Regering moet zich intensiever bemoeien met klimaatverandering in Caribisch Nederland
DEN HAAG – Bij de begrotingsbehandeling voor 2023 zijn gisteren vier moties ingediend die de Nederlandse regering moeten aansporen zich intensiever met klimaatverandering op de eilanden van Caribisch Nederland bezig te houden. Aanleiding is het rapport over klimaatverandering van de Vrije Universiteit en Greenpeace.
GroenLinks, Bij1 en de Partij voor de Dieren willen onder andere dat Nederland een actieplan opstelt, samen met de eilanden voor de aanpak van de klimaatcrisis en de klimaatadaptieve maatregelen voor Caribisch Nederland.
Ook zou de regering zich in moeten zetten voor de medegelding van VN-klimaatverdragen voor Caribisch Nederland.
Staatsecretaris Van Huffelen zegde toe aan de slag te gaan met een actieplan. Maar voor de medegelding van klimaatverdragen ligt de bal volgens de staatsecretaris toch echt bij Bonaire, Saba en Sint Eustatius zelf. Pas daarna zou zij in actie kunnen komen. GroenLinks zegde toe de motie daarop aan te passen.
In kaart brengen
De tweede motie kwam van D66 en ChristenUnie. Die willen dat de regering Rijkswaterstaat en de Deltacommissaris in kaart laten brengen wat er nodig is aan klimaatadaptatieve maatregelen voor de BES-eilanden.
Ook willen ze dat de staatssecretaris over deze thematiek met de landen in gesprek gaat. Van Huffelen laat de Kamer daarover beslissen.
Curaçao, Aruba en Sint Maarten
Bij1, Groen Links, D66 en nog drie andere partijen willen dat de regering opdracht geeft om ook onderzoek te doen naar klimaatverandering in Caribisch Nederland. Den Haag zou wat hen betreft ook moeten kijken hoe het Aruba, Curaçao en Sint-Maarten kan ondersteunen in het uitvoeren van soortgelijke onderzoeken en beleid.
De staatsecretaris kan zich hierin vinden en laat de Kamer daar graag over stemmen. Maar ze zegt wel dat een ondersteuningsverzoek van de landen zelf zouden moet komen. “Wij kunnen geen onderzoek of adviezen opdringen”, aldus Van Huffelen.
De laatste motie komt van Sylvana Simons van BIJ1. Die wil in het kader van heling en herstel slavernijverleden bij de herdenking in 2023 ook maatregelen zien ter bestrijding van klimaatracisme.
Simons omschrijft klimaatracisme als het fenomeen dat de landen en regio’s die het minst hebben bijgedragen aan de klimaatcrisis het hardst worden geraakt en tegelijkertijd het minst worden gesteund in het komen tot zelfstandig klimaatbestendig beleid.
Staatssecretaris Van Huffelen ontraadt deze motie. De kern van de zaak is dat zij twee dingen aan elkaar verbindt: klimaat en het thema van racisme, slavernij.
“Op beide onderwerpen zijn we met de regering aan het werk. We hebben aangegeven dat wij een antwoord zullen geven op het rapport van de dialooggroep voor het slavernijverleden. We zullen er uiteraard ook voor zorgen dat we helpen bij het realiseren van allerlei onderwerpen als het gaat over klimaat, en dan zowel op het gebied van mitigatie als op het gebied van adaptatie. Maar ik voel niet voor deze combinatie.”
De Kamer stemt op 1 november over de tijdens het debat ingediende moties en in de week van 6 december over de begroting.