Kralendijk, 22 maart 2016. Dat er schoon drinkwater uit de kraan komt, vinden we heel vanzelfsprekend. Een tegenwoordig vinden we het ook normaal dat we ons afvalwater zuiveren. Dat laatste hebben we te danken aan het rioleringsproject Bonaire. Het gezuiverde water gebruiken we weer in de land- en tuinbouw. Een kringloop waar we best trots op mogen zijn.

De Verenigde Naties hebben 22 maart uit geroepen tot Wereld Water Dag. Dit jaar is het thema Water en Werk. Op Bonaire weten we daar alles van. Bij het Water- en Energiebedrijf Bonaire werken 22 mensen om ons van schoon drinkwater te voorzien. En sinds we een riolering en een zuiveringsinstallatie hebben, werken er 15 personen aan het zuiveren van het afvalwater. Dat zijn banen op verschillende niveaus: managers, operators, technici, laboranten en assistenten. En dan hebben we het nog niet eens over de mensen die in de administratie en dergelijke werken.

Onze waterkringloop schept dus banen. Dat hebben we goed gezien toen onze riolering werd aangelegd. Zo’n 150 personen hebben hierin enkele jaren hun werk gevonden. Daarnaast zijn er nog twee bedrijven die afvalwater met tankwagens naar de zuiveringsinstallatie afvoeren. Ook daar werken in totaal nog eens negen personen. Zo zien we hoe op ons eigen eiland hoe water werk oplevert.

Schoon water en sanitair

In september vorig jaar hebben de lidstaten van de Verenigde naties de  ‘2030 Agenda voor Duurzame Ontwikkeling’ vastgesteld. Het zesde doel luidt: ‘Schoon water en sanitair voor iedereen’. Dat dit niet zo vanzelfsprekend is als het voor ons op Bonaire lijkt, blijkt wel uit het volgende. “Schoon water en sanitair is een essentieel onderdeel van de wereld waarin we willen leven. Er is voldoende zoet water op de planeet om dit te bereiken. Maar als gevolg van slechte economie of een slechte infrastructuur, sterven elk jaar miljoenen mensen, vooral kinderen, aan ziekten die samenhangen met gebrekkige drinkwater- en sanitaire voorzieningen en hygiëne. Daarnaast teistert droogte sommige van de armste landen ter wereld en verergert honger en ondervoeding.”