Jannet Butter op 2e Kerstdag: Het kerstboompje 2
Na twee weken nam Tony Meriam in vertrouwen en vertelde haar over de verandering in Mario. ‘Laten we het nog een paar weken aankijken,’ zei Meriam. Ze kon en wilde nog niet geloven dat iemand zo anders blijkt te zijn dan gedacht. ‘Maar ik bouw wel alvast een dossier op.’ Dat was verstandig. Niet lang daarna vroeg Mario een paar vrije dagen aan. Hij deed mee aan een darttoernooi op Sint Maarten. Helaas kon Tony hem geen vrij geven. Een project stond onder hevige tijdsdruk. Mario legde de beslissing van Tony naast zich neer en vertrok toch. Gelukkig voor Tony valt dit gedrag op Bonaire ook onder ‘werkweigering’ en werd Mario met medeweten van ‘Arbeidszaken’ op staande voet ontslagen. Ongelukkig voor Tony was hij net niet op tijd klaar met het project. Hij had Mario node gemist. En een forse boete moeten incasseren.
De kentering in succes en geluk was gekomen. En bleef even hardnekkig als een luis in een pels. Nieuwe werknemers werden aangenomen en even zovelen bleken ongeschikt of erop uit het zichzelf zo makkelijk mogelijk te maken. Tony werd stil, Meriam nog stiller. De zorgen werden groter en op een kwade dag had Tony’s hart het begeven. Na drie dagen intensive care gaf hij de ongelijke strijd op. Tony was er niet meer. Meriam nam, ondanks haar wanhoop en verdriet, het enige juiste besluit. Ze liet het bedrijf failliet verklaren. Maar tekende daarmee gelijk haar eigen ‘doodsvonnis’. Want wat ze had verwacht, gebeurde niet. Ze bleef zonder betaald werk. Ze kreeg af en toe wat schoonmaakwerk. Maar ze hield nauwelijks het hoofd boven water.
Meriam zit op de versleten bank in de kamer. Morgen is het Kerstmis. Nog nooit is haar situatie zo penibel geweest als nu. Ze heeft nauwelijks geld om iets te eten te kopen. Het elektra is maanden geleden al afgesneden. Maar ze heeft een verlengsnoer gekregen van de buren. Die, uit medelijden met haar, wat stroom met haar delen. ‘Vrienden’, die dagelijks aan de deur stonden, weten nu niet meer waar haar huis ligt. ‘Kerstmis,’ mompelt ze stil voor zich uit en staart naar haar handen. Haar ogen vullen zich met tranen, haar hart bonkt in haar keel. Tony, denkt ze, jij hoeft dit gelukkig niet meer te zien. Op een dag wordt het beter. Dat kan niet anders. Ze staat op en loopt naar de slaapkamer. Voorzichtig opent ze een van de deuren van de kast en trekt de langwerpige doos naar zich toe. Ze gaat op bed zitten en haalt het deksel eraf. Daar ligt tussen vloeipapier het kerstboompje van Gina. Haast eerbieding pakt ze het eruit. Alsof ze bang is dat er versiering van de takjes valt. Ze neemt het boompje mee naar de kamer en zet het op het tafeltje naast de bank. Ze rolt het verlengsnoer uit en stopt de stekker van de kerstboomverlichting erin. ‘Dag meisje,’ fluistert ze. ‘Na al die jaren doet je verlichting het nog steeds. Ik ben helemaal niet alleen deze Kerstmis. Jij en je pappa zijn bij mij, mijn lieve dochter.’ Voorzichtig kust ze de kleine kerstengel, die dapper aan bovenste tak bungelt.
Jannet Butter is schrijfster van verhalenbundels over Bonaire: De Knoek heeft duizend ogen, Flamingo’s op brood, De Leguanenvanger en The Ghost of Washikemba.
Verkrijgbaar bij: Addo’s bookstore, Bruna, The Cadushy Distillery, Delfins Beach Resort Bonaire, MG Bonaire en Van den Tweel Supermarkt.