Vijf dingen die je moet weten over de Venezuela-crisis, de eilanden en Nederland
Door Caribisch Netwerk
DEN HAAG – De internationale en regionale spanningen nemen toe door de crisis in Venezuela. Op sociale media circuleren berichten dat Defensie voorbereidingen treft op Curaçao. Wat is waar en wat voor impact heeft de crisis in Venezuela op ons koninkrijk?
Op Facebook circuleren sinds afgelopen week foto’s en berichten die de suggestie wekken dat Nederland troepen en materiaal naar Curaçao heeft gestuurd. Het is ook de week waarin Amerika bekend maakt een militaire interventie in Venezuela niet uit te sluiten.
1. Er zijn veertig nieuwe voertuigen van Defensie aangekomen op Curaçao en marineschepen liggen daar ook aangemeerd. Dreigt er een oorlog te komen?
Het is puur toeval, zegt een woordvoerder van Defensie op Curaçao. “Dat er eind januari nieuwe militaire terreinwagens op Curaçao zijn gekomen, was sinds november 2018 bekend en stond al een paar jaar op de planning. De nieuwe Anaconda’s vervangen de oude Mercedes Benz-voertuigen die er al waren.”
En de marineschepen? “De Zr. Ms. Zeeland en een Brits schip zijn geheel volgens planning aangemeerd”, laat Defensie in reactie weten. “Want net als met onze auto’s en bij ons thuis moet ook het schip getankt worden en de koelkasten worden aangevuld met boodschappen. Er is dus geen relatie of link te leggen met de huidige situatie in Venezuela.”
2. Wat voor gevolgen merkt Curaçao eigenlijk zelf van de crisis in Venezuela en de internationale sancties?
Volgens minister Steven Martina (Economische Ontwikkeling) voelt Curaçao de economische effecten op minstens drie manieren: via de olieraffinaderij, financiële dienstverlening en toerisme.
Hij wijst erop dat de productie bij de grote olieraffinaderij Isla in Willemstad – die gerund wordt door het Venezolaanse staatsoliebedrijf PdVSA – nagenoeg stil is komen te liggen. En dat heeft gevolgen voor andere sectoren, zoals transport op het eiland en de scheepvaart.
Ook de financiële dienstverlening op het eiland voelt de crisis en dan met name de Venezolaanse banken op het eiland. Daarnaast komen er nauwelijks meer toeristen uit dat land om hun geld op Curaçao uit te geven.
Het eiland voelt dus de gevolgen, maar ‘Curaçao is niet afhankelijk van wat er alleen in Venezuela gebeurt’, benadrukt de minister. “Anders hadden de centrale bank en het IMF geen economische groei voor dit jaar geprojecteerd.”
3. Gezien de situatie in Venezuela, is het niet veel verstandiger als Defensie voor de zekerheid nu troepen stuurt naar de eilanden?
Er vaart altijd een Nederlands marineschip in de buurt om vooral de grenzen te bewaken. Samen met de kustwacht onderschept Defensie vaak illegale visserij en drugstransport.
Defensie zegt op dit moment geen redenen te zien om extra troepen en materiaal naar het Caribisch gebied te sturen. Er is ook ‘geen aanleiding toe’ om extra marineschepen naar Aruba, Curaçao en Bonaire te sturen die eventueel bootvluchtelingen moeten onderscheppen. “Wij houden de situatie in Venezuela nauwlettend in de gaten”, benadrukt een woordvoerder.
Wel is er sprake van ‘beperkte militaire versterking ter ondersteuning van de militaire staf van het hoofdkwartier op Curacao’. “Het gaat hier niet om gevechtsmilitairen, dus geen soldaten met wapens, maar puur ter ondersteuning van management capaciteiten”, legt een woordvoerder van de Commandant der Zeemacht in het Caribisch Gebied uit.
4. Moeten inwoners van de eilanden zich zorgen maken over hun veiligheid?
Curaçao is hier stellig in: er zijn nu geen redenen voor inwoners om zich zorgen te maken over hun veiligheid of een massale toestroom van migranten. Volgens het kabinet zijn de zorgen van inwoners over toenemende criminaliteit door Venezolanen die in de illegaliteit terechtkomen wel terecht. De justitie-minister benadrukt dat de veiligheid de nodige aandacht krijgt.
Arubanen reageren op deVenezuela-crisis – Door Luis Villegas
5. Zijn het gelukzoekers uit Venezuela die naar de eilanden komen of spreken we over vluchtelingen?
Dat is precies het twistpunt. Politici op Sint-Maarten spreken van ‘gelukszoekers’ en Curaçao van ‘ongedocumenteerden’, terwijl Amnesty International en het Rode Kruis wel van ‘vluchtelingen’ spreken.
De eilanden geven aan dat vanwege hun kleinschaligheid ze moeilijk mensen kunnen opvangen. Zo weigert Curaçao het VN-vluchtelingenverdrag te tekenen, omdat het eiland de financiële consequenties niet aankan volgens premier Rhuggenaath. Aruba heeft het vluchtelingenverdrag wel ondertekend, maar maakt het haar directe buren niet makkelijk om asiel te krijgen: sommige naar Aruba gevluchte Venezolanen zijn het zo zat, dat ze naar Colombia uitwijken die wel snel een verblijfstatus geeft.
Als Curaçao en Aruba de duizenden Venezolanen die de eilanden hebben bereikt als ‘vluchtelingen’ zien, dan betekent het ook dat de eilanden een verantwoordelijkheid hebben om ze bescherming te bieden. De eilanden voeren al jaren een actief uitzetbeleid.