Woensdagmorgen heeft de Officier van Justitie (OvJ) van het Openbaar Ministerie BES tegen de man R.B. een gevangenisstraf geëist van 6 jaar waarvan 1 jaar voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar.

Het betreft het onderzoek “Makaha”, een weerbarstig onderzoek. Dankzij geduldig en goed politiewerk en de verklaringen en tips van een aantal eerlijke Bonairianen is er een redelijk compleet beeld ontstaan van wat heeft geleid tot de dood van de 18-jarige Aron Paula en de verwonding van zijn broer Areyn Paula.

Op de Bonairiaanse maatschappij heeft deze schietpartij volgens de Officier van Justitie (OvJ) in haar requisitoir een grote impact gehad. “Mensen voelden zich onveilig, mensen begrijpen niet waarom Aron het leven heeft moeten laten en dat zulke jonge jongens tot dit soort zaken in staat bleken.”

Het trieste in deze zaak is wel het vuurwapengebruik, de manier waarop de verdachten zich als kinderen en egoïsten hebben gedragen. Het leven van het slachtoffer, maar ook de levens van anderen, is door mensen met vuurwapens doelbewust op het spel gezet. Waarschijnlijk om niet meer dan het vaststellen “wie het verst kan plassen” . Wie het stoerst is en het meeste angst aan jaagt. De wet van de straat wordt dat genoemd in de rap die in vele Bonairiaanse auto’s wordt beluisterd. Ziet waar die wet je brengt: in de gevangenis of alleen op de wereld. De straat is geen speeltuin.

Het dragen en gebruiken van wapens is een egoïstische daad. Je denkt op dat moment alleen aan jezelf. Aan alle anderen om je heen, die jij door jouw gedrag in levensgevaar brengt , heb je lak. Je mengen in ruzies waar met wapens wordt gedreigd, waar het stoer is met wapens op foto’s te staan, waar het stoer is de politie en justitie te beliegen en bedriegen: het is egoïsme ten top. Het gaat dan niet meer om respect voor anderen, respect voor het leven, respect voor de gemeenschap van Bonaire, het is slechts jezelf voorop stellen. En waarom: om “iemand van de straat” te zijn. Maar kennelijk zonder je af te vragen: van wie is die straat? Van mij alleen of van de inwoners van Bonaire?” aldus de OvJ ter rechtszitting.

Volgens het OM kan tegen de verdachte in deze zaak worden bewezen dat hij in de nacht van 4 november 2014 op M.S. en K.F. heeft geschoten, die even daarvoor bewapend een woning waren binnengedrongen waar ook R.B. verbleef.
De OvJ oordeelde dat er geen sprake was van noodweer (zelfverdediging) omdat de schoten waren gelost in een tegenaanval, toen beide mannen al op de vlucht geslagen waren. De OvJ gaf aan dat het schieten berekenend was geweest en niet vanuit emotie.

Ook kon volgens het OM vuurwapenbezit en een schietpartij op 2 november 2014 bewezen worden verklaard. Omdat voor die schietpartij niet duidelijk was geworden vanaf welke afstand was geschoten, kwam de OvJ daar anders dan ten aanzien van de andere feiten niet de conclusie dat er sprake was van een poging doodslag maar dat er sprake was van openlijk geweld.
In deze zaak doet het Gerecht over 3 weken, na 5 juni 2015, uitspraak in deze zaak.