Nederland krijgt 162 miljoen uit Caribisch Nederland en geeft daar 444 miljoen uit
DEN HAAG – Nederland kreeg in 2019, het jaar voor corona, ongeveer 162 miljoen euro binnen van de drie Caribische eilanden uit rijksbelastingen en premies. Den Haag op haar beurt gaf ruim 444 miljoen euro uit in Bonaire, Saba en Sint Eustatius.
Dat schrijven staatsecretaris Marnix van Rij van Financiën en Staatsecretaris Alexandra van Huffelen aan de Tweede Kamer, die daarom gevraagd had.
De bewindslieden hebben er voor gekozen om niet het begrotingsjaar 2020 te nemen. Dat zou het beeld scheef trekken omdat Nederland in het eerste coronajaar zo’n tien miljoen euro aan steunpakketten vanwege de Corona-pandemie extra heeft uitgegeven aan de drie Caribische eilanden.
Daarnaast heeft de Rijksoverheid in totaal ook zo’n tien miljoen euro minder belasting en premie ontvangen vanuit Caribisch Nederland.
Saldo van inkomsten en uitgaven
De ontvangen belastingen en premie-inkomsten worden voor het grootste deel opgebracht door Bonaire, het grootste eiland in inwonertal en bedrijvigheid in Caribisch Nederland. Van de bijna 162 miljoen euro werd 133 miljoen door hen ingebracht. Bijna 20 miljoen kwam uit Sint Eustatius en bijna negen miljoen euro uit Saba.
De rijksuitgaven in dat jaar bedroegen, zoals gezegd ruim 444 miljoen euro. Den Haag gaf op Bonaire bijna 270 miljoen euro uit. Een krappe honderd miljoen ging naar Sint Eustatius en ruim 75 miljoen euro werd op Saba uitgegeven.
Uitgesplitst
Omdat de drie eilanden gezamenlijk een bestuurlijke eenheid vormen, kunnen niet alle uitgaven gesplitst worden naar eiland.
Voor iets minder dan de helft van de uitgaven is precies na te gaan welke uitgaven voor welk eiland zijn gedaan. Voor de resterende uitgaven zijn zoveel mogelijk dezelfde uitgangspunten gehanteerd als in het overzicht destijds in 2014.
Zo zijn de uitgaven van het ministerie van Sociale Zaken voor wat betreft uitkeringen, onderwijs en studiefinanciering berekend naar rato van het aantal inwoners per eiland.
Andere uitgaven
De uitgaven voor koninkrijkstaken, zoals defensie en buitenlandse zaken zijn niet meegenomen, omdat deze uitgaven ten goede komen aan alle landen van het Koninkrijk.
Gekozen is om ook incidentele geldstromen – zoals de bijzondere uitkeringen – naar de eilanden mee te nemen. Dit kan een vertekening geven door bijvoorbeeld meerjarige uitgaven waarbij een groot bedrag nu net wel, of net niet in 2019 plaatsvonden. Denk hierbij aan de uitgaven van het ministerie van Infrastructuur voor de luchthaven op Sint Eustatius.
Maar de bewindslieden vinden dat het niet meenemen van incidentele uitgaven geen goed beeld geeft van de totale rijksuitgaven.
Een deel van de uitgaven (bijna €53 miljoen) kwam ten goede van alle drie de eilanden en was daarom niet uiteen te splitsen. Dit geldt bijvoorbeeld voor het over drie eilanden roulerend politiepersoneel.
Dekking
De uitgaven van het rijk in Caribisch Nederland worden dus maar ten dele gedekt door de inkomsten ter plaatse. Bonaire steekt erboven uit, omdat bijna de helft van alle uitgaven gedekt zijn door inkomsten uit Kralendijk. Voor Sint Eustatius is dat bijna twintig procent en Saba betaalt zelf maar twaalf procent van de uitgaven die ze uit Den Haag ontvangt.