Communicatie van overheidsinstanties op de BES-eilanden: richtingloos en risicovol
De afgelopen dagen woedde op sociale media een felle discussie over het functioneren van de communicatieafdeling van het Openbaar Lichaam Bonaire (OLB). Een medestander van de partij M21 bekritiseerde op scherpe toon het ‘onacceptabele functioneren’ van de afdeling. Een voormalig medewerkster van de eilandelijke overheid nuanceerde die kritiek door te wijzen op structurele problemen waar de afdeling zelf weinig invloed op heeft.
Deze discussie is illustratief voor een breder probleem. De communicatieafdelingen van overheidsinstanties op Bonaire, St. Eustatius en Saba missen al jaren een duidelijke richting en rol. Bestuurders klagen dat er te weinig aandacht wordt gegeven aan hun beleid, burgers voelen zich slecht geïnformeerd, diverse communicatieafdelingen functioneren structureel onderbezet en zonder de nodige middelen.
Vergelijkingen met de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN) maken de situatie des te schrijnender. Waar RCN jarenlang een goed functionerende communicatieafdeling had, lijkt deze nu te zijn verworden tot een buffer tussen de pers en de plaatsvervangend Rijksvertegenwoordiger Jan Helmond. Sinds het aantreden van nieuwe RCN-directeur Tim Muller en met name het vertrek van voormalig Manager Communicatie Lucia Beck is de productie ingezakt, worden persberichten vaak te laat of met fouten verzonden, en is de zichtbaarheid van sleutelfiguren als Helmond en Muller zelf ver te zoeken.
De communicatiestrategieën op de eilanden lijken steeds meer gericht op het omzeilen van de pers. In plaats van transparantie en samenwerking met journalisten, zien we een toename in het gebruik van ‘eigen’ kanalen zoals nieuwsbrieven en WhatsApp-groepen. De overheid van St. Eustatius is een treffend voorbeeld: persberichten zijn zeldzaam, persconferenties worden niet gehouden, en vragen van journalisten worden steevast genegeerd. De boodschap is duidelijk: “Pers, je bent overbodig, dan wel ongewenst.”
Door bewust de pers te omzeilen, ondermijnen overheidsinstellingen de essentiële rol van onafhankelijke journalistiek. Het gevolg? Minder controle, minder transparantie en een grotere kans op misstanden die ongezien blijven. Overigens maken zeker niet alleen de Openbare Lichamen of het RCN zich schuldig aan gebrekkige communicatie: Instanties als het Parket Openbaar Ministerie BES, Stinapa en het Korps Politie Caribisch Nederland (KPCN) zijn steeds moeilijker benaderbaar voor de lokale pers en doen hun best op grond van formalistisch aandoende overwegingen, geen antwoord te geven op gerichte vragen.
De praktijk op de eilanden contrasteert pijnlijk met de mooie woorden die jaarlijks op de Dag van de Pers worden uitgesproken. Het lijkt erop dat het belang van een goede functionerende pers wel wordt bejubeld, maar daar in de praktijk niet naar wordt gehandeld. In een tijd waarin wantrouwen in de overheid groeit, kan deze houding enkel bijdragen aan verdere polarisatie en onzekerheid.
Het belang van een vrije en onafhankelijke pers kan niet genoeg worden benadrukt. Zonder kritische journalisten die verantwoording eisen of mogelijk onoorbare zaken aan de kaak stellen, glijdt de samenleving af naar een gevaarlijk gebrek aan transparantie. Overheidsdiensten die bewust kiezen voor persomzeiling moeten zich dit realiseren: transparantie is geen gunst, maar een plicht. Een concreet en actueel voorbeeld is de gang van zaken over de dood van de veelbesproken krokodil. Zowel gezaghebber John Soliano en Stinapa doen hun uiterste best geen antwoord te geven op concrete vragen van journalisten en houden een opgesteld rapport over de doodsoorzaak van het -mogelijk zelfs internationaal beschermde- reptiel stevig onder de pet. Maar zo zijn er nog tal van andere voorbeelden.
Het is tijd dat de overheden op de eilanden, en de aan hen gelieerde organisaties, verantwoordelijkheid nemen – vóór het vertrouwen onherstelbaar beschadigd is. Werk aan de winkel dus. En niet alleen met mooie woorden, maar vooral ook met daden.