Commentaar: Man, paard en flapdrol
Zoals gebruikelijk waren de presentaties van gedeputeerden Elvis Tjin Asjoe en Nina den Heyer tijdens de gisterenavond gehouden persconferenties redelijk ‘gelikt’. Het grootste deel van hun presentatie konden de gedeputeerden gelukkig oplezen van papier. Dat was uiteraard vooraf zorgvuldig voorbereid en had, niet in de laatste plaats, veel weg van een PR show.
Zo was het BC niet ‘onzichtbaar omdat het niks gedaan had in de afgelopen vier weken’, maar waren de gedeputeerden -zo begrijp ik- druk bezig met de gezaghebber en het EBT niet voor de voeten lopen. Tja.
Over het eilandelijk steunpakket dat door het CFT zo jammerlijk is afgeschoten, werd met geen woord gerept. Niet wat de gedachten of gevoelens daar over zijn, noch aan wat voor alternatieven dan wordt gewerkt. Met name gedeputeerde Tjin Asjoe verwees veelvuldig naar de door Nederland verleende economische steun. De gedeputeerde schreef het succes een beetje op eigen conto: het was vooral aan de vele mooie brieven van het BC aan Staatsecretaris Knops te danken, dat er nu door Nederland vrij royaal steun wordt verleend aan de burgers en bedrijven op het eiland.
Wat ook niet duidelijk werd, was welke vorderingen het BC maakt met de beleidsvoornemens die géén extra geld kosten. Zoals bijvoorbeeld het beloofde verleggen van opdrachten van aanbieders buiten het eiland, naar lokale aanbieders. Voor wie het rumoer rond de vrij royale opdrachten aan de bevriende en op Curaçao wonende MPB-consultant Oscar Castillo voor het geven van Klantvriendelijkheidstraingen nog voor de ogen staat, geen overbodige luxe.
Uit een recent, mede door dit medium gehouden enquête onder lokale ondernemers, bleek onder meer dat er maar liefst 5 serieuze aanbieders van trainingen actief zijn op het eiland. Uit dezelfde enquête bleek dat géén van hen sinds de start van de Coronacrisis is benaderd door het BC voor enige opdracht. Mijn vermoeden is dat het er in andere sectoren niet veel anders aan toegaat.
Dat leverde bij mij de vraag op -als nu toch alles anders moet in het kader van Corona- of dan ook niet van het BC mag worden verwacht dat zij transparant is en met cijfers onderbouwt of zij in de praktijk ook datgene doet, wat zij met de mond zo vlot belijdt. Dus: wat stond er in het budget gereserveerd voor opleiding en training en hoeveel daarvan is nu verlegd naar lokale aanbieders? Of naar lokale consultants, accountants, dan wel een willekeurige andere dwarsstraat. Dus: Man en paard noemen.
Want indien voornemens alleen maar vanuit sociaal-wenselijke overwegingen worden uitgesproken zonder dat daar ook enige substantie achter zit, dan krijgt het één en ander al snel een hoog ‘flapdrol-gehalte’. In het Papiamentu zeggen we het netter: Hopi skuma, tiki chukulati. Ofwel: veel schuim en weinig chocola.
Uiteraard zal het BC zich haasten om te zeggen dat een en ander zorgvuldige studie en advisering behoeft. Maar het eiland zit nu al bijna 2 volle maanden potdicht, zonder vluchten, zonder toeristen en met een ernstig aangetaste economische bedrijvigheid. Hoe lang denkt zij dan nodig te hebben om de bakens te verzetten?
Het mooie van ‘man en paard noemen’, is dat het kritiek weg kan nemen en criticasters de mond kan snoeren. In dat licht zie ik reikhalzend uit naar een cijfermatig overzicht -of noem het afgelegde verantwoording- van wat het BC concreet allemaal heeft ondernomen om de schade voor lokale ondernemers zoveel mogelijk te mitigeren, zoals door Tjin Asjoe beloofd op 24 maart jongstleden; een kleine 6 weken terug.