KRALENDIJK- Het leek even uit te gaan draaien op een public relations nachtmerrie voor het nieuwe Chogogo Resort, maar lijkt nu toch met een sisser af te lopen. 

Eerder deze week sloeg het bericht dat aan Chogogo Resort een boete was opgelegd van ruim een miljoen dollar, in verband met wat werd omschreven als het illegaal storten van zand aan de strandzijde van het nieuwe resort. 

Het resort voerde zand aan uit Frans Guyana en beschikte nog niet over de benodigde vergunningen om dat zand ook te gebruiken voor verbetering van het strand. In een persbericht op vrijdag, steekt echter ook het Openbaar Lichaam Bonaire (OLB), nu deels hand in eigen boezem. 

Niet optimaal

Het bestuurscollege bevestigt dat zij achter het besluit tot oplegging van de boete staat, maar dat zij tegelijkertijd meent dat dat het proces binnen het openbaar lichaam Bonaire ook niet optimaal was. Gezaghebber Rijna en gedeputeerde Kroon besloten daarom tot het voeren van overleg met de Chogogo-directie over de ontstane situatie. Daarbij waren ook vertegenwoordigers van de Directie Toezicht en Handhaving en de Directie Ruimte en Ontwikkeling aanwezig.

“Wij hebben heldere afspraken gemaakt over de voorwaarden waaronder de werkzaamheden kunnen worden voortgezet. Als het Chogogo Resort zich aan de voorwaarden houdt dan zal het OLB zich ook inspannen om te zorgen dat wat er aan onze kant moet gebeuren, ook tijdig wordt gedaan. Bonaire en het Chogogo Resort hebben een gezamenlijk belang en dat is gasten die worden verwacht een plezierige vakantie op ons eiland te bieden”, zegt Gezaghebber Rijna.

Koraal

“Wij zijn blij met de uitkomst van het overleg en de oplossingsgerichte opstelling van de overheid. Vanzelfsprekend staat ook bij ons de bescherming van de natuur en in het bijzonder het koraal voorop, want dat is waarvoor onze gasten komen”, zegt Hans Schellevis van Chogogo Resort. 

Na het uiten van de goede bedoelingen over en weer, als ook begrip voor elkaars standpunt, is nu evenwel niet duidelijk of de boete alsnog zal moeten worden voldaan, of dat de gezamenlijke verklaring een opstapje is naar het kwijtschelden van de aangezegde boete.