Overheid presenteert voorgenomen reclamebeleid
Door Harald Linkels
Kralendijk- Het Openbaar Lichaam Bonaire (OLB) presenteerde vanavond in het auditorium van de Kamer van Koophandel (KvK) haar conceptnota Reclamebeleid. Met het nieuwe beleid wil de overheid paal en perk stellen aan het te pas en te onpas aanbrengen van reclameborden of ander promotiemateriaal op het eiland, dat soms ronduit ontsierende vormen aanneemt.
Tijdens de bijeenkomst konden de aanwezigen, veelal vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en van het de overheid zelf, vragen stellen over het door het OLB voorgenomen beleid.
Volgens Elly Noij van de directie Ruimte & Ontwikkeling (R&O) zijn er veel vragen, maar ook veel klachten als het gaat over het aanvragen van vergunning voor een reclamebord. “Door een gebrek aan een helder beleid, blijven ook veel aanvragen voor vergunningen langer liggen dan in feite gewenst”, gaf Nooij toe. In die zin verwacht het Openbaar Lichaam ook een verbetering van de situatie: bij een helder beleid is het ook sneller duidelijk of een bepaalde vergunning wel of niet kan worden afgegeven.
Volgens Noij dient er een duidelijk onderscheid te worden gemaakt tussen openbare ruimtes en overheidsgrond en bijvoorbeeld een privéterrein of een kantoorpand waarop de bedrijfsnaam wordt aangebracht. Het voorgestelde beleid kent niet alleen strenge regels; een andere ambitie is dat bedrijven worden aangespoord ook vooral mooi en smaakvolle reclames aan te brengen. “Wij staan minder positief tegenover een banner zonder frame, dan tegen een smaakvol of artistiek ontworpen naambord”, aldus Noij.
Af en toe dreigde de presentatie te verzanden in een discussie over de voors en tegens van bepaalde vormen van reclame op het eiland. “Het is al zo moeilijk om een behoorlijke omzet te behalen op een klein eiland als Bonaire”, vond een ondernemer, die liefst helemaal geen beperkingen zag in de vrijheid om overal op het eiland reclamemateriaal aan te brengen.
Etienne van der Horst, interim-directeur bij Ruimte & Onwikkeling was van mening dat de overheid zich nu vooral receptief op moest stellen. “Wij willen zoveel mogelijk luisteren om zaken mee te kunnen nemen in het beleid”, aldus Van der Horst.
De meeste aanwezigen leken toch wel positief te staan aan de introductie van een beleid, vooral omdat er nu vaak sprake lijkt van een zekere willekeur. Ook leken de aanwezigen wel gerustgesteld over de verzekering dat de overheid zeker in eerste instantie coulant op zou treden. “Wij geven bedrijven en adverteerders de tijd alsnog een vergunning aan te vragen als die nodig is”, aldus Noij. “Maar als mensen dat niet doen en geen gehoor geven aan oproepen van de overheid om ontsierende borden weg te halen, dan kan er een moment komen dat de overheid in gaat grijpen en de illegale borden zelf gaat verwijderen”, verzekerde Noij namens het Openbaar Lichaam.