Szabó wacht op groen licht voor onderzoek corruptie eilanden
DEN HAAG – Staatssecretaris Zsolt Szabó wacht op een reactie van Transparency International voordat hij verdere stappen onderneemt om de integriteit en corruptie in de Caribische delen van het Koninkrijk te laten onderzoeken.
Tijdens een online ontmoeting met de pers gaf Szabó aan dat hij gesprekken heeft gevoerd met vertegenwoordigers van Transparency International over de mogelijkheden om corruptie te monitoren in de Caribische gebieden. Deze gesprekken kwamen tot stand na vragen vanuit het parlement, ingediend door Peter van Haasen van de Partij voor de Vrijheid (PVV).
Volgens Szabó bespraken de gesprekken de criteria die Transparency International hanteert bij hun onderzoeken. Hij benadrukt dat hij eerst op een officieel antwoord van de organisatie wacht om te weten in hoeverre deze een dergelijk onderzoek in het Caribische deel van het Koninkrijk kan uitvoeren, rekening houdend met de eigen wetgeving en verantwoordelijkheden van de eilanden.
Zolang deze reactie uitblijft, wil Szabó geen verdere stappen zetten of gesprekken aangaan met de regeringen van Curaçao, Aruba en Sint Maarten over het onderwerp. “Goed bestuur verdient meer aandacht,” aldus Szabó. Hij benadrukte dat het aan de eilanden zelf is om aan te geven hoe zij met deze kwesties om willen gaan. Nederland blijft steun en hulp bieden aan de ‘tijdelijke werkorganisatie’, maar volgens Szabó kan Nederland niet overal meteen bijspringen als er een gebrek aan capaciteit is.
Szabó gaf verder aan dat Transparency International het Koninkrijk der Nederlanden hoog inschat wat betreft integriteit, maar dat de Caribische eilanden niet zijn opgenomen in deze beoordeling. Hij stelt dat dit een aandachtspunt is dat hij met de organisatie wil bespreken om ook de Caribische gebieden van het Koninkrijk hierin mee te nemen.
Van Haasen diende zijn vragen in bij de staatssecretaris op 11 september. De PVV-politicus vroeg Szabó of hij zich bewust is van de politieke instabiliteit en wijdverbreide corruptie in de autonome landen van het Koninkrijk. Daarnaast wilde Van Haasen weten of Szabó een rol ziet voor de Nederlandse overheid om, volgens dezelfde criteria als Transparency International, corruptie en integriteit in deze landen te monitoren.