Nieuws van Bonaire

Column Deel 21 Hé zus, jij hebt makkelijk praten

Column Deel 21 Hé zus, jij hebt makkelijk praten
Tekening door de Arubaans/Bonairiaanse Naiguata Sativa Winklaar (18 jaar)

Je kunt de wederzijdse genegenheid van twee mensen niet afmeten aan de hoeveelheid woorden die ze wisselen.MIlan Kundera, Tsjechische schrijver 1929

Hé zus, 

Rocargo

Ik sprak vandaag mijn 10-jarige buurmeisje Mariengela. Ze was  op de onverharde, hobbelige weg voor haar huis aan het rolschaatsen. Voorovergebogen met een verbeten blik en strakke beentjes om overeind te blijven, ploeterde ze naar me toe. Ze moest even uitrusten voor mijn huis. Ik praat graag met haar, want dan kan ik Papiaments oefenen. Mijn nieuwe woorden die ik van mijn Papiamentu-juf heb geleerd, probeer ik op haar uit. Soms kan ik ze niet in een logisch gesprek gieten en dan vraag ik haar hoe zij dat woord in een zin gebruikt. Vanmorgen praatten we over het woord lenga dat zowel tong als taal betekent en we vroegen ons af hoeveel woorden zij in haar moedertaal kende en ik in de mijne toen ik zo oud was als zij. Ik zou het opzoeken, beloofde ik haar. 

Weet je wat ik vond? Er is een onderzoek dat zegt dat een 10-jarige ongeveer 15.000 moedertaalwoorden kent. Ik was natuurlijk ook benieuwd hoeveel woorden ze ongeveer in een het Nederlands gebruikt en volgens dezelfde studie zijn dat er ongeveer 9000. Dat is best veel als dat niet je eigen taal is, vind je niet? Als ik mijn aantal woorden in het Papiaments inschat, ken ik er hooguit 3000 en ben ik ook nog eens zes keer zo oud. ‘Jij bent een slim meisje!’, zei ik tegen Mariengela. Toen rechtte ze haar rug en maakte een sierlijke draai. Het leek alsof het compliment haar beentjes een shot souplesse had toegediend.  Als een speer rolschaatste ze me lachend voorbij. Ik vroeg me af of jij ook iemand hebt waar je je Papiaments graag mee oefent? 

Hee zus, 

Jazeker doe ik dat! Ik praat overal waar ik kan Papiaments. Dat zorgt er wel voor dat ik een ongelooflijke ouwehoer ben geworden in supermarkten, aan de balie van de apotheek of de dokter en ook gewoon op straat. Contact is belangrijk en ik vind altijd wel iets waar ik over kan praten. Wat me opvalt is dat je echt wel hard je best moet doen om Papiaments te praten hier. Hou me ten goede, iedereen kan het enorm waarderen maar als ik eens ergens niet uitkom, gaan mensen vaak over naar het Nederlands. Ik heb inmiddels geleerd om stoïcijns door te praten in het Papiaments. Ik vraag eigenlijk gewoon een beetje om hulp als ik zeg dat ik wil oefenen. En als ik erbij zeg dat ik Nederlands allang kan, maar het Papiaments nog niet dan is het ijs vaak al gebroken! Ik heb er wonderschone gesprekken mee gekregen. 

Zo praatte ik afgelopen jaar bij het ziekenhuis graag met Sjon Rachel. Ze wachtte altijd op haar vervoer naar huis en dan babbelden we wat. Ze is een wat fragiele en al oude, maar elegante dame en ze vindt het heerlijk om te praten. Het fijne is dat haar geheugen haar wel eens in de steek laat, dus het is niet erg dat ik me wel eens opnieuw moet voorstellen aan haar en opnieuw vertel wat ik doe en wie ik ben. In dit geval is herhalen helemaal geen straf! Ik heb haar al een tijdje niet meer gezien. Ik zou graag weer eens met ‘r willen zitten op het bankje bij Mariadal. Hoe zou het met ‘r zijn?

De zussen Esther en Linda schrijven columns over de vier talen die op de ABC-eilanden worden gesproken. Het bijzondere aan de column is dat er een vijfde taal in de column is verwerkt. Het is dus niet alleen Nederlands, Engels, Spaans en Papiaments, maar ook gebarentaal voor doven. Esther is tolk gebarentaal en Linda geeft les in Nederlands en Engels en spreekt goed Spaans. De reden waarom ze schrijven is dat het best bijzonder is dat op de eilanden minimaal vier talen worden gesproken.

Deel dit artikel