COMMENTAAR | Neerbuigend
Door René Zwart
Zo lenig als minister Eric Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) deze week in het ‘memo-debat’ in de Tweede Kamer bewees om de waarheid heen te kunnen laveren, zo onbeholpen lomp gaat hij om met de blunder die zijn voorganger Henk Kamp heeft begaan bij het ontwerpen van een nieuw tarievenstelsel voor elektriciteit en drinkwater op Bonaire. Geen weldenkend mens weigert in te zien dat de per 1 april van kracht geworden wet faliekant verkeerd uitpakt. Door Den Haag behendig verkocht als dé oplossing om de energievoorziening op het eiland betaalbaar te houden blijken juist de armste Bonairianen met een prijsstijging van tientallen procenten het hardst te worden getroffen.
Terecht dus dat het vaak zo verdeelde Bonaire dit keer een gesloten front vormt om Wiebes ervan te overtuigen dat hij de wet met de grootst mogelijke spoed moet repareren. Maar alle – mede vanuit de Kamer ondersteunde – protesten blijken vooralsnog aan dovemansoren gericht. In plaats van ook maar enige compassie met de gedupeerden te tonen of tenminste te veinzen zet de bewindsman in antwoord op Kamervragen van het CDA de Bonairianen neer als een ondankbaar bedelaarsvolkje.
Hij bestaat het om te benadrukken dat de tarieven op Bonaire ,,anders dan in Nederland kunstmatig lager worden gehouden dan de werkelijke kosten door middel van een subsidie die uiteraard wordt opgebracht door de Nederlandse belastingbetaler.” Alsof Bonairianen geen landgenoten zijn en geen belasting betalen… Stel je eens voor als deze minister het zou wagen van de inwoners van Ameland dankbaarheid te verlangen voor het feit dat de rest van Nederland hun energierekening subsidieert.
Dan zou het land terecht heel veel te klein zijn. Wiebes sneer naar Bonaire getuigt niet alleen van een gênant gebrek aan kennis van de staatkundige verhoudingen, maar ook van een in het postkoloniale tijdperk nauwelijks nog vertoonde neerbuigendheid. Zijn houding maakt bovendien pijnlijk duidelijk dat van de beloofde en ozo noodzakelijke versterking van de coördinatie door staatssecretaris Raymond Knops van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in de praktijk nog bitter weinig terechtkomt. Of – en dat kan ook zo maar het geval zijn – Wiebes luistert evenmin naar zijn collega’s. Het zal dus van de Tweede en/of Eerste Kamer moeten komen om deze dolende minister op het rechte spoor terug te krijgen.
De in de elektriciteits- en drinkwaterwet ingebakken stommiteit laat zich makkelijk herstellen. Maar vooruitlopend daarop is het aan WEB om – met instemming van het Bestuurscollege – de subsidie van het ministerie volledig te benutten voor de huishoudens met de kleinste aansluiting. Daarmee worden de minst draagkrachtigen per direct gespaard voor de onbedoelde effecten van het nieuwe tarievenstelsel. Stap 2 is de aanpassing van de wet. Dat kan door een verfijning van het aantal categorieën, maar nog verstandiger lijkt het terug te keren naar de oude systematiek waarbij alle productie- en distributiekosten worden verwerkt in het verbruikstarief. Dat maakt het administratief aanzienlijk eenvoudiger, maar is ook duurzamer want het stimuleert zuinig om te gaan met energie.
Achter de schermen wordt in Den Haag ongetwijfeld aan een voor Bonaire werkbare oplossing geknutseld. Maar wat somber stemt is dat het door Wiebes geëtaleerde gebrek aan inlevingsvermogen weinig goeds belooft voor de rol die van hem verwacht zou mogen worden bij het aanjagen van economische ontwikkeling in Caribisch Nederland.