De Flamingo luchthaven: Van houten keet tot economische katalysator
De Flamingo Airport, zoals Bonaire International Airport door de meesten nogal altijd liefkozend wordt genoemd, is inmiddels niet meer weg te denken als middelpunt van de samenleving. Toch was het begin van de luchthaven, zoals bijna overal, erg bescheiden.
Het eerste stationsgebouw was dan ook eigenlijk niet meer dan een houten hutje; in eerste instantie zelfs eigenlijk niet meer dan een houten afdak. Ook was de luchthaven nog niet gelegen op de huidige locatie, maar op Subi Blanku -toen nog geschreven in de oude spelling Soebi Blancoe- op de weg tussen de hoofdstad Kralendijk en Rincon.
Waarom in eerste instantie werd gekozen voor Subi Blanku is niet helemaal duidelijk, maar al snel was wel duidelijk dat het terrein van de eerste luchthaven, eigenlijk niet zo geschikt was. De aanleg van de eerste start- en landingsbaan begon op 23 september 1935. De bedoeling was om een landingsbaan aan te leggen die 475 meter lang was, maar al snel liep men tegen complicaties aan. Het oostelijk deel van het land lag laag, en moest aanzienlijk worden opgehoogd om een min of meer vlakke baan aan te leggen.
Oriol
Het was -niet geheel verrassend- de KLM die de eerste vlucht besloot uit te voeren, en wel op 9 mei 1936. De vlucht werd uitgevoerd met de Oriol, met registratie PJ-AIO. De Oriol was een zustervliegtuig van de beroemde Snip. Beide toestellen werden geproduceerd door de Fokker fabriek en waren van het type Fokker F.XVIII. Op basis van de succesvolle proefvlucht, besloot de KLM op 31 mei 1936 de eerste officiële passagiersvlucht uit te voeren. Het toestel heette in eerste instantie overigens Ohoe (uil), maar dat werd later veranderd in Oriol, omdat lokale inwoners – volgens overlevering- de uil zagen als ongeluksvogel.
Amerikanen
De Amerikaanse militairen, die tijdens de Tweede Wereldoorlog op Bonaire gestationeerd waren, vonden de oorspronkelijk locatie van de luchthaven niet geschikt. De commandant van de Amerikaanse strijdmacht drong aan op de bouw van een nieuw vliegveld. In december 1943 begon de aanleg van een nieuwe landingsbaan en een nieuw stationsgebouw op de huidige locatie. De nieuwe locatie, met voor het eerst de benaming Flamingo Airport, werd operationeel in het laatste oorlogsjaar, 1945. Het toen gebouwde luchthavengebouw bleef, met enkele aanpassingen en uitbreidingen, uiteindelijk tot medio 1976 in gebruik.
Landingsbaan
De aanleg van een verlengde landingsbaan op de luchthaven van Bonaire zou rond de twaalf miljoen gulden (6,7 miljoen dollars) gaan kosten. Het project was al eerder besproken in 1963, maar kwam in een vicieuze cirkel terecht toen de vraag gesteld werd wat er eerder moest zijn: Aanzienlijk meer hotelkamers of de verlengde landingsbaan? Het was natuurlijk wel een logische vraag, want investeerders waren niet gebaat bij een hotel met 300 kamers, als de toeristen aangevoerd werden in vliegtuigen met 30 zitplaatsen.
De tweede poging voor een verlengde landingsbaan leek meer succes te hebben. Er werd bij de Europees Economische Gemeenschap (EEG) financiële hulp gevraagd voor de start- en landingsbaan, een platform voor de grote vliegtuigen en een adequaat stationsgebouw. De reactie op de aanleg van de verlengde baan werd in de loop van 1975 verwacht.
De geplande verlenging van de startbaan tot 1750 meter was vooral bedoeld om deze baan geschikt te maken voor de Mc. Donald-Douglas DC-9, die onder meer werd gebruikt door de Antilliaanse Luchtvaartmaatschappij (ALM). In die tijd overigens de enige luchtvaartmaatschappij die Bonaire bediende met geregelde vluchten. De verlenging was wel belangrijk, want –hoewel het ook in die tijd nog niet vaak regende op Bonaire– kon de DC–9 op Bonaire niet landen als de baan nat was.
