Kralendijk- Cityshop op Bonaire houdt, na ruim 25 jaar, op met het verstrekken van kredieten aan consumenten voor de aankoop van witgoed en mueubilair. De bepalingen van toezichthouder Autoriteit Financiele Markten (AFM) wegen zo zwaar dat het verkopen van artikelen op kredit simpelweg geen haalbare kaart meer is. Dat zei Cityshop-eigenaar Hamoudi Dabboussi vandaag (maandag) tijdens een door hem bijeengeroepen persconferentie.

Volgens Dabboussi begonnen de problemen met de kredietverstrekking na 10/10/10. “Zoals iedereen weet werkte men vroeger op onze eilanden met het zogenaamde ‘bonnen’-systeem. Hierbij kochten afnemers een bon bij de verstrekkers van deze bonnen en kochten daarmee een koelkast of een televisietoestel. De consument was verantwoordelijk voor het aflossen van de betalingen uit de uitgever van de bonnen en daarmee was de kous af”, zegt Dabboussi.

Aangemerkt als financiële instelling
De situatie veranderde met de nieuwe status van het eiland als bijzondere gemeente van Nederland. Het bonnen-systeem werd niet langer houdbaar geacht en Cityshop, die voortaan zelf kredieten zou gaan verstrekken, kwam onder toezicht te staan van de AFM. “Opeens werden we aangemerkt als een financiële instelling”, zegt Dabboussi daarover.

Volgens de ondernemer bleef het daar niet bij, maar werden de eisen door de toezichthouder steeds verder aangescherpt. Volgens Daboussi wegen de kosten die komen kijken bij kredietverlening, simpelweg niet meer op tegen wat ermee wordt verdiend. “Om per saldo een bedrag van 35 dollar aan krediet te verdienen, moeten mijn klanten een hele papierwinkel overleggen en moeten wij een ‘compliance officer’ in dienst hebben, die toezicht houdt op het proces en de verstrekte kredieten”. Dabboussi zegt lang te hebben volgehouden, maar nu toch de handdoek in de ring te gooien.

“Het ergste vind ik dat de consumenten mij er persoonlijk op aankijken” zegt Dabboussi in de bijeenkomst met de pers.

Volgens de ondernemer krijgt hij van klanten vaak de vraag te horen of hij te groot of te belangrijk is geworden om nog zaken met hen te doen. “Dit zijn mensen die vaak meer dan 20 jaar hun spullen bij mij kochten. Wij speelden de rol van financier van de kleine man, die niet makkelijk elders terecht kon voor een lening. Mijn klanten denken dat, nu het bedrijf is gegroeid en wij in een groot gebouw zitten, zij te min voor ons zijn geworden. Niets is minder waar”.

Volgens de ondernemer wegen de verdiensten met het verstrekken van consumptief krediet niet langer op tegen de kosten die het toezicht van de AFM met zich meebrengt. “We verdienen er per saldo een habbekrats aan en hebben er niets dan ellende van. Het lijkt op papier misschien allemaal mooi, maar men moet niet vergeten dat je als kredietverstrekker ook een kredietrisico loopt. Als je dat erbij betrekt, is het helemaal niet meer de moeite waard”, aldus Dabboussi.