Den Haag – Nog niet alle huishoudens in Caribisch Nederland die recht hebben op kinderbijslag ontvangen deze ook. Dat schrijft staatssecretaris Tamara van Ark van Sociale Zaken aan de Tweede Kamer ter toelichting op de uitkomsten van de evaluatie van de twee jaar geleden op de BES-eilanden ingevoerde kinderbijslag.
Uit een vergelijking van het aantal kinderen voor wie ouders of verzorgers kinderbijslag ontvangen en de bevolkingsadministratie kan worden opgemaakt dat nog niet iedereen gebruik maakt van de regeling. Een belangrijk deel van het verschil kan worden verklaard uit uitsluitingsgronden als een verlopen verblijfsvergunning of het ontvangen van studiefinanciering. Niettemin kondigt Van Ark aan dat de SZW-unit van de Rijksdienst Caribisch Nederland een extra inspanning gaat doen om de ‘ontbrekende’ groep alsnog in beeld te krijgen.
Per 31 december 2016 werd voor 4.184 kinderen bijslag uitgekeerd, een jaar later waren dat 4.311. Het uitbetaalde bedrag groeide in die periode van ruim 1,8 miljoen euro naar iets meer dan 2 miljoen. Op Bonaire bedraagt de kinderbijslag 40 dollar per kind tot 18 jaar, op Sint Eustatius en Saba 42 dollar. Dat is slechts een derde van wat ouders/verzorgers in Europees Nederland ontvangen. CDA en D66 lieten eerder deze week weten te vinden dat de kinderbijslag op de eilanden per 1 januari omhoog moet.
Uit de evaluatie komt naar voren dat de uitvoering van de regeling buitengewoon prijzig is. Jaarlijks gaat er 500.000 dollar op aan personeel en bijkomende kosten als huisvesting, bureaukosten, communicatie en ICT. Dat de uitvoering zo duur is wordt toegeschreven aan de kleine schaal.
Kinderbijslag is pas op 1 januari 2016, 6 jaar na 10-10-10, ingevoerd in Caribisch Nederland. Dat gebeurde onder grote druk van vooral de Eerste Kamer want het Kabinet Rutte II wilde er niet van weten.