Op 26 juni 1975 riep de minister van Welvaartszorg Miguel Pourier een persconferentie bijeen. De bijeenkomst was naar aanleiding van de goedkeuring die de toenmalige EEG had gegeven inzake het project ‘Verlenging Landingsbaan Bonaire’. Het project in zijn geheel vergde een bedrag van 7,5 miljoen Antilliaanse guldens (zo’n 4,2 miljoen dollar), waarvan al een bedrag van 160.000 gulden (ruim 89.000 dollar) was goedgekeurd voor ‘voorbereidende werkzaamheden’.
Een nieuw luchthavengebouw
Voor het stationsgebouw was medio 1971 reeds een bedrag van fl. 4.175.000 (ruim 2.3 miljoen dollar) goedgekeurd en vervolgens aanbesteed op 27 juli 1973. In 1974 werd daadwerkelijk met de bouw begonnen. Het nieuwe gebouw werd in 1976 in gebruik genomen. Voor die tijd was het nieuwe luchthaven een enorme vooruitgang. Het was groot en ruim van opzet. Het had, deels, zelfs twee verdiepingen. In den beginne was het nieuwe gebouw vooral leeg. Aanzienlijke delen ervan werden in eerste instantie nog niet gebruikt, terwijl het vliegveld op grote delen van de dag geheel verlaten leek.
Hoewel de fysieke structuur van de luchthaventerminal nog voor een belangrijk deel hetzelfde is als uit die tijd, zijn er in de loop der jaren wel belangrijke wijzigingen doorgevoerd. Zo was het restaurantgedeelte volledig open aan de zijde van de landingsbaan. Een stenen muur met halfopen sierblokken voorkwam dat mensen de landingsbaan op zouden lopen. Wie dat wilde -hoewel het ook toen al verboden was- had evenwel over de muur hebben kunnen springen.
Ook was in die tijd de aankomsthal nog niet afgesloten. De bagageband was zichtbaar in de open ruimte en afhalers konden precies zien wanneer het bezoek of familie aankwam. Evenmin was er in die tijd een vertrekhal. Mensen stapten zo vanuit de centrale incheckhal in het vliegtuig. Pas vele jaren later, toen rechtstreekse vluchten van de ALM begonnen naar Miami en Atlanta, moest de luchthaven gaan voldoende aan bepaalde internationale maatstaven. Daartoe werd er een provisorische vertrekhal geconstrueerd, in de ruimte waar nu het kantoor van Divi Divi air gevestigd is. Al snel was die ruimte veel te klein. Bovendien was deze niet erg gezellig, of goed uitgerust. De harde plastic stoeltjes zaten ongemakkelijk, en er was niets te koop. Later werd er een glazen wand gebouwd tussen de stationshal en de aankomsthal. In eerste instantie was die nog doorzichtig, maar enkele jaren daarna werd deze afgeplakt, zodat men niet meer kon zien wie er aankwam.
Provisorische vertrekhal
Een nieuwe vertrekhal werd dringend noodzakelijk, toen de KLM het plan opvatte -daartoe overgehaald door het eilandsbestuur- om Bonaire in de jaren 90 van de vorige eeuw te gaan gebruiken voor tussenlandingen op weg van Amsterdam naar Quito in Ecuador en Lima in Peru en weer terug. In die tijd, met de DC-10 en later de MD-11, konden die bestemmingen nog niet rechtstreeks werden aangevlogen. Omdat de kleine, provisorische vertrekhal niet groot genoeg was om de transitopassagiers van de KLM vluchten op te vangen, op de bovenverdieping, in wat eigenlijk een uitkijkruimte was met een kleine kantine, tijdelijk een wachtruimte gecreëerd. Ondertussen werd gewerkt aan de bouw van een nieuwe vertrek- en transitohal, die nu grotendeels nog in gebruik is.
Nieuwbouw?
