Door René Zwart©

Den Haag – De politie in Caribisch Nederland krijgt hoogstwaarschijnlijk ruimere mogelijkheden om DNA-technieken te gebruiken bij het opsporen van misdrijven. Dat blijkt uit het antwoord van minister Ferd Grapperhaus van Justitie en Veiligheid op een vraag van het Tweede Kamerlid Maarten Groothuizen (D66).

Op Bonaire, Sint Eustatius en Saba bestaat anders dan in Europees Nederland geen wettelijke grondslag voor het afnemen van celmateriaal voor de uitvoering van een DNA-onderzoek bij veroordeelden. In 2010 is er van af gezien de Wet DNA-onderzoek van toepassing te verklaren op de BES-eilanden. In plaats daarvan is het verouderde Wetboek van Strafvordering van de Nederlandse Antillen gekopieerd en tot Wetboek van Strafvordering BES verklaard.

Het gevolg is dat de politie uitsluitend de mogelijkheid heeft om bij verdachten celmateriaal af te nemen. ,,Aangezien de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden een belangrijk middel is gebleken voor het opsporen van strafbare feiten zie ik het belang van de invoering van deze wet voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba”, constateert Grapperhaus.

De minister zegt toe op korte termijn met bestuurders en uitvoerders op de eilanden te overleggen ,,om te kunnen beoordelen of het inderdaad wenselijk en haalbaar is de Wet DNA-onderzoek in te voeren.”

Minister: BES-korps blijft ‘vooralsnog’ zelfstandig

Grapperhaus voelt er niets voor het Korps Politie Caribisch Nederland onder strategisch beheer van de Nationale Politie te brengen. CDA-Kamerlid Chris van Dam had dat gesuggereerd. ,,Het KPCN is een zelfstandig politiekorps van beperkte omvang dat wat betreft capaciteit en materiaal ingericht is op het uitvoeren van de basispolitietaken met een beperkte vorm van specialisatie. Door goede (regionale) samenwerking kunnen de onvermijdelijke leemtes in de organisatie worden opgevangen.”

De minister stelt dat er daarom voor hem ‘vooralsnog’ geen aanleiding is het korpsbeheerderschap van het KPCN aan de Nationale Politie over te dragen. Wel is hij met de leiding van de Nationale Politie in overleg over de vraag op welke manier KPCN gebaat kan zijn bij nauwere samenwerking met de Nationale Politie op het gebied van de bedrijfsvoering, bijvoorbeeld bij het gezamenlijk aanschaffen van materieel.

Grapperhaus maakt zich, zo schrijft hij, geen zorgen over het aantal agenten dat jaarlijks het BES-korps verlaat. ,,Op een formatie van 151,5 fte hebben in de jaren 2015, 2016 en 2017 respectievelijk 4, 8 en 8 medewerkers de dienst verlaten. De redenen voor vertrek zijn in de meeste gevallen bekend en varieerden van remigratie (1 naar Curaçao en 6 naar Nederland) tot ‘een andere uitdaging op Bonaire gevonden (5)’ tot pre-pensioen (1) en het niet verlengen van een contract (1). De hoogte van deze uitstroom vind ik niet zorgwekkend, evenmin als de opgegeven redenen daarvoor.”