Commentaar: Spreekt BC Bonaire met 2 tongen?
De afgelopen tijd wordt de bevolking op Bonaire met regelmaat ‘getrakteerd’ op stoere uitspraken van lokale bestuurders in de Nederlandse pers. “Bonaire prostitueert zich”, klonk het afgelopen maand uit de mond van gezaghebber Edison Rijna in het Nederlandse dagblad Trouw.
Rijna maakt in het artikel ook gewag van het feit dat de oorspronkelijke bevolking van het eiland nog maar 40% van de inwoners vertegenwoordigt. “Mensen zeggen nu meer en meer dat ze de authenticiteit zien verdwijnen. Dat proces wil ik stoppen. Ik wil naar oplossingen zoeken”, aldus Rijna.
Curieus is dat Rijna op het eiland zelf nog nimmer in het openbaar zulke boude uitspraken heeft gedaan. Sterker nog: de gezaghebber staat kort voor zijn gesprek met Trouw nog breed grijzend bij de ondertekening van een overeenkomst voor verbeteringen in de haven die, kort door de bocht genomen, maar 1 doel hebben: Het binnenhalen van méér en grotere cruiseschepen. Ook wordt lokaal nauwelijks met een woord gerept over de megalomane ontwikkelingsplannen voor de voormalige plantage Bolivia, naar aanleiding waarvan het gesprek met Trouw plaatsvond.
Vooruitgang en positivisme
De toespraak die de gezaghebber op oudjaarsavond -amper 2 maanden terug- houdt voor de bevolking staat vooral in het teken van de vooruitgang, overeenkomstig het ‘happy-happy-positivism‘ mantra van het zittende bestuurscollege.
“Een belangrijke doorbraak is de vaststelling van een ijkpunt voor een sociaal minimum en de stappen die staatssecretaris Tamara van Ark van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zet om de armoede op ons eiland terug te dringen” aldus Rijna in zijn toespraak op 31 december 2019. Let wel: Rijna is voorzitter van het bestuurscollege en aan zijn woorden mogen, als voorzitter van dat College, toch wel enige waarde worden gehecht.
Wie de toespraak van Rijna op oudejaarsavond heeft gehoord of -beter nog- terugleest, is dan ook met stomheid geslagen door opnieuw stoere uitspraken van een lid van het bestuurscollege tegenover een Nederlands nieuwsmedium onder de titel ‘Bestuur Bonaire slaat alarm’, dit keer gedeputeerde Nina den Heyer.
Met handen en voeten gebonden
“Den Haag moet dus nú met pragmatische oplossingen komen voor een periode. Dit kabinet heeft maar hooguit een jaar de tijd over om te regeren”, waarschuwt Den Heyer via Caribisch Netwerk. “Wéér onderzoeken en evaluaties afwachten, daar hebben die mensen nu helemaal niets aan. Bonaire wacht al bijna tien jaar.”
En: ‘“En dat gebeurt in een land als Nederland dat haar mond zo vol heeft over menswaardig bestaan. Ik ben met mijn handen en voeten gebonden, omdat ik weinig mag doen aan het inkomen van deze mensen. Den Haag kan het, maar doet het niet”, aldus Den Heyer.
Hoewel Den Heyer een politica is die doorgaans redelijk thema- en rolvast is, valt ook hier weer een tegenstelling op tegen wat door haar wordt verklaard in de Nederlandse pers en wat wordt verklaard -of beter gezegd, vooral NIET wordt verklaard- in de lokale pers.
De benadering van de pers door het BC aan de weerszijden van de oceaan roept steeds meer het beeld op dat gesproken wordt met twee tongen: zoetgevooisde woordjes en positivisme voor de lokale bevolking, maar stevige en provocerende uitspraken in de Nederlandse pers, overduidelijk bedoeld ter beïnvloeding van de politiek en individuele kamerleden aldaar.
Spreken met één tong
Enerzijds kan worden geredeneerd, vooral als het gaat om zaken als armoedebestrijding: ‘Het doel heiligt de middelen’. Maar zou anderzijds niet van het lokale bestuur mogen worden verwacht dat zij spreekt met één mond en één woord? Òf de ontwikkeling van het cruisetoerisme baart zorgen en men neemt concrete maatregelen om haar af te remmen, òf niet. Òf men is tevreden over de samenwerking met staatssecretaris Van Ark en gezette stappen, òf men is het niet. Maar beide tegelijk, lijkt in elk geval niet mogelijk.
Het laten horen van twee (totaal) verschillende geluiden, afhankelijk van wie de doelgroep is en tegen welk medium wordt gesproken, roept bij de wat kritischer ingestelde lezer het beeld op van inconsistentie en -ik zeg het dan toch maar- onbetrouwbaarheid.