Aruba, Bonaire en Curaçao onderdeel van VN-plan voor veerdienstnetwerk Caribisch gebied
De Verenigde Naties hebben een plan ontwikkeld om een netwerk van veerdiensten te initiëren in het Caribisch gebied. Vier routes zijn daarin opgenomen, waaronder één route waarin Aruba, Bonaire en Curaçao zijn opgenomen.
Een andere route moet Suriname en Guyana via een ferry verbinden met Trinidad en Tobago, dat als belangrijkste knooppunt in het netwerk wordt gezien.
De komende tijd wordt met de betrokken landen overleg gevoerd over hun bereidheid deel te nemen, meldt de Nederlandse site voor maritiem nieuws, Schuttevaer.
Het projectvoorstel is geschreven door de Economische Commissie voor Latijns-Amerika en het Caribisch gebied van de Verenigde Naties.
Volgens Schuttevaer zijn de plannen niet nieuw, er wordt al decennia gesproken over veerverbindingen die naar verwachting goedkoper en zeker schoner zullen zijn dan de nu gebruikelijke luchtvaartlijnen. Bovenal moeten de veerdiensten de handel tussen de landen stimuleren.
Maar door de uitgestrektheid van het gebied en de daarmee samenhangende complexiteit heeft niemand het ooit aangedurfd met een concreet voorstel te komen. Dat ligt er nu dus wel.
Suriname
De route waarvan Suriname deel zal uitmaken, is geïdentificeerd als de meest haalbare van de vier omdat dit de beste winstmarges voor de service laat zien. Volgens de studie zou voor een frequentie van twee afvaarten per week één schip nodig zijn.
Daarbij is er een voorkeur voor de inzet van een snelle veerboot, die onder meer vrachtwagens met verse (landbouw)producten kan vervoeren. Dat zou de handel tussen de landen onderling kunnen bevorderen.
Er moet nog heel wat werk worden verzet, zegt Schuttevaer, voordat de voorgestelde veerverbindingen operationeel zullen zijn. Landen die onderdeel willen worden van het verbindingsnetwerk moeten onder meer zorgen voor fatsoenlijke kadefaciliteiten.
Veel hangt ook af van de beschikbare havencapaciteit. Die moet worden aangepakt om ervoor te zorgen dat de tijd die de schepen in de havens moeten verblijven zo kort mogelijk is voor een betere operationele efficiëntie. Ook de douane- en immigratieregels voor goederen en mensen moeten worden herzien.