persoonlijk afgestempeld met de beeltenis van de arts. Ook de straat waar Nene in de wijk Antriol woonde werd naar de arts vernoemd. Een groot aantal gedichten van de hand van Nene zijn uiteraard gewijd aan ‘zijn‘ dokter. Nene heeft ze gebundeld in een boekje, voorafgegaan door een litanie en een noveen. Nene liep daarmee vooruit op de beslissing van de zaligverklaring die hij zonder meer vanuit Rome verwachtte.

Nene Provence kreeg voor elkaar dat de weg, die voor de Botica Korona loopt naar achter in Antriol, naar de door hem zo aanbeden arts is genoemd. Foto: Harald Linkels

Nene schreef ook gedichtenbundels, die misschien de toets van de literaire kritiek niet konden doorstaan, maar het waren wel vier bundels die Nene ongetwijfeld met grote bezieling had geschreven en die ook gelezen werden. Hij schreef ook een achttal Spaanse en Papiamentstalige gedichten ook evenveel gedichten in zijn ‘ Venezuela Patria Querida’ en nog eens acht Papiamentstalige gedichten in ‘Centro Peregrinos Recuerdo’ en tot slot ook het ‘Dushi Recuerdo’ over de wijkcentra op Bonaire.

Nene schreef behalve gedichten ook enkele novela’s. En van zijn bekendste was de roman ‘E carta di amor’, de liefdesbrief. Het verhaal werd gepubliceerd in ‘La Union’ een wekelijkse uitgave van de Curaçaose Rooms Katholieke Volksbond. Nene droeg de novela op aan zijn vrouw Cecilia Provence Selberie, zijn kinderen, zijn ouders en vrienden.

Bijna 29 jaar diende Nene zijn tweede vaderland Bonaire als brievenbesteller.”Ik heb aan iedereen die op Bonaire woonde wel eens een brief gebracht’’ zei Nene trots. “Soms een brief om troost te brengen, maar ook liefdesbrieven en brieven die droefenis brachten. Nooit zal ik de dagen vergeten dat ik op mijn fiets de brieven van jongemannen aan hun meisjes bracht ‘’.

Nene Provence, de zondagsschilder onder de dichters had geen enkele literaire opleiding genoten –zoals trouwens evenmin het geval was met meerdere Bonaireaanse poëten. Nene was autodidact in poëzie. Hij schreef zijn gedichten, zonder zich te storen aan dactylus dan wel aan anapest of enige andere dichtvorm. Dat waren versvoeten die hij niet eens kende; zelfs nog nooit van gehoord had. Nene schreef zijn poëzie onveranderlijk vierregelig met gebruik van kapitalen als hij de lezer met nadruk wilde overtuigen van zijn innerlijke bewogenheid. De gedichten van Nene kwamen uit het diepste van zijn hart, zij het dat het scala van onderwerpen beperkt bleef tot zijn eigen levensmilieu, zoals bijvoorbeeld het gedicht van “Een arme postbode”.


Gedicht geschreven door Nene Provence

Nene was een tevreden, maar bovenal een gelukkig mens met zijn drie kinderen: Eugène en José Gregorio, genoemd naar de door hem bewonderde arts en zijn knappe dochter Emely. Nene was ook trots op zijn familienaam die uit 1780 stamde. Het was bijna vanzelfsprekend dat hij dan ook zijn eigen familiewapen ontwierp, met daar dwars overheen de achternaam Provence in hoofdletters. In zijn bundel ‘Dushi Recuerdo’ Mooie Herinnering, beschrijft Nene zijn familiewapen. Hij vond trouwens dat elke rechtgeaarde mens trots moet zijn op zijn familienaam. Hij raadde dan ook iedereen aan om zijn idee na te volgen en een eigen familiewapen te ontwerpen. Nene was er de mens niet naar om zijn zaken er met een Jantje van Leiden van af te maken. Niet alleen het ontwerp van zijn familiewapen maakte hij wereldkundig, maar elk symbooltje werd door hem ook nog eens uitvoerig beschreven en toegelicht.

Druk

Het borstbeeld voor Pietje Silié heeft Nene nooit kunnen verwezenlijken, maar er werd wel een straat genoemd naar Pietje Silié. Een straat die parallel loopt aan de belangrijke Abraham Boulevard. Ook na het bereiken van zijn pensioengerechtigde bleef Nene actief. Hij moest wel, want hij had een druk bestaan. Naast al zijn dichterlijke activiteiten moest Nene ook tijd vrij maken voor het bijwonen van vergaderingen. Nene was voorzitter van het Comité Iglesia La Virgen de Coromoto, ex-voorzitter van het Legion de Maria, secretaris van Sociedad Bolivariana de Bonaire, voorzitter van het Comité pa Construccion Busto Hernandez, voorzitter van Oprichting Buste Pietje Silié, voorzitter van het Comité José Gregorio Hernandez en secretaris van het Relikwi di Coromoto.

Altaar met verschillende beeltenissen van de inmiddels zaligverklaarde José Gregorio Hernandez. Dat de arts ook vandaag de dag nog populair is blijkt wel uit het feit dat beeldjes van hem gewoon op Amazon.com kunnen worden besteld. Foto: Harald Linkels

Nene Provence, de vrijmoedige dichterlijke figuur van Bonaire, had zijn eigen wereldje op Bonaire geschapen. In de Kaya José Gregorio Hernandez kan nog steeds de kapel bezocht worden die Nene voor zijn Venezolaanse dokter heeft gebouwd. Nene Provence werd 79 jaar oud. Hij werd onder grote belangstelling op 3 augustus 2002 begraven op de Rooms Katholieke Begraafplaats te Kralendijk Bonaire.

Nene Provence was een opmerkelijke man en een goed mens. Zoals hij was er maar één op Bonaire.


Dr. José Gregorio Hernandez zal op 30 april 2021 in de Venezolaanse hoofdstad door de Rooms Katholieke Kerk zalig (niet heilig) worden verklaard voor zijn werk voor de armen in Venezuela. Iets, waar velen, waaronder Nene Provence, zich bijna een eeuw lang inzetten. Het verschil tussen een zalige en een heilige is dat een zalige een betekenis heeft voor een bepaald bisdom, een bepaalde regio of congregatie, terwijl een heilige betekenis heeft voor de gehele wereldkerk.

Deel dit artikel