RIVM: bestaande covid-surveillance handhaven op de eilanden vanwege minder zicht op viruscirculatie
DEN HAAG – Het handhaven van COVID-19-specifieke maatregelen is niet proportioneel voor Caribisch Nederland. Wel wordt – gezien de kleinschaligheid en beperkte zorgcapaciteit – in het advies van de RIVM gewezen op de kwetsbare medische situatie op de eilanden, alsmede de beperkte mogelijkheden voor surveillance. Het RIVM adviseert om de bestaande surveillance te continueren en waar mogelijk te versterken.
De medische en epidemiologische covid-situatie in het Caribisch deel van het Koninkrijk komt grotendeels overeen met de huidige situatie in Europees Nederland. Ook voor de eilanden geldt dat de circulerende varianten, in combinatie met de aannemelijk breed opgebouwde immuniteit, niet langer leiden tot een hoge ziektelast in de bevolking.
Testadvies
Maar de eilanden beschikken (nog) niet over rioolwater-surveillance of een Infectieradar, waardoor minder zicht is op de mate van viruscirculatie. Ten opzichte van Europees Nederland wordt daarom afwijkend geadviseerd aangaande het loslaten van het testadvies.
In het kader van surveillance blijft het advies om voldoende personen met klachten die passen bij een luchtweginfectie te testen door middel van PCR, en kiemsurveillance door middel van steekproeven van positieve PCR-monsters in stand te houden op de eilanden.
De Nederlandse minister van Volksgezondheid heeft besloten het advies op te volgen om de bestaande
surveillance te continueren in Caribisch Nederland en zal hierover met het RIVM en de Openbare Lichamen in overleg treden.