Tweede Kamer wil graag meer lokale productie zien
Door Harald Linkels
Kralendijk- De leden van de Vaste Kamercommissie Koninkrijksrelaties willen graag meer aandacht voor lokale productie op de eilanden en dan met name landbouw en veeteelt. Dat bleek deze week in het debat dat de Kamerleden hadden met Minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksaangelegenheden (BZK) en staatssecretaris Jetta Kleinsma van Sociale Zaken en werkgelegenheid (SZW).
Het debat had eigenlijk betrekking op de situatie rondom de pensioenen op de eilanden, vooral van hen die aangesloten zijn bij het Pensioenfonds Caribisch Nederland (PCN), en het in te voeren sociaal minimum op de eilanden.
Zowel de Kamerleden als de bewindslieden maakten gebruik van het debat om ook uitstapjes te maken naar andere onderwerpen die op de eilanden spelen, met name de orkaanschade op St. Eustatius en Saba, maar ook naar zaken zoals armoede, koopkracht en het lokale prijspeil.
De Kamerleden zagen in meer lokale productie ook een manier om de hoge prijzen terug te helpen dringen. Collegaminister Henk Kamp van Economische Zaken informeerde de Kamer deze week ook over een prijzenonderzoek dat zijn Ministerie op de eilanden had laten uitvoeren. Kamerlid Bosman (VVD) vroeg aan de minister of er niet meer gedaan kon worden aan het stimuleren van de lokale productie. Bosman kreeg in zijn verzoek bijval van de andere leden van de Kamercommissie.
Minister Plasterk gaf toe dat het met die lokale productie nog niet zo wou vlotten. De minister zag daarin vooral een verband met het negatieve imago dat werken in de landbouw op de eilanden zou hebben. “In mijn gesprekken met de mensen op de eilanden valt op dat er een negatief imago kleeft aan het werken in de landbouw”, aldus Plasterk. Volgens Plasterk associëren veel mensen werk in de landbouw nog steeds aan het slavernijverleden en wordt een baan in de landbouw, mede daarom, volgens de minister vaak gezien als een baan die je niet echt moet willen ambiëren.
De Kamerleden vroegen minister Plasterk desalniettemin na te denken over maatregelen die lokale productie verder zou kunnen stimuleren, zoals bijvoorbeeld het verlenen van subsidies. De minister gaf daarop aan dat hij zich nogmaals zou buigen over de mogelijkheden de lokale productie in de vorm van landbouw en veeteelt een impuls te geven.