Voormalig eilandsgriffier Bonaire ziet raadsenquête niet zitten
KRALENDIJK – Voormalig griffier van de Eilandsraad van het Openbaar Lichaam Bonaire, Willem Cecilia, ziet het houden van een raadsenquête om een onderzoek in te stellen naar de bestuurlijke integriteit voor wat betreft afgifte van vergunningen en handhaven op bestaande regelgeving niet zitten.
“Een te zwaar middel”, oordeelt hij. Volgens Cecilia kan de eilandsraad bij de uitoefening van haar controlerende taken onderzoek laten uitvoeren ingevolge artikel 160 van de Wet openbare lichamen Bonaire, St. Eustatius en Saba. Het is een krachtige en belangrijk instrument, het raadsonderzoek, in de praktijk ook wel raadsenquête genoemd.
Cecilia is echter van mening dat het instrument niet zomaar ingezet moet worden. “Het feit dat de eilandsraad, alvorens te besluiten tot een onderzoek, bij eilandsraadverordening nadere regeling met betrekking tot dit type onderzoeken dient vast te stellen, dit algemeen bekend moet maken middels de afkondigingsblad van het openbaar lichaam Bonaire, en de passieve goedkeuring moet verkrijgen van zowel de gezaghebber en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, is al een indicatie dat deze weg niet lichtvaardig bewandeld moet worden”, aldus Cecilia. Cecilia wijst ook op het feit dat middelen voor het onderzoek gereserveerd moeten worden en dit doorgaans alleen per begrotingswijziging kan geschieden, wat ook de benodigde tijd in beslag zal nemen.
Verder wijst Cecilia op het feit dat de bevoegdheden en werkzaamheden van de in te stellen onderzoekscommissie niet geschorst zullen worden door het aftreden van de eilandsraad. Nieuwe leden dienen benoemd te worden na de verkiezingen om doorgang van de werkzaamheden te garanderen.
Volgens Cecilia moet een raadsonderzoek pas worden ingezet wanneer er sprake is van een gebeurtenis of situatie met grote financiële en maatschappelijke impact voor het eiland. Cecilia noemt als voorbeelden de budgetoverschrijding van een groot project, of een sterk vermoeden van onjuist of niet informeren van de eilandsraad.
Cecilia is verder van mening dat er andere instrument zijn, die in dit geval kunnen worden ingezet, alvorens naar het instrument van het raadsonderzoek te grijpen. “Er hadden eerst vragen gesteld moeten worden, zoals bijvoorbeeld hoeveel klachten over schendingen van integriteit al dan niet bij de gezaghebber, als hoeder van bestuurlijke integriteit zijn binnengekomen. Zijn er harde feiten beschikbaar dat het bestuurscollege bepaalde informatie aangaande integriteit achter heeft gehouden”, zo vraagt Cecilia zich af. Ook zou Cecilia willen weten wat bijvoorbeeld de stand van zaken is aangaande het integriteitsbeleid van het lokaal bestuur. Cecilia wijst op de casus van de overdrachtsdossiers van Bonaire Holding Maatschappij (BHM), waarbij in 2020 aanvullend feitenonderzoek door Governance & Integrity International (G&I) is uitgevoerd. Cecilia verbaast zich waarom de eilandsraad deze weg niet heeft bewandeld.
Reguliere Commissie
Cecilia adviseert de eilandsraad om alvorens te besluiten dit instrument verder uit te rollen, eerst een reguliere commissie in te stellen die een feitenonderzoek zal uitvoeren, waarna de raad door deze commissie geadviseerd wordt om al dan niet een raadsenquête te entameren. Vervolgens kan deze commissie de precieze onderzoeksvragen voorbereiden en de juiste afbakeningen aangeven en een conceptverordening voorstellen. Cecilia beëindigd zijn analyse door te stellen dat wat nu zich heeft voltrokken, prematuur is en kort door de bocht.