In de afgelopen jaren is druk gesproken over de bouw van een nieuwe luchthaven. In eerste instantie werd gedacht aan de bouw van een geheel nieuwe terminal, ter hoogte van de locatie waar ook de nieuwe verkeerstoren is neergezet. Het ontwerp had de vorm van een zoutkristal. Behalve wat apart qua uiterlijk, zou de bouw ervan ook erg duur uitvallen. Een definitief besluit tot de bouw ervan werd nooit genomen, hoewel een ‘commissie van wijze mannen’ zich er geruime tijd over heeft gebogen.
In het jaar 2018 werd het startschot gegeven voor het aanbrengen van een ‘tijdelijke uitbreiding’ van de voorzieningen. In het licht daarvan is met name de vertrekhal vergroot en is er meer winkelruimte gecreëerd. Ook is bij de vertrekhal een halfopen patio gecreëerd.
Toch voldoen de voorzieningen, ook na die tijdelijke aanpassingen, nog lang niet. Zeker bij aankomst van meerdere vliegtuigen tegelijk, zoals vaker gebeurt op met name de zaterdag, puilt de luchthaven aan alle kanten uit. Vooral de aankomst is momenteel nog problematisch. Er is maar 1 bagageband, die relatief klein is. Er komen simpelweg teveel passagiers aan binnen een korte tijdsspanne, die niet allemaal in één ruimte passen. Het is er dan, voor aankomende passagiers, wringen en zweten geblazen. Ook de Covid-crisis heeft in negatieve zin een duit in het zakje gedaan, als het gaat om de congestie. Passagiers worden nu, vóór de immigratiebalie, opgevangen om testpapieren en gezondheidsverklaringen te controleren. Daarnaast is er een testfaciliteit uit de grond gestampt, om aankomende passagiers die alsnog een extra test moeten ondergaan, daar te kunnen testen.
De in 2019 aangestelde interim directeur, Jos Hillen, stelde inmiddels een compleet masterplan op, dat aangeeft hoe de faciliteiten in de komende jaren moeten worden verbeterd, om de verwachte stroom aan passagiers op te vangen. De tijdelijke Covid-dip daargelaten zit de luchthaven in de laatste maanden van het jaar qua passagiers alweer boven de aantallen van het jaar 2019. Dat was al een recordjaar voor de luchthaven.
Motor
In iets minder dan 100 jaar tijd is de Flamingo luchthaven van een bescheiden en inderhaast opgetrokken luchthavenkeet te Subi Blanku, uitgegroeid tot een economische motor van belang voor het hele eiland.
De luchthaven speelt een centrale rol in bijna alle facetten van het leven op Bonaire. Dat is zowel waar voor de inwoners en de bezoekers, om nog maar te zwijgen over het aantal mensen dat direct en indirect het brood verdient op de luchthaven. Het toerisme is de afgelopen jaren enorm gegroeid. Niet tot ieders vreugde, maar dat is een discussie van geheel andere orde.
Interessant nu is vooral hoe de luchthaven zich de komende jaren zal gaan ontwikkelen, om de verwachte stroom aan reizigers op te vangen. De uitdagingen daarbij zijn groot. Zo gaat het niet alleen om een aanzienlijke verbetering van faciliteiten, maar ook om vragen als het behouden van een oorspronkelijks sfeer versus het neerzetten van een luchthaven die voldoet aan de eisen van de moderne tijd.
Daarnaast is een belangrijke vraag wie de plannen gaat financieren. Volgens berichten van de huidige directie, is de luchthaven op zoek naar ettelijke miljoenen voor de realisatie van de volgende fase in haar bijna honderdjarig bestaan. De luchthaven is daarover inmiddels in gesprek met mogelijke financiers.
Geraadpleegde bronnen:
- Website Bonaire International Airport
- (Beeld)Archief Fuhikibo
- Boek ‘Hink-Stap-Sprongen op Bonaire’ van Hubert W. Linkels
- Privé-archief van Hubert Linkels
- The Complete historic aircraft register of the Dutch Antilles, bijgehouden door Arno Landewers
- Verslagen van het Eilandgebied Bonaire, 1959 – 1980
- Informatie van het Aviodrome te Lelystad