Jannet Butter op 1e Kerstdag: Het Kerstboompje 1
Meriam zit op de versleten bank in de kamer. De bank, die ooit haar trots was. En bijna als eerste in de zeecontainer verdween toen zij en Tony terug keerden naar Bonaire. Bijna. Want het eerste dat zorgvuldig was ingepakt, was het kerstboompje. Helemaal opgetuigd zoals hun kleine dochter Gina dat had gedaan toen zij het boompje kreeg. Ze denkt terug aan die Sinterklaasavond. Zoveel jaren geleden nu. Aan het eind van pakjesavond was er altijd het ‘finale cadeau’. En dat jaar was het een klein kunstkerstboompje geweest. Gina had het boompje zorgvuldig opgetuigd. En ieder jaar in januari had zij het boompje volledig opgetuigd opgeborgen. ‘Lekker makkelijk, mamma,’ had zij haar actie uitgelegd. Om het boompje de volgende decembermaand weer in ere te herstellen op haar bureau. Het noodlot sloeg toe. Na een tragisch ongeval was Gina overleden. De eerste Kerst na haar overlijden, had Meriam de kleine kerstboom voorzichtig uit de verpakking gehaald. En neergezet precies zoals Gina het opgetuigd had. Jaar in, jaar uit volgde hetzelfde ritueel.
Tony en Meriam hadden in Nederland alles verkocht en gingen terug naar hun geliefde eiland. Dat ze ooit verlaten hadden. Om in Nederland te gaan studeren. Daar waren ze elkaar tegen gekomen. En hun leven samen begonnen. Met het doel kennis te vergaren en dan zo snel het kon terug te gaan. Ze bouwden een huis op een eigen stukje grond, net buiten Kralendijk. Niet groot allemaal, maar dat hoeft ook niet. Ze hadden ook geld nodig om hun bedrijf te starten. Constructiewerk. Dat deed hij in Nederland ook. Dus was er wat dat betreft geen nieuws onder de tropenzon. Tony werd eigen baas. ‘Directeur’ noemde Meriam het trots. En zij zou de administratie gaan doen.
De eerste jaren ging het voorspoedig. ‘Meriam,’ zei Tony op een dag, ‘ik denk dat ik het alleen niet meer red. Ik heb hulp nodig.’ Meriam had geknikt. Zeker met de nieuwe opdracht was het voor Tony alleen ondoenlijk geworden. Dus had Meriam zich verdiept in de regels en wetgeving rondom personeel op Bonaire. Tony was zijn voelhorens uit gaan steken om aan goed personeel te komen. Iets wat nog een hele klus zou blijken te worden. Maar ook daar slaagde hij in. Met meer personeel kwamen er meer zorgen. Want niet iedereen had dezelfde arbeidsmoraal als Tony. Er verdwenen materialen. Soms een stuk gereedschap. ‘Heeft iemand iets gezien?’ had Tony gevraagd. Maar iedereen zweeg. ‘Wat zal ik doen met Mario?’ vroeg Tony op een goede dag aan Meriam. Mario had zijn eerste tijdelijke contract uitgediend. En was een goede werknemer. Altijd op tijd aanwezig, stug doorwerken en nooit ziek. ‘Dat lijkt mij niet moeilijk,’ had Meriam geantwoord. ‘Een betere kun je niet krijgen.’ En om zijn vertrouwen in Mario extra kracht bij te zetten, had Tony hem direct een vast contract. Mario had haast huppelend de werkvloer verlaten. Om de volgende dag gelijk twee uur te laat te verschijnen. Dat was nog nooit gebeurd. De verklaring was simpel. ‘Ik heb het gisteravond gevierd. En ben een beetje dronken geworden.’ Ach ja, dat kan gebeuren. Het was niet bij dit incident gebleven…….
Jannet Butter is schrijfster van verhalenbundels over Bonaire: De Knoek heeft duizend ogen, Flamingo’s op brood, De Leguanenvanger en The Ghost of Washikemba.
Verkrijgbaar bij: Addo’s bookstore, Bruna, The Cadushy Distillery, Delfins Beach Resort Bonaire, MG Bonaire en Van den Tweel Supermarkt.