Opinie

Commentaar: Situatie TCB schreeuwt om interventie

Tijdens de viering van het 25-jarig bestaan van de TCB was Maurice Adriaens nog de gevierde man. Foto: Archief BES-Reporter
TCB viert 25-jarig bestaan

Tijdens de viering van het 25-jarig bestaan van de TCB was Maurice Adriaens nog de gevierde man. Foto: Archief BES-Reporter

Door Harald Linkels

De situatie bij de Tourism Corporation, waarbij de Raad van Commissen bestaande uit Michele Knuf, Herbert Domacassé en Juliette de Grijze het ontslag aanzegde aan General Manager Maurice Adriaens dreigt uit te lopen op een drama op meerdere vlakken en schreeuwt daarom om interventie van buitenaf.

Het probleem van de situatie is dat niemand echt alle feiten kent en dus ook niet goed kan beoordelen of ofwel de Raad, dan wel Adriaens het gelijk aan hun kant hebben.

Voorop staat wel dat het toerisme -meer dan ooit- de spreekwoordelijke kip met gouden eieren is voor de economie van het eiland, waarmee dus per definitie niet lichtvaardig mag worden omgesprongen. Het gerezen conflict is complex en kent meerdere kanten.

Het verdient enerzijds lof dat de RvC zich terughoudend opstelt als het gaat om het verstrekken van details die ten grondslag liggen aan het conflict met de Adriaens. Het vrijgeven van teveel details zou zowel Adriaens als een eventuele rechtsgang kunnen schaden.

Anderzijds: het persbericht van de RvC verwijt Adriaens alleen maar het zeer ruime begrip ‘ontoelaatbaar handelen’. Het probleem daarmee is dat dat van alles kan betekenen en daarom aanleiding geeft tot een bijna niet meer te beteugelen speculatie. Kon Adriaens niet met zijn handen van het personeel afblijven? Verscheen hij dronken op het werk? Heeft hij met zijn handen in de kas gezeten, of liet hij -naar de persoonlijke smaak van de Raad- zijn oren teveel hangen naar het zittende BC, dan wel zich bedoeld of onbedoeld voor het karretje spannen van deze of gene gedputeerde? Wie zal het zeggen?

Door niet ‘man en paard’ te noemen, plaatst de Raad van Commissarissen zich dan ook in een zwakke positie. De andere aangehaalde reden, namelijk dat het ontslag haar oorsprong kent in zorgen over de Corporate Governance, moet worden aangemerkt als buitengewoon zwak. Immers; als de benoeming van Adriaens als General Manager nu op grond van ‘Good Governance’ niet door de beugel kan, kon zij dat 9 maanden geleden goed beschouwd ook niet.

Wat een complicerende factor is, is het feit dat Adriaens moet worden aangemerkt als een geduchte en buitengewoon behendige tegenpartij. Als iemand kundig is in de communicatie of het bespelen van de Public Relations is het Adriaens wel. Dat is immers zijn beroep. Niet voor niets was de ontslagen directeur/General Manager de afgelopen dagen veelvuldig en nadrukkelijk in het nieuws; iets waar de Raad totaal geen antwoord op had. Hierdoor lijkt de RvC van de TCB nu op zijn minst net zo zeer het ‘aangeschoten wild’ als Adriaens zelf.

Het grotere punt is echter dit: kan Bonaire zich permiteren werkeloos toe te zien hoe beide partijen in het publieke oog een oorlog met elkaar voeren en elkaar ten gronde richten, met een verzwakking van de TCB als ultieme consequentie? Het antwoord daarop is een hardgrondig ‘nee’.

Dat betekent dat er als de wiederweerga moet worden geïntervenieerd in de ontstane situatie. Hoewel het uit het oogpunt van Corporate Governance -en onder normale omstandigheden- goed is als de lokale overheid op afstand staat, is zij indirect (via Bonaire Holding Maatschappij) niet alleen de aandeelhouder, maar in algemene zin ook de grootste stakeholder. Het is daarom dat zij -al dan niet via de Holding- onmiddelijk in zou moeten grijpen in de ontstane situatie.

Een mogelijke uitweg uit het conflict zou zijn om in overleg met beide partijen als eerste stap een onmiddelijke ‘mediastilte’ overeen te komen en als tweede stap een onafhankelijke Commmissie van goede diensten aan te stellen die onderzoek gaat doen naar de situatie om vast te stellen wie nou eigenlijk het gelijk aan zijn of haar kant heeft. De vraag daarbij zou ook moeten zijn of Adriaens ‘vrijgesteld van dienst’ zou moeten blijven of -hangende de werkzaamheden van een commmissie van goede diensten- gewoon aan de slag zou moeten.

Daarnaast zou de Commissie dienen te onderzoeken of het mogelijk is dat Adriaens en de Raad samen nog verder door 1 deur kunnen en -zo dat niet langer mogelijk is- wie dan de partij is die binnen TCB zou moeten aanblijven; Maurice Adriaens of de Raad?

Zoals zo vaak op Bonaire, spelen ego’s en (partij)politieke belangen een veel te grote rol. Het gaat er in dit geval niet om of Adriaens dan wel de Raad gelijk heeft, maar veeleer om hoe de schade door het openlijke conflict zoveel mogelijk kan worden beperkt. Damage Control dus.

Dat vereist echter slagvaardigheid en kordaat optreden, door zowel de lokale overheid als -op de achtergrond- de toeristische sector. Helaas is slagvaardigheid niet de grootste verdienste van het lokale bestuur. De toeristische sector en publieke sector, vertegenwoordigd door onder andere BONHATA, BHG, BBE en de Kamer van Koophandel hebben in dit geval geen echte zeggenschap. Vanuit het gemeenschappelijk belang is echter wel wenselijk dat zij gezamenlijk in actie komen.

Het zou echter zonde, en potentieel zelfs tragisch zijn als het eiland -als het stof over enige tijd is neergedaald en de schade reeds aan de sector al is aangericht- niet méér kan zeggen dan “We stonden erbij en we keken ernaar”.

Deel dit artikel