Eén jaar Rijksvertegenwoordiger
Op 1 september 2014 trad Gilbert Isabella aan als de nieuwe Rijksvertegenwoordiger van Caribisch Nederland. In het onderstaande artikel blikt hij kort terug op zijn eerste jaar in functie.
Tijd te kort. Die constatering moest ik al snel trekken in mijn eerste maand als Rijksvertegenwoordiger. Die periode stond vooral in het teken van het kennismaken met de drie eilanden, hun bestuurders, de nieuwe collega’s en natuurlijk ook met de bewoners. De tijd was te kort om meteen iedereen te kunnen spreken en alles te bezoeken. Gelukkig heb ik daar de maanden daarop nog ruimschoots gelegenheid toe gehad. De hartelijke ontvangsten en vele gesprekken staan me nog heel goed bij; de eilanden lieten zich van hun beste kanten zien. Meteen werd duidelijk in die eerste maand dat alle drie de eilanden hun specifieke eigen karakter hebben, met elk hun eigen zorgen en problemen maar zeker ook kansen, sterke kanten en voldoende uitdagingen.
Al die informatie kon ik een maand later meteen in Den Haag onder de aandacht brengen tijdens mijn eerste ‘CN-tafel’. De Caribisch Nederlandse-tafel is het gemeenschappelijke ambtelijk overleg in Den Haag. Daar praten alle betrokken departementen met elkaar, wisselen zij ervaringen uit en wordt vooruit gekeken naar de agenda voor de betrokken bewindspersonen. Voor mij als Rijksvertegenwoordiger is het een voorportaal waar ik actuele informatie vanuit Caribisch Nederland kan inbrengen vanuit het perspectief van de eilandbewoners en informatie mee terug kan nemen vanuit het Haagse.
Onderwerpen die ik die eerste keer heb genoemd waren onder andere: de zo dringend gewenste aanpak van de armoede problematiek op de eilanden; het groeiend ‘wij-zij-gevoel’ dat ik als onderstroom bemerkte; het gezamenlijk verder uitwerken van het Meerjarenbeleidsplan; de problematiek achter de voordeuren en de optimistische toekomstblik van de jongeren op de eilanden. Prettig was het om te merken hoeveel betrokkenheid er bij en voor Caribisch Nederland is vanuit de verschillende departementen.
Samen met de eilandsbesturen moet dit de komende jaren tot het oplossen van een aantal bekende en ervaren knelpunten kunnen leiden. Eigenlijk is er het afgelopen jaar teveel gebeurd om op te noemen. Er zijn referenda gehouden en lokale verkiezingen. De eilandsraadsverkiezingen, een belangrijk moment voor de bevolking om hun stem te laten horen, zorgden voor nieuwe leden in de eilandsraden en in de bestuurscolleges. De onafhankelijke evaluatiecommissie onder leiding van mevrouw Spies, die de gevolgen van de staatkundige vernieuwing van 10-10-10 voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba onderzoekt, zal in half oktober 2015 het eindverslag aanbieden. Daar wordt ook door mij met spanning naar uitgekeken.
Natuurlijk is het niet allemaal rozengeur en maneschijn. Zo baart op dit moment de situatie op Sint Eustatius, met het verscherpte bestuurlijk toezicht, mij zorgen. Ik geloof dat de Rijksoverheid en het Openbaar Lichaam van Sint Eustatius uiteindelijk een gemeenschappelijk doel hebben en dat is goed bestuur, transparantie en financiële stabiliteit. Deze zijn nodig voor het welzijn en de ontwikkeling van de bewoners van Sint Eustatius.
Ook kon ik Statia Day en Saba Day meevieren; belangrijke dagen die stevig wortelen in de samenleving en belangrijk zijn voor de eigen identiteit. Net als de taal: op Sint Eustatius is het onderwijs dankzij het vele werk van OCW, de scholen en onderwijsdeskundigen overgegaan naar het Engels als instructietaal. En op Bonaire kon met medewerking van RCN een Papiamentstalige spellingcontrole voor op de pc worden uitgegeven.
Dan was er natuurlijk het feestelijke koninklijk bezoek aan Dia di Rincon. Een groot feest waar Koning Willem-Alexander en Koningin Máxima uitbundig meededen .
En af en toe ‘schuurt’ de relatie tussen Caribisch Nederland en Europees Nederland. Maar In ieder goed huwelijk is er wel eens wat. Zolang we met elkaar blijven praten en je oprecht vindt dat je iets moet oplossen, is mijn ervaring dat je er altijd met elkaar uitkomt.
Aanzetten daartoe zijn intussen al gegeven, bijvoorbeeld tijdens de afgelopen CN-week in juni met de ondertekening van de meerjarenplannen voor Saba en Bonaire. Duidelijke speerpunten in het beleid van de Rijksoverheid in Caribisch Nederland zijn armoedebestrijding, kinderrechten en het bevorderen van de economische ontwikkeling op de eilanden. En zo gleed mijn eerste jaar als Rijksvertegenwoordiger voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba als een zeilbootje door de Caribische zee het tweede jaar in.