Nieuws van Bonaire

Auke op zondag: Van Fryslân Oerein en de UPB

De merkwaardige teksten die de UPB verzonnen had om de snor te drukken in deze verkiezingstijd door niet in te gaan op verzoeken voor een interview bijvoorbeeld, deden me denken aan een beweging die lang geleden op het Friese platteland een voet tussen de deur probeerde te krijgen.

Net als de UPB nu weigerde de Fryslân Oerein-beweging indertijd interviews met het argument dat haar lijstrekker zich niet goed in het Nederlands uit kon drukken. Wat ik raar vond, want de lijstrekker was een vroegere buurman die ik toch vaak Nederlands had horen spreken.

Het gebruik maken van taal als argument in het politieke debat is voorbehouden aan gebruikers van een minderheidstaal. Als je het een beetje handig aanpakt, kun je er verschillende onderwerpen mee op scherp zetten.

Een jaar of vijftien was ik toen in het dorp een bijeenkomst werd gehouden van de Fryslân Oerein-beweging. Een week eerder waren in het dorp affiches geplakt met de oproep om het Friese hart te laten spreken.

Twaalf dorpsbewoners hadden de weg naar het zaaltje achterin café Het gekroonde Hert weten te vinden. Achter een tafel zaten vier mannen. Twee Friese vlaggen waren op het rode gordijn geprikt, zachte accordeonmuziek liet vertrouwde deuntjes horen.

Eén van de mannen opende de bijeenkomst met het voorlezen van een gedicht dat niemand begreep. Het bleek Oud-Fries te zijn, maar wat ook een rol speelde was dat spreker nerveus was en nogal snel en binnensmonds sprak.
‘Kan het niet wat rustiger?’, vroeg buurman Feenstra dan ook halverwege.

De volgende spreker bleek de voorzitter van de beweging in oprichting. Hij hield de aanwezigen voor dat het tijd werd dat het Friese volk zich niet langer liet knechten, dat de maat was vol. Weg met het Hollandisme, weg het onderdrukkende en manipulerende gedrag van de Hollandse overheid. ‘Laat die Hollanders niet hun vieze neus in ons mooie land komen snuiten’, was één van de leuzen die op instemmend gemompel kon rekenen.

Vol vuur vertelde de man over Kneppelfreed, over de strijd die gevoerd moest worden, over gemiste kansen.
‘Moeten we niet stoppen met zeuren en klagen?’, vroeg hij.
Dat viel verkeerd bij de oude Hamstra.
‘Hoezo? Heb je me ooit horen zeuren?’, onderbrak hij de spreker.
De spreker stelde Hamstra gerust: ‘Ik bedoelde het retorisch.’
‘Wat heeft de kerk ermee te maken?’, vroeg Hamstra verbaasd.

Van de beweging is na die avond niet veel meer vernomen.

Deel dit artikel