Nieuws van Bonaire

Mensenrechtencollege kijkt kritisch naar rapport over het bestaansminimum op de BES

Voorzitter Adriana van Dooijeweert van het College voor de Rechten van de Mens | Foto Jeroen Bouman

Voorzitter Adriana van Dooijeweert van het College voor de Rechten van de Mens | Foto Jeroen Bouman

Door René Zwart©

Napa

Utrecht – Het College voor de Rechten van de Mens gaat de kabinetsreactie op het rapport inzake het sociaal minimum in Caribisch Nederland ‘en detail op zijn merites’ bestuderen, belooft voorzitter Adriana van Dooijeweert van het College voor de Rechten van de Mens.

,,Dat er eindelijk een rapport ligt is een stap in de goede richting. Wij hebben er jarenlang om gevraagd. Een sociaal minimum is een mensenrechtenkwestie. Het heeft te maken met kunnen leven in waardigheid. Er is nu tenminste een begin van beweging die er onder het vorige kabinet in het geheel niet was. Er was vanuit Den Haag veel te weinig aandacht voor de armoede op de eilanden dus op zichzelf ben ik blij dat er in elk geval iets gebeurt. We gaan het rapport en de reactie van het kabinet met een mensenrechtelijke bril bekijken. Het is me opgevallen dat er nogal wat voorbehouden worden gemaakt en dat het kabinet er nog niet aan wil een sociaal minimum vast te stellen zoals dat wel in Europees Nederland gebeurt. Maar ik ben een positief en optimistisch ingesteld iemand. Ik hoor bewindslieden zeggen: Als we nu niets doen verliezen we onze geloofwaardigheid definitief.”

Meer aandacht voor de eilanden

Op 13 september debatteert de Tweede Kamercommissie voor Koninkrijksrelaties met de staatssecretarissen Tamara van Ark (Sociale Zaken) en Raymond Knops (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) over het rapport dat bevestigt dat ongeveer de helft van de BES-burgers te weinig inkomen heeft om de maand rond te komen. Van Dooijeweert wil voor het debat bij Knops langs en een gesprek met de Kamercommissie. Ze sluit niet uit dat het College ‘ongevraagd advies’ uitbrengt. ,,Ook al zijn de eilanden bijzondere gemeenten, het zijn daar gewoon inwoners van Nederland. Dus als het gaat om de verwerkelijking van de mensenrechten is de centrale overheid, ongeacht wat je kunt zeggen over wat de lokale besturen wel of niet goed doen, verantwoordelijk en dient het parlement de regering daar op aan te spreken.”

En als dat onvoldoende gebeurt is er het College. ,,Wij willen meer aandacht besteden aan de eilanden en er ook vaker zijn, maar we hebben er simpelweg het budget niet voor. In augustus verschijnt de evaluatie van vijf jaar College voor de Rechten van de Mens. Daarin wordt iets gezegd over het ontbrekende budget. Wat op de eilanden heel hard nodig is is een onafhankelijke instantie waar mensen naar toe kunnen om op een vertrouwelijke basis hun problemen te bespreken. Wij dringen er al langer op aan. Er zou een pilot zijn op Saba, maar die hebben we tijdens ons bezoek in april niet kunnen vinden. Later bleek dat er een ambtenaar is die op het kantoor van de RCN een loketfunctie heeft. Dat komt natuurlijk niet als onafhankelijk over. Wij hebben het aangekaart bij BZK en die kijkt er nu naar. Het gaat er niet om dat ons College daar van maandag tot en met vrijdag kantoor moet houden. Dat is te duur en te veel, maar een inbox is niet genoeg. Misschien dat er iets in samenwerking met de ombudsman en de universiteiten van Curaçao en Aruba kan worden opgezet dat wij vanuit hier monitoren en ondersteunen.”

Groeiend gevoel van urgentie

Van Dooijeweert heeft de indruk dat bij ministeries het gevoel van urgentie begint te komen. ,,Op het gebied van sociale huisvesting op Bonaire is er recent een ontwikkeling in de goede richting. Huisvesting heeft alles te maken met mensenrechten. Het is door vorige regeringen onvoldoende ingezien dat het noodgedwongen met drie generaties in een kleine woning leven tot allerlei ellende leidt zoals huiselijk geweld en slechte schoolprestaties van kinderen. Het is goed dat Knops en directeur Oleana van de FCB aan een oplossing werken voor de bouw van 500 betaalbare sociale woningen.”

De college-voorzitter heeft begrip voor het feit dat in 2010 besloten is niet meteen alle Nederlandse wetgeving van toepassing te verklaren waaronder de Algemene Wet Gelijke Behandeling. ,,Er waren destijds goede redenen om niet alle wetten in een keer huppetee op de eilanden te laten gelden. Een van de argumenten was dat de eilanden nog niet rijp zijn voor alle aspecten van gelijke behandeling. Dat kan ik nog snappen, maar wat ik onacceptabel vind is dat er na 2010 vervolgens geen enkele beweging is geweest, al was het maar om de wet stapsgewijs in te voeren. Het gaat om heel fundamentele rechten. Ik heb het aangekaart bij minister Ollongren en heb het gevoel dat het er wel van gaat komen. Maar nog niet iedereen staat te springen. Ik hoor zeggen dat het beter is eerst met de verbetering van de levensomstandigheden te beginnen. Dan zeg ik: dat mensen voldoende in hun portemonnee hebben is urgent, maar de borging van mensenrechten is even belangrijk. Als dat niet wordt ingezien is het begrijpelijk dat de mensen daar tot de conclusie komen dat ze als tweederangsburgers worden behandeld.”

Tweedeling in mensenrechten

Buitengewoon ingenomen is Van Dooijeweert met het rapport van de Adviesraad Internationale Vraagstukken die onlangs waarschuwde voor een tweedeling in het Koninkrijk op het gebied van mensenrechten. De AIV wees er op dat veel namens het Koninkrijk ondertekende mensenrechtelijke verdragen wel in Europees Nederland zijn geïmplementeerd, maar niet in de Caribische delen van het Koninkrijk. ,,Neem het VN-verdrag inzake mensen met een handicap. Iedereen snapt het dat je op Bonaire, Statia en Saba niet van de ene op de andere dag alle gebouwen toegankelijk kunt maken voor mensen in een rolstoel, maar werk dan wel aan een geleidelijke invoering of regels op maat. Als je niks doet verandert er niets. Dan blijven mensen met een handicap anders behandeld worden of weggestopt. Er zijn stichtingen die er fantastisch werk doen, maar die krijgen weinig subsidie of worden zelfs daarop gekort. Als je het verdrag stapsgewijs van toepassing verklaart breng je een beweging op gang waardoor er niet langer wordt gekeken naar wat iemand met een handicap niet kan, maar juist wat hij of zij wel kan.”

Van Dooijeweert sluit niet uit dat de terughoudendheid van de regering om de mensenrechten op de eilanden te borgen wordt ingegeven door de kosten die daarmee gemoeid zijn. ,,In tijden van crisis vind ik het al een lastig argument, maar de crisis is achter de rug dus is er financieel alle ruimte om te investeren in de kwaliteit van het leven van de mensen in Caribisch Nederland en hun rechten. Verhoudingsgewijs gaat het niet om veel geld om er voor te zorgen dat men daar een menswaardig bestaan kan leiden. De afgelopen jaren is daar veel te weinig energie in gestoken. Dat moet echt veranderen.”

Rocargo
Deel dit artikel